Onjuist advies van financieel adviseur kan notaris niet worden aangerekend

De Geschillencommissie




Commissie: Notariaat Zakelijk    Categorie: Schadevergoeding    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 256996/462408

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

In het geschil tussen een cliënte en een notaris, heeft de cliënte een klacht ingediend wegens een vermeend verkeerd advies van de notaris bij de overname van het bedrijf van haar vader. De cliënte stelt dat de notaris haar adviseerde om geen DGA te worden om sociaal verzekerd te blijven, wat uiteindelijk niet mogelijk bleek, waardoor zij geen recht heeft op een uitkering en onnodig premies heeft betaald. Ze vraagt om een schadevergoeding van € 10.000.

De notaris betwist de klacht en stelt dat het advies afkomstig was van de fiscaal adviseur van de cliënte, niet van hemzelf. Hij verwijst naar e-mails die dit ondersteunen en benadrukt dat hij handelde op basis van het advies van de fiscaal adviseur, wat hij mocht doen.

De commissie oordeelt dat de notaris terecht vertrouwde op het advies van de fiscaal adviseur en dat hij niet verantwoordelijk is voor de schade. Hoewel de notaris beter had kunnen communiceren dat hij niet verantwoordelijk is voor adviezen van derden, kan hem geen verwijt worden gemaakt. De klacht wordt ongegrond verklaard en de schadevergoeding afgewezen.

Volledige uitspraak:

in het geschil tussen

[naam], wonende te [plaats]

(hierna te noemen: de cliënte)
en

[notariskantoor], gevestigd te [plaats}

(hierna te noemen: de notaris).

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Notariaat zakelijk (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 27 september 2024 te Den Haag.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

De cliënte is in persoon ter zitting verschenen. Namens de notaris is verschenen de heer mr. J.P.W.V. Hopmans. Beide partijen hebben digitaal aan de zitting deelgenomen.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft een vermeend verkeerd advies van de notaris, waardoor de cliënte schade heeft geleden.

Standpunt van de cliënte

Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De cliënte stelt dat de notaris een verkeerd advies heeft gegeven. Hij adviseerde bij de overname van het bedrijf van de vader van de cliënte om geen DGA te worden en hierdoor sociaal verzekerd te blijven.

Het blijkt in de situatie van de cliënte niet mogelijk om sociaal verzekerd te blijven, waardoor er nu geen recht is op een uitkering én er onnodig premies zijn betaald. De notaris geeft aan dat sprake is van een advies van de accountant, omdat het een fiscale kwestie betreft. De cliënte verzoekt om een schadevergoeding van € 10.000,–.

Standpunt van de notaris

Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De cliënte verwijst voor haar stelling dat de notaris haar zou hebben geadviseerd om geen DGA te worden en hierdoor sociaal verzekerd te blijven naar een e-mail van 14 december 2021. Uit deze e-mail blijkt het door haar gestelde niet en ook overigens heeft zij voor haar stelling geen bewijs aangeleverd. Sterker nog: een eerste bespreking over de overname van het bedrijf van de vader van de cliënte is op advies van de notaris uitgesteld tot een fiscaal adviseur aanwezig kon zijn en daarnaast wordt in de e-mail van

14 december 2021 door de notaris uitdrukkelijk verwezen naar de e-mail van de fiscaal adviseur van de cliënte en daarbij wordt door de notaris aangegeven dat die e-mail de basis is voor de door de notaris aangeleverde stukken. De notaris stelt – met verwijzing naar een recente uitspraak van de Kamer voor het Notariaat ’s-Hertogenbosch – dat hem geen verwijt valt te maken.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld, zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelend notaris.

In de e-mail van 24 november 2021 van de fiscaal adviseur van de cliënte, gericht aan de notaris en aan de cliënte, wordt aangegeven dat de cliënte en haar zus beiden in loondienst blijven bij het bedrijf dat zij van hun vader zullen overnemen. De fiscaal adviseur merkt daarbij op dat zij, omdat zij beiden niet de volledige zeggenschap hebben, tegen hun wil in ontslagen kunnen worden. Hij stelt dat dit betekent dat ze niet kwalificeren als DGA en daarom kunnen ze sociaal verzekerd blijven.

Door de notaris wordt in zijn e-mail van 14 december 2021, waarbij hij een concept akte houdende verkoop en levering van aandelen aan de cliënte, haar zus en vader toestuurt, opgemerkt dat de akte is opgesteld op basis van de e-mail van 24 november 2021 van de financieel adviseur.

De commissie is van oordeel dat de notaris hiermee duidelijk heeft gemaakt dat hij is afgegaan op het advies van de financieel adviseur. De commissie is voorts van oordeel dat de notaris dat ook mocht doen.

Het advies van de financieel adviseur is stellig en zonder voorbehoud gegeven. De notaris mocht erop vertrouwen dat deze informatie juist is en aan hem is niet gevraagd zelf nog een beoordeling te geven van het advies van de financieel adviseur. Daarnaast is van belang dat de financieel adviseur door de cliënte zelf is ingeschakeld. Deze was niet werkzaam voor of ten dienste van de notaris.

Wel merkt de commissie nog op dat de notaris er goed aan had gedaan in zijn correspondentie met de cliënte uitdrukkelijk te vermelden dat adviezen van door de cliënte ingeschakelde derden niet door hem beoordeeld zullen worden en hij uitgaat van de juistheid van die adviezen en daarvoor geen verantwoordelijkheid draagt. Dat hij dit niet heeft gedaan, maakt echter niet dat de notaris hiervoor een verwijt gemaakt kan worden.

Gelet op bovenstaande is de commissie van oordeel dat niet is vastgesteld dat de notaris in deze niet heeft gehandeld, zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelend notaris.

Van schade door toedoen van de notaris is niet gebleken. Het verzoek tot schadevergoeding wordt daarom afgewezen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie:

–        verklaart de klacht van de cliënte ongegrond;

–        wijst af de vordering tot schadevergoeding.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat zakelijk, bestaande uit de heer mr. A.G.M. Zander, voorzitter, de heer mr. M. de Waal, de heer W.F. de Ruijter, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 27 september 2024.

Print/PDF