
Commissie: Klussenbedrijven
Categorie: (on)deugdelijke levering / uitvoering
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
KLU09-0028
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een in maart 2008 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen werkzaamheden tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 9.028,57. De werkzaamheden zijn gedeeltelijk uitgevoerd in juli 2008. De consument heeft een bedrag van € 1.549,86 bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft op 16 december 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Na een klein deel van de overeengekomen werkzaamheden te hebben uitgevoerd werd de aannemer eind juli 2008 ziek en staakte hij het werk. Vervolgens was hij drie weken volkomen onbereikbaar en reageerde hij niet op de vele door mij achtergelaten berichten. Ik heb het contract vervolgens schriftelijk opgezegd en heb een andere aannemer het werk laten afmaken. Op een gegeven moment nam de ondernemer weer contact op en zei dat hij een aantal ramen die nog bij hem aanwezig waren aan de nieuwe aannemer wilde leveren. Ik ben hiermee akkoord gegaan, zodat de ondernemer geen verlies zou lijden. In november 2008 kreeg ik echter een nota, die in geen enkele verhouding stond tot het uitgevoerde werk. Ik had op de aanneemsom een voorschot betaald van € 2.500,–. De aanvullende nota van de ondernemer bedroeg € 4.626,82. Ik heb de ondernemer meegedeeld dat ik daarmee niet akkoord ging en heb hem € 3.076,96 overgemaakt. Dit bedrag is de aanneemsom verminderd met het betaalde voorschot van € 2.500,– en met € 3.451,61, welk bedrag ik aan de andere aannemer heb moeten betalen om het werk af te maken. De ondernemer blijft bij zijn standpunt dat ik nog € 1.549,86 moet betalen. Ik ga daarmee niet akkoord. Bij wijze van compromis ben ik bereid nog € 250,– aan de ondernemer over te maken, maar dat is het maximum. De consument verlangt een uitspraak van de commissie, inhoudende dat hij niet meer dan € 250,– aan de ondernemer behoeft te betalen. Standpunt van de ondernemer De ondernemer heeft geen standpunt aan de commissie kenbaar gemaakt. Uit de correspondentie tussen partijen leidt de commissie af dat de ondernemer van oordeel is dat zijn restfactuur correct is, omdat deze in overeenstemming is met de door hem aan het werk bestede uren en geleverde materialen. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. De deskundige geeft een samenvatting van het geschil overeenkomstig het voorgaande. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Uit de stukken van het geschil blijkt dat de ondernemer jegens de consument tekort is geschoten in de uitvoering van zijn verplichtingen en dat hij lange tijd onbereikbaar is gebleven voor de consument. Het is dan ook begrijpelijk dat de consument na zijn herhaalde ingebrekestellingen heeft besloten een andere aannemer in te schakelen om het werk af te maken. De consument heeft derhalve recht op vergoeding van de als gevolg daarvan door hem geleden schade. Deze bestaat uit de kosten die hij redelijkerwijs heeft moeten maken om het werk door derden te laten afmaken en aldus te komen in de situatie die hij zou hebben bereikt als de ondernemer zijn verplichtingen was nagekomen. Hoeveel uren de ondernemer zelf in het werk heeft gestoken is niet relevant. De consument heeft kopieën overgelegd van de door hem van de andere aannemer ontvangen facturen. De commissie heeft geen aanleiding om aan de juistheid daarvan te twijfelen en de ondernemer heeft geen commentaar op die facturen geleverd. Derhalve is de consument gerechtigd op de met de ondernemer overeengekomen aanneemsom de kosten die hij aan de andere aannemer heeft betaald in mindering te brengen. Het aanbod van de consument om nog € 250,– te betalen komt de commissie redelijk voor en zij gaat ervan uit dat de consument die toezegging gestand zal doen. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De consument is aan de ondernemer niets meer verschuldigd buiten het bedrag van € 250,– dat de consument bereid is nog aan de ondernemer te betalen. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag wordt aan de consument geretourneerd. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 350,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Klussen- en Vloerenbedrijven op 2 december 2009.