Commissie: Energie Zakelijk
Categorie: Afwijkingen tussen hetgeen is overeengekomen en geleverd / Tussenadvies
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: tussenadvies
Uitkomst: aanhouding beslissing
Referentiecode:
265530/418222
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Deze uitspraak is een tussenadvies in een geschil betreffende een overeenkomst tot de levering van energie. De verbruiker klaagt erover dat de overeenkomst op naam van de VvE is gezet, en daarmee voor het hele gebouw betaald wordt. Ook zou het bedrijf onterecht het termijnbedrag hebben verdubbeld. Hierop heeft de verbruiker de overeenkomst opgezegd per december 2023, maar is er nog een termijnbedrag voor januari 2024 in rekening gebracht. Volgens het bedrijf is er sprake van een echtsgeldige overeenkomst nu alle rekeningen en nota’s op naam van de VvE staan. De termijnbedragen worden aangepast naar gebruik en de laatste termijn van januari 2024 zal ook moeten worden betaald. Voor de commissie zijn een aantal zaken onduidelijk. Zo is de relatie van de verbruiker tot de VvE onduidelijk, en waarom de overeenkomsten wel de handtekening van verbruiker dragen. Ook is niet duidelijk op welke meterstanden het verbruik is gebaseerd. Ook zou er een volmacht verleend zijn, waarvan de inhoud voor de commissie niet duidelijk is. Hierop wenst de commissie dan ook schriftelijk antwoord te krijgen. Tot die tijd wordt iedere beslissing aangehouden.
De uitspraak
Samenvatting
De commissie verzoekt partijen op een aantal vragen schriftelijk in te gaan en verzoekt tevens uitdrukkelijk alle partijen op een nader te bepalen zitting in persoon of digitaal te verschijnen.
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Energie zakelijk (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De verbruiker/aangeslotene heeft de klacht voorgelegd aan het bedrijf. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Ter zitting heeft het bedrijf digitaal het standpunt toegelicht. De verbruiker/aangeslotene heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting het standpunt toe te lichten.
Ter zitting werd het bedrijf vertegenwoordigd door de heer mr. [naam].
De behandeling heeft plaatsgevonden op 26 september 2024 te Den Haag.
De commissie heeft het volgende overwogen.
Beoordeling
De verbruiker/aangeslotene klaagt over drie punten:
1. Het bedrijf hanteert oneerlijke methodes door de gesloten overeenkomst op een verkeerde naam te zetten, namelijk de Vereniging van Eigenaars (VvE), en een verkeerd nummer van de kamer van koophandel te vermelden. In dat kader betoogt de verbruiker/aangeslotene dat hij voor het hele gebouw betaald heeft;
2. Het bedrijf heeft zonder reden het termijnbedrag verdubbeld van € 121 naar € 220;
3. Hoewel de verbruiker/aangeslotene per eind december 2023 de overeenkomst had opgezegd, heeft het bedrijf nog het termijnbedrag voor januari 2024 berekend.
De overeenkomst is per 22 december 2023 beëindigd.
De verbruiker/aangeslotene vordert dat hem € 1.570 (kennelijk het volgens hem openstaande bedrag) wordt kwijtgescholden en wat hij extra heeft betaald terugbetaald wordt.
Het bedrijf betoogt dat partijen op 10 mei 2022 een overeenkomst gesloten hebben die inderdaad staat op naam van de VvE en is ingegaan op 31 mei 2022. Dat is een rechtsgeldige overeenkomst; de vermelde gegevens zijn afkomstig van de verbruiker/aangeslotene. Omdat de VvE energie heeft afgenomen en ook steeds de termijnen betaald heeft, gaat het bedrijf ervan uit dat de overeenkomst door de VvE gesloten is. Alle nota’s staan dan ook op naam van de VvE. Het bedrijf is bereid de opzegvergoeding te laten vervallen als de verbruiker/aangeslotene weer in levering komt. Ten aanzien van de termijnbedragen merkt het op dat deze aangepast worden afhankelijk van het verbruik en wijziging van onder meer belastingen. De termijn van januari 2024 staat als ontvangen op de eindafrekening en dient dan ook betaald te worden.
De commissie betreurt dat de verbruiker/aangeslotene niet verschenen is. Zij overweegt dat het bedrijf voor de gesloten overeenkomst verwijst naar de op 10 mei 2022 gesloten overeenkomst die een maandtermijn van € 997,40 laat zien. In het dossier bevindt zich ook een tweede op 10 mei 2022 getekende overeenkomst met een andere maandtermijn (€ 541,63) en nog een op 11 mei 2022 getekende offerte met een ander offertenummer en een maandtermijn van € 121,13, alle staande op naam van de VvE. Voorts bevindt zich in het dossier een op 30 mei 2022 getekende overeenkomst die staat op naam van de onderneming van de verbruiker/aangeslotene. De commissie wil van de verbruiker/aangeslotene een toelichting vernemen waarom de vier genoemde overeenkomsten zijn handtekening dragen (hij stelt dat één handtekening is ingekopieerd) en van het bedrijf vernemen hoe het kan dat al deze overeenkomsten op het briefpapier van het bedrijf staan. De commissie wil ook vernemen wat de relatie van de verbruiker/aangeslotene is tot de VvE.
Voorts is het de commissie onduidelijk of het afgerekende verbruik gebaseerd is op meterstanden van de meters van de door de verbruiker/aangeslotene gehuurde bedrijfsruimte. Het zou dienstig zijn indien de verbruiker/aangeslotene een foto overlegt van de meters van de door hem gehuurde ruimte, waarop de meternummers te zien zijn. Het bedrijf ontleent de meterstanden aan de op de afrekeningen vermelde slimme meters (elektriciteit met nummer eindigend op 518 en gas eindigend op 720). Voorts dient de verbruiker/aangeslotene te verklaren of de andere appartementen in het gebouw over eigen gas- en elektriciteitsmeters beschikken.
Ten slotte wenst de commissie geïnformeerd te worden over de in het aanvullend verweer vermelde volmacht die de verbruiker/aangeslotene heeft gegeven aan de vertegenwoordiger van het bedrijf. De commissie wil graag van het bedrijf horen wat die volmacht inhield. Betekent dat dat de verbruiker/aangeslotene niet zelf de overeenkomsten getekend heeft? Diende de volmacht om al vooraf op naam van de VvE gestelde overeenkomsten te tekenen?
De commissie wenst in elk geval op bovenstaande vragen een antwoord te krijgen. Zij verzoekt partijen schriftelijk op deze vragen in te gaan en verzoekt voorts uitdrukkelijk alle partijen op een nader te bepalen zitting digitaal of in persoon te verschijnen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verzoekt partijen schriftelijk op de gestelde vragen in te gaan en verzoekt voorts uitdrukkelijk alle partijen op een nader te bepalen zitting digitaal of in persoon te verschijnen.
Ieder verdere beslissing wordt aangehouden.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie zakelijk, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer mr. F.J. Pirard , de heer mr. C.M.H. Vlaanderen , leden, op 26 september 2024.