Commissie: Klussenbedrijven
Categorie: Overeenkomst
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
30402/35741
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
Door de ondernemer is een renovatie uitgevoerd in de badkamer van de consument. Nadat de consument een groot deel heeft aanbetaald, is de ondernemer niet komen opdagen om de werkzaamheden uit te voeren. De consument heeft de opdracht geannuleerd en aan de ondernemer gevraagd de aanbetaling te retourneren. Ondanks toezegging van de ondernemer, is terugbetaling uitgebleven. De commissie heeft geoordeeld dat de ondernemer toerekenbaar tekort is geschoten, waarna de commissie de overeenkomst integraal heeft ontbonden. Aldus wordt de klacht gegrond verklaard en dient de ondernemer de aanbetaling terug te betalen aan de consument.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 5 november 2019 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot renovatie van de badkamer tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 4.000,–. In totaal is daarop door de consument € 3.000,– aanbetaald. De ondernemer is niet op het werk verschenen.
De consument heeft geen bedrag bij de commissie gedeponeerd.
De consument heeft op 31 maart 2020 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer zou in maart 2020 de badkamer komen renoveren. Deze opdracht is verschoven. Echter is door de consument op 15 januari 2020 al een aanbetaling gedaan van € 2.000,– en op 11 januari 2020 ook € 1.000,– in contanten. Dus in totaal is € 3.000,– aanbetaald.
Ik heb de opdracht geannuleerd en de ondernemer beloofde de aanbetaling terug te storten. Dat is tot op heden niet gebeurd en het is bijna onmogelijk om contact met hem op te nemen. Bovendien heeft hij steeds smoesjes waarom hij het niet kan terugbetalen. Hij heeft geen recht op het geld, want hij heeft er niets voor gedaan! En hij gaat de opdracht ook niet meer uitvoeren.
De consument verlangt de ondernemer te verplichten tot terugbetaling van de aanbetaling van in totaal € 3.000,–.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt aan de commissie kenbaar te maken.
Het standpunt van de ondernemer blijkt uit de e-mailberichten van de ondernemer aan de consument van 16 en 17 april 2020:
“(…) Ik doe mijn uiterste best om het benodigde geld bij elkaar te krijgen. Ik heb nooit de intensie gehad en nog steeds niet om mensen te duperen. Ik heb zelfs al een gesprek gehad met mijn makelaar. In mijn huis zit veel overwaarde, en dan zie ik wel wat en waar het schip strand voor mij en mijn gezin. Als ik jullie het geld maar kan terug betalen. Ik ben nu eenmaal in een benarde situatie gekomen, waar jullie niets aan kunnen doen. Maar ikzelf ook niet. Ik heb zo om 9 uur contact met de VLOK.”;
en:
“(…) Je hebt helemaal gelijk. Ik ben mijn uiterste best aan het doen om meer financiële ruimte te verkrijgen middels een lening. Dat loopt en ik ben in afwachting van. Op dit moment heb ik nog 100 euro op mijn bedrijfsrekening staan en 700 prive. Ik hoop dat de lening snel rondkomt om een faillissement te voorkomen. Ik hoop je hiermee voldoende te hebben geïnformeerd voor dit moment. Ik hoop je snel goed nieuws te kunnen melden.”.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De klacht is niet weersproken, zodat deze vaststaat.
De ondernemer is volledig toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de met de consument gemaakte afspraken. Dit is reden voor de commissie om het door partijen overeengekomene integraal te ontbinden.
Aldus rust op de ondernemer de ongedaanmakingsverplichting om volledig aan de consument terug te betalen hetgeen door de consument aan de ondernemer is betaald.
Om reden dat de consument in het gelijk wordt gesteld is de ondernemer op basis van het reglement van de commissie gehouden om tevens het klachtengeld te voldoen aan de consument alsmede om de behandelingskosten te voldoen aan het secretariaat van de commissie. Die behandelingskosten worden de ondernemer separaat bij factuur in rekening gebracht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
Ontbindt het door partijen overeengekomene integraal, met vaststelling dat op basis daarvan de ongedaanmakingsverplichting op de ondernemer rust om aan de consument (terug) te betalen het bedrag van € 3.000,–.
Betaling van dat bedrag dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 250,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie de bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Klussenbedrijven, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, mr. C.R.J.M. den Hartog-Kaaij en de heer R.C. Schenk, leden, op 11 januari 2021.