Ondernemer schiet tekort in zijn verplichting gebrek te herstellen

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Zonwering    Categorie: Schadevergoeding    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 25837/28725

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

Het geschil betreft de vervanging van een motor van een rolluik. Na vervanging is het luik enkele keren omlaag gekomen en vervolgens niet meer omhoog. Om dit euvel op te lossen is de ondernemer een aantal malen langs geweest, maar zonder resultaat. Tijdens één van deze bezoeken is de afstandsbediening om de rolluiken te bedienen in de sloot beland. De consument heeft de ondernemer meermaals verzocht de rolluiken te repareren en weer bedienbaar te komen. Hier heeft de ondernemer geen gehoor aan gegeven. Vervolgens heeft een derde de motor en de verloren gegane afstandsbediening vervangen. De consument wenst de kosten hiervan op de ondernemer te verhalen. De commissie is van oordeel dat voldoende vaststaat dat de ondernemer toerekenbaar is tekort geschoten in zijn verplichtingen. Bovendien wordt de ondernemer schadeplichtig geacht nu door toedoen van een van zijn medewerkers een afstandsbediening verloren is gegaan. De consument heeft de ondernemer voldoende gelegenheid geboden te herstellen en was dan ook gerechtigd een derde opdracht tot herstel heeft gegeven.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de vervanging van een motor van een rolluik. Na vervanging is het luik enkele keren omlaag gekomen en kwam het niet meer omhoog.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

In januari 2019 heeft de ondernemer de motor van een rolluik vervangen. Kort daarna kwam het rolluik naar beneden en kon niet meer omhoog. Om dit euvel op te lossen is ondernemer een aantal malen langs geweest. Als ze langs waren geweest, dan werkte het rolluik even, waarna het rolluik weer naar beneden stortte. De reparatie waarvan we de nota hebben betaald was nimmer blijvend succesvol.

In november 2019 kwam de ondernemer weer langs omdat het rolluik weer naar beneden was gestort. Een van hun medewerkers presteerde het toen om de afstandsbediening, waarmee de drie rolluiken van onze slaapkamer werden bediend, in de aan het huis grenzende sloot te laten vallen. De medewerkers gingen weer weg en de consument kon geen enkel rolluik meer bedienen.

De ondernemer is daarop nog 1 keer langs geweest met een nieuwe afstandsbediening om deze aan te sluiten op de rolluiken. Dat lukte slechts met 1 van de drie rolluiken. De andere twee rolluiken konden niet worden aangesloten en dus ook niet meer door mij bediend worden.

Toen de consument begin december 2019 belde wanneer de ondernemer langs zou komen om ervoor te zorgen dat ook de andere twee rolluiken weer bediend konden worden, kreeg hij doodleuk te horen dat de ondernemer niets meer voor hem kon betekenen. Zij zouden niet meer langskomen.

De consument zat op dat moment met twee rolluiken die niet meer bediend konden worden. De consument heeft daarop een klachtbrief per aangetekende post gezonden naar de ondernemer, waarin hij hem sommeerde om uiterlijk 13 december 2019 de rolluiken te repareren en weer bedienbaar te maken. Als de ondernemer dat niet zou doen binnen de gestelde termijn, zou de consument zich vrij achten om een andere leverancier in te schakelen om de reparaties te verrichten en de kosten daarvan op de ondernemer te verhalen.

De ondernemer heeft niet binnen de gestelde termijn de reparatie op zich genomen en zelfs helemaal niet gereageerd op mijn klacht.

De consument heeft toen een derde opdracht gegeven om tot reparatie over te gaan. Deze constateerde dat het nodig was om de motor te vervangen, omdat deze ondeugdelijk door de ondernemer was gemonteerd. Voorts diende een nieuwe afstandsbediening en ontvanger te worden geïnstalleerd voor de twee niet-functionerende rolluiken. De reparatie heeft op 31 januari 2020 plaatsgevonden, waarvoor de derde een nota heeft verzonden die inmiddels is betaald.

Daarna heeft de consument de nota aan de ondernemer gezonden en hem gesommeerd om binnen 14 dagen tot betaling hiervan over te gaan. Per replymail antwoordde de ondernemer dat de klacht niet verder in behandeling werd genomen. Tevens werd gedreigd dat zij alsnog kosten in rekening zouden gaan brengen als ik de procedure zou voortzetten. Onbekend bleef op welke kosten werd gedoeld.

De consument vordert vergoeding wegens schade door:
• Ondeugdelijke installatie van de motor van het rolluik
• Ondeugdelijke reparatie van het neerstorten van het rolluik
• Het in de sloot laten vallen van de afstandsbediening van de rolluiken

De schade bedraagt € 857,–.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer gaf volgens de consument aan niets meer voor de consument te willen doen. De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de hem geboden mogelijkheid verweer te voeren.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De bevindingen van de consument, zijn door de ondernemer niet weersproken. Uit de stukken blijkt dat een derde de motor en de verloren gegane afstandsbediening heeft vervangen en daar € 857,– voor in rekening heeft gebracht. Mede gezien het bedrag dat de ondernemer in rekening heeft gebracht, zijn de door de derde gerekende kosten naar het oordeel van de commissie redelijk, nog afgezien van het feit dat de hoogte daarvan niet is weersproken. De commissie is van oordeel dat voldoende vaststaat dat de ondernemer toerekenbaar is tekort geschoten in zijn verplichting een deugdelijke motor te leveren dan wel te monteren en mitsdien jegens de consument schadeplichtig is. Eveneens schadeplichtig is de ondernemer nu door toedoen van een van zijn medewerkers een afstandsbediening verloren is gegaan. De commissie is voorts van oordeel dat de consument aan de ondernemer voldoende gelegenheid heeft geboden te herstellen en het derhalve gerechtvaardigd was dat de consument een derde opdracht tot herstel heeft gegeven.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De ondernemer betaalt binnen een maand na de verzending van dit bindend advies aan de consument bij wijze van schadevergoeding € 857,–. Bij gebreke van tijdige betaling, is de ondernemer bovendien de wettelijke rente verschuldigd vanaf de datum van dit bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 77,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Zonwering, bestaande uit de heer mr. W. Nannings, voorzitter, de heer W.J.M. van den Berg, mevrouw mr. M.J. Boon, leden, op 10 september 2020.