Commissie: Klussenbedrijven
Categorie: Betaling
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
72829
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 13 augustus 2012 tussen partijen gesloten overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van diverse werkzaamheden in het toilet en de badkamer in de woning van de consument tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 11.330,–.
De werkzaamheden zijn verricht in augustus en september 2012.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument is van mening dat de ondernemer de afgesproken werkzaamheden niet deugdelijk heeft uitgevoerd. Hij stelt hiertoe het volgende. Ik heb de volgende klachten over de uitgevoerde werkzaamheden. De voegen van de tegels in de badkamer zijn niet goed gevoegd en ingewassen. Er zijn verschillende openingen aanwezig. Ditzelfde geldt voor de voegen in het toilet. Het plafond in de hal is slecht afgewerkt. De ondernemer heeft dit niet met verstekzagen gedaan. De draad van de verwarming in de badkamer is niet met een klem bevestigd. De lijmresten c.q. kalkaanslag, die zijn ontstaan bij het afplakken van de afvoer, zijn niet van het ligbad verwijderd. Ik heb in iedere email aangegeven dat de ondernemer zijn geld kan ophalen op het adres waar hij zijn werkzaamheden heeft uitgevoerd. Ik heb nooit geweigerd te betalen, maar de ondernemer stelt zich niet professioneel op en wil zijn fouten niet onder ogen zien.
De consument heeft bij schrijven van 30 januari 2013 in hoofdzaak als volgt gereageerd op het nadere verweerschrift van de ondernemer van 28 januari 2013.
De consument betwist hetgeen de ondernemer in zijn nadere verweerschrift van 28 januari 2013 heeft aangevoerd en hij stelt hiertoe het volgende. Het is niet juist dat ik heb aangegeven dat ik zelf de lijmresten en de cementsluier zou verwijderen. De cementsluier gaat er niet meer af. Ik heb diverse malen gevraagd om een beveiligingsklem, maar de ondernemer heeft dit altijd genegeerd. De voegen zijn slechts ingewassen. Dit blijkt ook uit de foto’s die de deskundige heeft gemaakt. Ik heb de ondernemer op 17 september 2012 per email uitgenodigd om de zaak te evalueren, omdat ik zag dat de werkzaamheden niet goed waren uitgevoerd. De ondernemer heeft dit genegeerd. Ik heb de ondernemer duidelijk gemaakt dat hij zich moet houden aan de artikelen 4 en 11 van de VLOK-Uitvoeringsvoorwaarden.
De consument heeft per brief van 5 maart 2013 gereageerd op de brief van de ondernemer van 1 maart 2013. De consument heeft in hoofdlijnen en voor zover relevant en niet al eerder weergegeven het volgende aangevoerd.
De opleverbon is getekend bij de auto van de ondernemer, omdat de ondernemer veel haast had. Hij heeft nooit een rondleiding door het appartement gedaan, waarbij ik hem kon aanspreken. Bij terugkomst in mijn appartement zag ik pas al de ondeugdelijke werkzaamheden. Toen heb ik hem bij mij thuis uitgenodigd. Er is een onhoudbare verstandhouding ontstaan.
Naar aanleiding van de opmerkingen van de ondernemer ten aanzien van de bevindingen van de deskundige heeft de consument als volgt gereageerd. De ondernemer heeft volhard in zijn standpunt dat dit niet onder de garantie viel. Ik verwijs naar de artikelen 4.1 en 4.6 VLOK-voorwaarden en de onhoudbare verstandhouding. Ik heb nooit aangegeven de cementsluier zelf te verwijderen. Ik heb de ondernemer verschillende keren gevraagd een beveiligingsklem om de aardedraad te doen. Dit heeft hij geweigerd. Het kon volgens hem geen kwaad. Volgens de deskundige is er een gevaarlijke situatie ontstaan. De aanslag is niet afkomstig van de antislip (heb ik zelf verwijderd) maar van de goedkope aluminium die de ondernemer gebruikt heeft voor het afplakken van de afvoer. De ondernemer heeft het gat onder de wastafel te groot gemaakt. Het rozet is niet het probleem. De kitrand is te breed. Ik heb de ondernemer er duidelijk op gewezen dat zijn afwerking niet goed is.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De consument heeft volhard in zijn stellingen. Desgevraagd heeft de consument geantwoord dat hij in november 2012 voor het eerst zijn concrete klachten aan de ondernemer kenbaar heeft gemaakt, alsmede dat hij een schadevergoeding wenst en dat hij vanwege de rompslomp nog niet weet of hij de herstelwerkzaamheden laat uitvoeren.
De consument verlangt dat de ondernemer komt kijken naar de slecht afgewerkte werkzaamheden en met hem de zaak evalueert, alsmede een schadevergoeding.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer weerspreekt de klacht van de consument en heeft hiertoe het volgende aangevoerd. Na het afronden van de werkzaamheden, is het werk op 14 september 2012 opgeleverd en heeft de consument de opleverbon getekend. De consument weigerde desalniettemin de laatste termijn te betalen en verlangde dat ik het geld contant bij hem kwam ophalen. Dat heb ik mede op advies van mijn administratiekantoor geweigerd. De consument heeft zelf closetrolhouders besteld bij een firma in Den Bosch. Bij aflevering kwam de consument er achter dat hij het verkeerde besteld had. Ik heb nog geprobeerde de tweede closetrolhouder te retourneren, maar dit werd geweigerd vanwege de uniekheid van het artikel. De kosten van de overgebleven tegels zijn op 7 december 2012 gecrediteerd, nadat de consument op 5 december 2012 de laatste termijn had betaald. De consument heeft drie maanden gewacht met het betalen van de laatste termijn. Na betaling van de laatste termijn heb ik de consument per email van 7 december 2012 laten weten dat er over zijn klachten gesproken kon worden. Op de specifieke klachten van de consument heb ik bij brief van 8 januari 2013 al als volgt gereageerd. Indien er openingen zijn in het voegwerk van de tegels in de badkamer worden deze onder garantie dicht gevoegd. Indien er openingen zijn in de voegen van de wand in het toilet worden deze onder garantie dicht gevoegd. De afwerking van het plafond in de hal is een manier van werken. De consument heeft de opleverbon getekend en geen opmerkingen gemaakt bij verbeteracties. Indien hij op dat moment niet akkoord was met de wijze van montage had hij dat bij de oplevering moeten melden. Dit valt dus niet onder de garantie. De consument heeft zelf aangeboden de resten cementsluier zelf te verwijderen. Als hij hiermee niet akkoord was gegaan, dan had dit op de verbeteracties op de opleverbon komen te staan. De radiator in de badkamer is teruggeplaatst zoals ik die gedemonteerd heb. De bedrading zat gewikkeld om de buis heen. Dat heb ik hem ook verteld. Derhalve geen garantie. De rest kalkaanslag is te verwijderen met bijvoorbeeld Artikal. De lijmresten zijn afkomstig van plakband. De consument heeft aangeboden dit zelf te gaan doen en mij gevraagd hoe hij dit het beste kon doen. Derhalve geen garantie.
De ondernemer heeft per brief van 1 maart 2013 gereageerd op het deskundigenrapport en in hoofdlijnen en voor zover relevant en niet al eerder weergegeven het volgende aangevoerd.
De klachten van de consument zijn naar voren gekomen na de oplevering. De ondernemer kwam pas op 22 november 2012 met zijn klachten. Naar mijn mening zijn de klachten naar voren gekomen omdat de consument zijn zin niet kreeg in de kwestie van de closetrolhouders.
Naar aanleiding van de bevindingen van de deskundige reageert de ondernemer als volgt:
1. Oplossing bespreekbaar
2. De consument heeft aangegeven de cementsluier zelf te verwijderen.
3. De aardedraad is teruggeplaatst zoals die aan het begin van de werkzaamheden gemonteerd was.
4. De aanslag was afkomstig van een sticker.
5. De rozet onder de wastafel van de cv pijp; zie opleverbon voor akkoord.
6. Kitrand te breed; zie opleverbon voor akkoord
7. Afwerkhoeken van het plafond in verstek; zie opleverbon en offerte.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De ondernemer heeft volhardt in zijn verweer. De opleverbon is buiten bij de auto ondertekend door de consument. Hij zei dat hij akkoord was met de werkzaamheden. Indien de commissie oordeelt dat herstelwerkzaamheden noodzakelijk zijn, stem ik in met een vervangende schadevergoeding in plaats van het zelf uitvoeren van de herstelwerkzaamheden.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport van 2 februari 2013, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
1. De voegen in de badkamer en de wc zijn na het voegen niet zorgvuldig afgesponsd.
2. Ook hier kan men heel goed zien, omdat de tegels zwart zijn, dat de tegels na het voegen niet goed en zorgvuldig gereinigd zijn.
3. De aardedraad zit losjes om de cv pijp gedraaid, wat tot een gevaarlijke situatie kan leiden.
4. Er was tape op de bodem van het bad geplakt, wat er te lang heeft gezeten, en na verwijdering is er een aanslag ontstaan.
5. Het gat in de vloertegel was te groot gemaakt.
6. Er is voor een makkelijke en snelle oplossing gekozen om de opening tussen de muur en het bad te dichten.
7. Nogmaals is voor een snelle en makkelijke manier gekozen om het plafond af te werken.
De omvang van de geconstateerde gebreken is ernstig.
Herstel is technisch mogelijk, waartoe de volgende werkzaamheden uitgevoerd moeten worden:
1. Alle slechte voegen in de wc en badkamer er uitslijpen (ongeveer 80%) en opnieuw glad en vol voegen.
2. Alle cementsluier met Lithofin KF meerdere male behandelen tot ze verdwenen zijn.
3. De aardedraad met een aardeklem bevestigen op een schoongeschuurde cv leiding.
4. De badbodem met een polijstmiddel behandelen.
5. En grotere rozet monteren.
6. De kitrand aan het eind van het bad verwijderen, opening dicht metselen en betegelen.
7. Alle afwerkhoeken van het plafond verwijderen en nieuwe door in verstekt te zagen hoeken aanbrengen.
De herstelkosten hiervan zijn bij benadering:
1. Arbeidsloon € 700,00
Materialen € 40,00
2. Arbeidsloon € 140,00
Materialen € 18,00
3. Arbeidsloon € 35,00
Materialen € 4,00
4. Arbeidsloon € 70,00
Materialen € 12,00
5. Arbeidsloon € 17,50
Materialen € 8,00
6. Arbeidsloon € 140,00
Materialen € 25,00
7. Arbeidsloon € 210,00
Materialen € 30,00
€ 1.449,50
21% btw € 304,40
Totaal € 1.753,90
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie wijst het verzoek van de consument tot – kort gezegd – inspectie en evaluatie van de werkzaamheden af. De werkzaamheden zijn al beoordeeld door de deskundige die door de commissie benoemd is. De consument heeft geen belang meer bij dit verzoek.
Op grond van hetgeen uit de stukken blijkt en partijen tijdens de zitting naar voren hebben gebracht, is de commissie van oordeel dat de werkzaamheden op 14 september 2012 niet deugdelijk zijn opgeleverd. Vast staat dat de werkzaamheden niet daadwerkelijk zijn geïnspecteerd en dat alleen de opleverbon buiten de woning (bij de auto) is ondertekend. Van een oplevering kan alleen sprake zijn, indien er een inspectie van de werkzaamheden ter plaatse heeft plaatsgevonden. Het is de taak van de ondernemer om er voor te zorgen dat er een deugdelijke oplevering plaatsvindt. Bij gebreke van een deugdelijke oplevering kan de consument niet worden gehouden aan de door hem ondertekende opleverbon.
De omstandigheid dat de consument heeft gesteld dat de ondernemer zijn geld kon komen ophalen, is in dit geval niet van doorslaggevende betekenis. Immers, ook voor de ondernemer was duidelijk dat de consument hem over de uitgevoerde werkzaamheden wilde spreken. Dat de consument op dat moment zijn klachten nog niet concreet had kenbaar gemaakt, doet hier niet aan af.
Anders dan de consument kennelijk meent, kan de ondernemer niet verplicht worden om het bedrag van de laatste termijn bij de consument op te gaan halen. Een betaling is een brengschuld. De consument is de betaling verschuldigd en moet hier dan ook voor zorgen. Of een contante betaling verstandig en/of toelaatbaar is, kan hierbij in het midden worden gelaten.
De consument heeft voor het eerst op 22 november 2012 concreet zijn klachten kenbaar gemaakt aan de ondernemer. Partijen hebben tussentijds wel emailcontact gehad, maar deze correspondentie ging vooral over de kwestie van de closetrolhouders en de wens van de consument om bij hem thuis persoonlijk met de ondernemer te overleggen. De consument heeft daarbij niet aangegeven waar het overleg over zou gaan, ook niet nadat de ondernemer daar expliciet naar heeft gevraagd. Onder deze omstandigheden heeft de ondernemer zich redelijkerwijze op het standpunt kunnen stellen dat eerst de laatste termijn betaald zou moeten worden en pas hierna gesproken kon worden over eventuele garantiewerkzaamheden. Overigens heeft de ondernemer onmiddellijk na ontvangst van de laatste termijn hierover contact opgenomen met de ondernemer. De ondernemer is niet in gebreke gebleven en heeft zich, voor zover er herstel- en/of garantiewerkzaamheden verricht zouden moeten worden, kunnen beroepen op het uitblijven van de betaling door de consument (schuldeisersverzuim).
Resteert de beoordeling van de inhoudelijke klachten van de consument.
Met uitzondering van hetgeen hierna wordt overwogen, komt de commissie het deskundigenrapport zowel feitelijk als vaktechnisch juist voor. Tenzij hierna hiervan wordt afgeweken, neemt de commissie de bevindingen en conclusies van de deskundige over en maakt deze tot de hare.
Voor zover het betreft de opvatting van de door de commissie benoemde deskundige beperkt de commissie zich tot hetgeen de deskundige in zijn deskundigenrapport heeft opgenomen. De commissie zal derhalve geen acht slaan op beweerdelijk door de deskundige bij de bezichtiging gedane uitlatingen, omdat deze voor de commissie niet verifieerbaar zijn.
Anders dan de deskundige is de commissie van oordeel dat uit de bevindingen van de deskundige met betrekking tot de aard van de tekortkomingen in de werkzaamheden van de ondernemer niet noodzakelijkerwijs volgt dat de voegen uitgeslepen moeten worden. Afgezien van de overlast die dergelijke werkzaamheden met zich mee zouden brengen, acht de commissie ook de kosten in verhouding tot de tekortkoming en het nadeel dat de consument hiervan ondervindt onaanvaardbaar hoog. De commissie is van oordeel dat volstaan dient te worden met het ter plaatste herstellen van de aanwezige tekortkomingen en begroot de hieraan verbonden kosten op € 200,– aan arbeidsloon en € 10,– aan materiaalkosten.
De commissie is van oordeel dat de ondernemer een beveiligingsklem had moeten aanbrengen, ook al was dit niet afgesproken. Door dit niet te doen, heeft de ondernemer een gevaarlijke situatie laten ontstaan of voortduren. De consument heeft ter zake hiervan echter geen aanspraak op een schadevergoeding omdat het aanbrengen van een beveiligingsklem niet in de offerte was opgenomen en tot meerkosten zou hebben geleid indien de ondernemer de beveiligingsklem wel had aangebracht.
De commissie is van oordeel dat het behandelen van de badbodem niet in de risicosfeer van de ondernemer ligt. De ondernemer is ter zake hiervan dan ook geen schadevergoeding verschuldigd.
Met het vorenstaande heeft de commissie al beslist op het beroep van de consument op de artikelen 4.1 en 4.5 van de VLOK-voorwaarden
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is.
Uit het vorenstaande volgt dat de ondernemer een schadevergoeding van € 798,50 exclusief BTW verschuldigd is. Rekening houdend met de verschuldigdheid van 6% BTW over arbeidsloon en 21% BTW over materiaalkosten komt dit neer op een bedrag van € 860,06 inclusief BTW.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vervangende schadevergoeding van € 860,06 inclusief BTW. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,84 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Klussen- en Vloerenbedrijven, op 12 maart 2013.