Commissie: Energie
Categorie: Factuur
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: Bindend Advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
228151/240297
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument heeft een contract met variabele tarieven en wekt zelf stroom op met zonnepanelen. In de eindnota over december 2022 tot juli 2023 is haar opgewekte stroom verrekend tegen maandelijkse tarieven, wat volgens haar niet klopt. Ze vindt dat alleen het verschil tussen afname en teruglevering (68 kWh) tegen het afgesproken tarief vergoed moet worden. De ondernemer stelt dat hij correct heeft gesaldeerd op jaarbasis en dat dit volgens de regels is. De commissie oordeelt dat de manier van salderen niet in strijd is met de wet, maar dat de ondernemer vooraf onvoldoende duidelijk heeft uitgelegd hoe de saldering zou plaatsvinden. Daarom moet de eindnota worden aangepast en het saldo van 68 kWh worden vergoed tegen het afgesproken tarief. De consument krijgt daarnaast € 52,50 klachtengeld terug. Van het depotbedrag van € 311,65 wordt € 173,50 aan de consument en € 138,15 aan de ondernemer uitgekeerd.
De volledige uitspraak
Samenvatting
Het gaat in deze zaak om de wijze van saldering bij een contract met variabele tarieven. De commissie verwijst naar eerdere uitspraken ter zake. Omdat de ondernemer tekortgeschoten is in de transparantie omtrent de saldering, dient hij de eindnota te herzien.
Beoordeling
Het gaat in deze zaak om de wijze van saldering bij een contract met variabele tarieven. In de eindnota van de consument over de periode 8 december 2022 tot 17 juli 2023 is de door de consument opgewekte stroom afgerekend tegen het tarief dat in die maand gold voor door de ondernemer geleverde stroom. Over de af te rekenen maanden is 1872 kWh door de ondernemer en 1940 kWh door de consument geleverd.
De consument betoogt dat nadat de door haar ingevoede stroom gesaldeerd zou zijn met de door haar afgenomen stroom, zijnde 68 kWh, alleen die 68 kWh tegen het afgesproken tarief aan haar vergoed zou moeten worden. Dat is haars inziens niet volgens de afspraken gebeurd. Zo al een dergelijke wijze van saldering toelaatbaar is, is de communicatie daarover niet transparant geweest. Zij wijst op artikel 4 van de toepasselijke Algemene Voorwaarden waarin staat:
Wekt u op uw adres zelf (duurzame) elektriciteit op, bijvoorbeeld met zonnepanelen, dan verminderen wij uw afgenomen elektriciteit met de door u teruggeleverde elektriciteit. Wekt u zelf meer elektriciteit op dan u heeft verbruikt, dan ontvangt u hiervoor van ons de afgesproken terugleververgoeding.
In een toelichting op de tussen partijen gesloten overeenkomst staat onder meer:
‘De stroom die u op jaarbasis zelf opwekt zullen wij eerst verrekenen met uw eigen verbruik. Dit wordt salderen genoemd. Indien u meer opwekt dan u zelf verbruikt, levert u de stroom terug aan het stroomnet. Dit wordt terugleveren genoemd. Bij ons kunt u onbeperkt uw opgewekte energie salderen en/of terugleveren. Wij salderen de door u opgewekte stroom volledig tot maximaal uw eigen verbruik. Op de jaarafrekening die u van ons ontvangt staat de hoeveelheid stroom die u zelf hebt opgewekt. Deze wordt weggestreept tegen de stroom die u zelf hebt verbruikt. Als u een dubbele stroommeter heeft, dan wordt de opgewekte energie in de normaaluren gesaldeerd tegen het verbruik in de normaaluren (hoog tarief). Hetzelfde geldt voor de opgewekte energie in de daluren (laag tarief). De energiebelasting van het totale verbruik wordt gesaldeerd met de energiebelasting van de totaal opgewekte energie. Wekt u meer op dan u verbruikt? Dan ontvangt u voor de teruggeleverde stroom van ons een terugleververgoeding gelijk aan uw leveringstarief plus btw, maar exclusief energiebelasting en ODE.’
De consument vordert correctie van de eindnota.
De ondernemer betoogt dat hij gesaldeerd heeft. Hij voert aan dat in de voorwaarden staat dat de hoeveelheid stroom die de consument opwekt wordt afgestreept van het volledige verbruik van de consument. Dit doet hij ook, want hij kijkt altijd aan het eind van het jaar wat de totale opwek is en wat het totale verbruik is. Overigens staat er niet in de overeenkomst dat het een op een van elkaar wordt afgestreept. De opwek wordt wel omgezet naar euro’s aan de hand van het tarief dat op dat moment geldt. Het salderingstarief is namelijk het volledige tarief inclusief energiebelasting en btw. Dit gebeurt uiteraard ook met het verbruik van de consument en wordt zodoende met elkaar verrekend. Dit is vooralsnog dus salderen op jaarbasis omdat hij weldegelijk kijkt naar de totale opwek en hoeveel er verrekend moet worden met het salderingstarief dat natuurlijk veel hoger is dan de netto terugleververgoeding.
De commissie heeft in vergelijkbare zaken geoordeeld dat de wijze van afrekening als door de ondernemer gehanteerd, niet in strijd is met de wet- of regelgeving (zie nummer 202466/207819 en 183496/187832, alsmede het heden ook gegeven beslissing onder nummer 234854/237782). In zoverre dient de klacht van de consument afgewezen te worden. Waar het echter in deze zaak ook om gaat is de vraag of de consument transparant vooraf is voorgelicht over de wijze van saldering. De consument wees op de hiervoor geciteerde communicatie. Zij betoogt ook telefonische vragen aan de ondernemer gesteld te hebben waarin evenmin de achteraf gebleken wijze van berekening genoemd is. De commissie stelt vast dat de ondernemer in zijn verweer niet ingegaan is op de transparantie. De consument heeft nog aangevuld dat de ondernemer inmiddels zijn voorlichting over saldering heeft aangepast. De commissie is van oordeel dat het op de weg van de ondernemer lag vooraf duidelijkheid te geven over de wijze van saldering. Nu hij dat niet gedaan heeft, kan de consument niet verweten worden saldering begrepen te hebben op de wijze als hiervoor onder haar standpunt uiteengezet. Nu het in deze zaak gaat om voornoemde eindnota, dient deze herzien te worden in die zin dat de afgenomen stroom verrekend wordt met de ingevoede stroom en dat het saldo, 68 kWh, aan de consument vergoed wordt tegen het afgesproken tarief.
Het in depot gestorte bedrag ziet op het bedrag van de eindnota. Omdat te verwachten is dat de herziening leidt tot een vermindering van de jaarnota met globaal € 121,–, zal bepaald worden dat dat bedrag plus na te noemen klachtengeld aan de consument betaald wordt en het restant aan de ondernemer. De commissie gaat ervan uit dat parttijen bij het beschikbaar komen van de herziene eindnota een mogelijk verschil zullen verrekenen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer dient de eindnota te herzien, in die zin dat de afgenomen stroom verrekend wordt met de ingevoede stroom en dat het saldo, 68 kWh, aan de consument vergoed wordt tegen het afgesproken tarief.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld, welke betaling in onderstaande verrekening van het depotbedrag is opgenomen.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag ad € 311,65 als volgt verrekend. Uit het depotbedrag wordt € 173,50 (€ 121 + € 52,50) aan de consument en €138,15 (€ 311,65 – € 173,50) aan de ondernemer uitgekeerd.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Deze behandelingskosten worden geheel betaald.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer R.A. Timmer, de heer H.W. Zuur, leden, op 14 maart 2024.