
Commissie: Notariaat
Categorie: Kosten
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
82557
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de kosten van het transport bij de koop van een appartement.
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken.
In de kern komt de klacht op het volgende neer.
De cliënt heeft twee klachten aan de commissie voorgelegd. De eerste klacht middels het vragenformulier van de commissie de dato 12 december 2013, de tweede klacht volgt uit de stukken die op 23 en 31 december 2013 aan het dossier zijn toegevoegd.
De eerste klacht betreft de rekening voor de diensten van de notaris.
De cliënt stelt dat hij met de notaris is overeengekomen bij e-mailberichten van 25 en 26 november 2013, dat de diensten van de notaris € 763,– (incl. B.T.W) zouden bedragen.
Op de afrekening bij het koopcontract waren de kosten voor de diensten evenwel € 1.254,87 (incl. B.T.W).
De cliënt stelt dat de notaris bij het accepteren van de opdracht wist om welk object het ging en dat er na het accepteren van de opdracht door de cliënt geen extra diensten gevraagd zijn.
De cliënt heeft de notaris laten weten niet akkoord te gaan met de hogere kosten en heeft verzocht om aanpassing. De notaris heeft echter, onder verwijzing naar zijn algemene verkoopvoorwaarden, gesteld dat de meerkosten in rekening gebracht mochten worden.
De cliënt heeft uiteindelijk, onder het dreigement van de notaris dat hij anders de akte niet zou passeren, onder protest € 1.254,87 (incl. B.T.W) betaald.
De tweede klacht betreft de extra kosten voor het verplaatsen van de afspraak van 19 december naar 24 december 2013.
Als gevolg van onduidelijke communicatie en informatie van de notaris was het voor de cliënt niet duidelijk dat zowel hijzelf als zijn partner fysiek aanwezig dienden te zijn bij de overdracht. Omdat de cliënt niet aanwezig was bij de overdracht op 19 december 2013, diende de afspraak te worden verplaatst.
De notaris heeft een bedrag van € 396,75 (incl. B.T.W). aan extra kosten in rekening gebracht voor het verplaatsen van de afspraak. In de tarievenlijst die op de website van de notaris te vinden is, staat aangegeven dat het verplaatsen (uitstel) van de passeerafspraak slechts € 150,– (incl. B.T.W) kost.
De cliënt beklaagt zich over de extra kosten van € 396,75 (incl. B.T.W), waar deze naar zijn mening € 150,– (incl. B.T.W) volgens de door het notariskantoor gehanteerde prijslijst hadden moeten zijn.
Ter zitting heeft de cliënt verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De cliënt erkent dat het aan hemzelf te wijten is dat de overdracht verplaatst moest worden. Zijn klacht betreft dan ook niet de naar zijn mening niet erg duidelijke informatie van de notaris maar de hoogte van de kosten die de notaris voor het verplaatsen in rekening heeft gebracht.
Hoewel het verweer van de notaris niet ter reactie maar ter kennisname aan hem is toegezonden, achtte de cliënt het voor de duidelijkheid goed om bij brief van 17 januari 2014 te reageren op het verweer en hierbij zijn standpunt nogmaals helder uiteen te zetten.
De kosten voor het verplaatsen van de overdracht zijn door de notaris aan een incassobureau uit handen gegeven. De cliënt heeft deze kosten niet betaald.
De cliënt verzoekt de commissie om te bepalen dat de notaris het verschil tussen € 1.254,– en € 763,–, derhalve € 491,– aan hem dient te vergoeden. Voorts wenst de cliënt slechts € 150,– te betalen voor het verplaatsen van de afspraak voor het tekenen van de leveringsakte.
Standpunt van de notaris
Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het verweer op het volgende neer.
De notaris wijst erop dat de honoraria vooraf bij de cliënt bekend waren.
Ook was bekend dat de cliënt een drukke werkagenda had. Daar is bij de afhandeling van het dossier rekening mee gehouden. Zo ook bij het vaststellen van de datum en het tijdstip van het passeren van de leveringsakte.
Bij de ondertekening van de koopovereenkomst op 5 december 2013 is met de partner van de cliënt besproken dat zowel zij als de cliënt aanwezig zouden moeten zijn bij de ondertekening van de leveringsakte maar dat er ook met een volmacht gewerkt kon worden. Daarbij is ook gemeld dat aan het opmaken van een volmacht kosten verbonden zijn. De partner van de cliënt heeft toen laten weten dat zij die kosten liever niet wilde en dat op het overeengekomen moment, beide partijen, ook de cliënt, aanwezig zouden zijn. Op basis van de uitdrukkelijke wens van de partner van de cliënt, is de afspraak op 19 december 2013, om 09.00 in de agenda opgenomen.
Ook in de toelichting bij het inlichtingenformulier, dat door de cliënt en zijn partner niet is geretourneerd, ondanks meerdere verzoeken, is vermeld dat beide kopers aanwezig dienden te zijn bij de overdracht.
De cliënt is evenwel niet op de afspraak verschenen. Een door de partner van de cliënt overgelegde volmacht, voldeed niet aan de wettelijke vereisten. De notaris kon derhalve niet anders dan de afspraak verplaatsen. Hij heeft direct aan de aanwezigen gemeld dat de kosten van één en ander voor rekening van de koper zouden komen. Ook heeft de notaris verteld dat de kosten voor het opnieuw passeer-klaar maken van het dossier en het uur dat er wederom voor in zijn agenda moest worden gereserveerd, ten laste van koper in rekening zouden worden gebracht.
Voor zover de klacht mede inhoudt onduidelijkheid over door zijn kantoor in rekening te brengen
kosten en, zoals door klager wordt beweerd, non-professionaliteit, verwijst de notaris naar auditrapporten die over zijn kantoor zijn opgemaakt en waaruit het tegendeel blijkt.
Ter zitting heeft de notaris verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De notaris maakt bezwaar tegen het feit dat hij niet schriftelijk heeft mogen reageren op de reactie van de cliënt van 17 januari 2014.
De notaris stelt dat de extra kosten en de kosten die in rekening zijn gebracht voor het verplaatsen van de afspraak terecht en redelijk zijn. De cliënt was bekend met het honorarium en het feit dat extra kosten in rekening gebracht zouden worden.
Het is een feit van algemene bekendheid dat de frase “u wordt verzocht aanwezig te zijn” betekent dat beleefd wordt aangegeven dat men aanwezig dient te zijn.
De notaris is van mening dat door hemzelf en zijn kantoor niet op enigerlei wijze laakbaar is gehandeld en dat het verwijt van de cliënt van een gebrek aan professionaliteit, niet aan de orde is. Hij ziet voorts geen grond voor enige (financiële) tegemoetkoming.
Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende.
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.
De commissie overweegt allereerst, naar aanleiding van de ter zitting door de notaris geuite bezwaren tegen het feit dat hij niet in de gelegenheid is gesteld om te reageren op de brief van de cliënt van 17 januari 2014, waarin deze reageerde op het verweer van de notaris het volgende.
De procedure bij de commissie voorziet in een schriftelijke ronde waarin de klacht aanhangig wordt gemaakt door de cliënt, waarna de notaris in de gelegenheid wordt gesteld hierop te reageren en zijn standpunt (schriftelijk) kenbaar te maken. Na deze schriftelijke ronde worden beide partijen in de gelegenheid gesteld hun standpunten op een zitting mondeling toe te lichten aan de commissie. De procedure voorziet niet in een tweede schriftelijke ronde (repliek en dupliek). Gelet op het voorgaande bepaalt de commissie dat nu de notaris niet in de gelegenheid is gesteld om nog schriftelijk te reageren op de brief van de cliënt van 17 januari 2014, deze brief uit het dossier verwijderd dient te worden en door de commissie buiten beschouwing zal worden gelaten bij de beoordeling van het onderhavige geschil.
Ten aanzien van de klachten van de cliënt overweegt de commissie als volgt.
Ter zitting is duidelijk geworden dat de cliënt de notaris niet verwijt dat de afspraak op 19 december 2013 verplaatst diende te worden als gevolg van onduidelijke communicatie of informatie van de zijde van de notaris. De cliënt heeft erkend dat de noodzaak om de afspraak te verzetten aan hem te wijten was. Zijn klacht betreft slechts de kosten die hem door de notaris voor het verplaatsen in rekening zijn gebracht.
Ten aanzien van de klacht inzake de extra kosten is de commissie van oordeel dat, nu de notaris verwijst naar zijn algemene voorwaarden, waaruit naar hij stelt blijkt dat een hoger bedrag dan € 763,– gerechtvaardigd was, het op zijn weg gelegen had om deze voorwaarden te overleggen en in zijn verweer duidelijk te maken waardoor het verschil tussen het overeengekomen bedrag van € 763,– en het gedeclareerde bedrag van € 1.254,87 werd veroorzaakt. Bij gebreke van deze onderbouwing mocht de cliënt er, op basis van de e-mailwisseling van 25 en 26 november 2013, naar het oordeel van de commissie vanuit gaan dat hij slechts € 763,– verschuldigd was voor de dienstverlening van de notaris.
De commissie zal gelet op het voorgaande bepalen dat de notaris het verschil tussen het in rekening gebrachte en door de cliënt onder protest betaalde bedrag van € 1.254,87 en de verschuldigde € 763,–, derhalve € 491,87, aan de cliënt dient te vergoeden.
Ook ten aanzien van de vertragingskosten geldt naar het oordeel van de commissie dat door de notaris niet voldoende onderbouwd is waardoor dit bedrag gevormd is, dan wel waarom het bedrag afwijkt van het op de prijslijst genoemde bedrag van € 150,–.
Bij gebreke van deze informatie mocht de cliënt in de veronderstelling verkeren dat slechts € 150,– in rekening zou worden gebracht, nu dit op de website zo is vermeld en niet anders is gebleken.
Ter zitting heeft de cliënt laten weten de door de notaris in rekening gebrachte kosten voor het verplaatsen van de afspraak nog niet voldaan te hebben. De commissie zal derhalve bepalen dat de cliënt terzake van het verplaatsen van de afspraak om de leveringsakte te ondertekenen, slechts € 150,– inclusief B.T.W. verschuldigd is aan de notaris.
Uit het voorgaande volgt dat de notaris per saldo een bedrag van € 341,87 (€ 491,87 minus € 150,–) aan de cliënt dient te vergoeden.
Gelet op het vorenoverwogene heeft de notaris naar het oordeel van de commissie niet gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.
De klacht dient dan ook gegrond te worden verklaard.
Voor zover door partijen ieder voor zich aangevoerde argumenten c.q. klachten niet zijn besproken, kan daarvan worden afgezien, omdat deze niet tot een andere beslissing kunnen leiden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klachten van de cliënt gegrond.
De commissie bepaalt dat de notaris een bedrag van € 341,87 aan de cliënt dient te betalen.
Overeenkomstig het reglement van de commissie dient de notaris het klachtengeld ad € 76,26 aan de cliënt, die deze kosten heeft voldaan, te vergoeden.
Bovendien is de notaris overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 115,– aan de commissie verschuldigd als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil.
De commissie wijst het meer of anders verzochte af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, op 4 maart 2014.