
Commissie: Energie Prijsplafond
Categorie: Energie Prijs Plafond
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
226217/235981
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Aan deze uitspraak ligt een energieleveringsovereenkomst tussen consument en ondernemer ten grondslag. Meer specifiek gaat het geschil over de prijsplafondregeling. De consument stelt zich hierbij op het standpunt dat de ondernemer het energieplafond verkeerd heeft berekend, en dat zijn afrekening energiekosten daarom te hoog is. Daarentegen is de ondernemer van mening dat de berekening van de consument onjuist is. Deze stelt dat 15 kubieke meter van periode 4 naar periode 6 is verschoven, waardoor hij duurder heeft moeten afrekenen. Echter, is hierbij slechts de hoeveelheid kubieke meters waarover de prijsplafondkorting wordt berekend veranderd.
Wat is de beslissing?
De commissie volgt de redenering van de ondernemer. Er moet gekeken worden naar het gemiddelde aantal kuub dat per periode mag worden verbruikt onder de prijsplafondregeling. Hieruit volgt dat de commissie de klacht van de consument ongegrond verklaart.
De volledige uitspraak
De consument stelt dat de ondernemer de prijsplafondregeling niet goed heeft toegepast. Basis van de prijsplafondregeling is echter dat over de in aanmerking te nemen periode van 2023 het gemiddelde van de in die periode geldende tarieven wordt gehanteerd. De ondernemer heeft de regeling juist toegepast.
Beoordeling
Standpunt van de consument
Ondernemer voert de berekening energieplafond niet goed uit, zodat mijn afrekening energiekosten te hoog is. Het betreft de berekening over het gasverbruik. Ik verlang een aanvullende creditnota voor € 135,06.
Standpunt van de ondernemer
De consument heeft in de periode van 1 januari 2023 tot 11 juni 2022) recht gehad op het prijsplafondtarief. De consument mocht in die periode totaal 697 kubieke meter verbruiken om onder het prijsplafond te blijven. In die periode heeft de consument een verbruik gehad van 723 m³ waarvan voor 697 kubieke meter het prijsplafond tarief gehanteerd wordt. Verder wordt gekeken naar hoeveel de klant mag verbruiken voor het prijsplafond en hoeveel de klant daadwerkelijk heeft verbruikt. Daarna wordt berekend voor hoeveel procent van het verbruik het prijsplafond korting geldt en dat percentage wordt per periode gehanteerd.
Het prijsplafond is toegepast zoals de overheid heeft vastgesteld. Volgens de consument zou 15 m³ van periode vier naar periode zes geschoven zijn waardoor hij meer zou moeten afrekenen tegen het volgens hem zeer dure tarief. Het verbruik is niet verschoven; alleen het aantal kubieke meters waarover de prijsplafondkorting wordt berekend. De berekening over hoeveel kuub men prijsplafond korting hoort te krijgen, wordt op de volgende manier gedaan, er wordt gekeken naar het totale verbruik van 2022/ 2023. Vervolgens wordt gekeken naar hoeveel kuub er verbruikt mocht worden om onder het prijsplafond te blijven. Belangrijk hierbij is om te weten dat niet naar het aantal kuub per maand of per periode wordt gekeken, maar naar de gehele periode waarin men recht heeft op prijsplafond korting. De berekening van de consument klopt niet.
Oordeel van de commissie
De commissie onderschrijft het standpunt van de ondernemer. De consument miskent dat de ondernemer in het kader van de prijsplafondregeling gehouden is over de in aanmerking te nemen periode van 2023 het gemiddelde van de in die periode geldende tarieven te hanteren. De klacht treft geen doel.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend.
Aan de ondernemer wordt € 196,81 overgemaakt.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie Prijsplafond, bestaande uit mr. D.J. Buijs, voorzitter, mr. F.J. Pirard en mr. P. P. van der Neut, leden, op 25 januari 2024.