Commissie: Post
Categorie: Overeenkomsten met geadresseerden
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
POS98-0037
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Onderwerp van het geschil is de onjuiste uitvoering door PTT van een tussen partijen overeengekomen vakantieservice overeenkomst en de aansprakelijkheid hiervoor van PTT. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak: De PTT vakantieservice heeft ondanks mijn opgave de post niet doorgestuurd naar het volledige [buitenlandse] adres. Men vergeet [de bestemmingsplaats] te vermelden met als gevolg veel zoekgeraakte post. Voor de schade heb ik PTT aansprakelijk gesteld doch zij wijzen gevolgschade af. Evenwel volgens de algemene voorwaarden voor postzendingen kan de Post zich niet beroepen op uitsluiting of beperking van aansprakelijkheid voor zover de schade is ontstaan uit hun eigen handelen of nalaten (artikel 8.10). De post zorgt voor adressering en vergeet de bestemmingsplaats te vermelden. Dom, dom, dom. Toen ik de fout van PTT bemerkte en met PTT in contact probeerde te komen bleek het opgegeven gratis servicenummer niet vanuit het buitenland te bereiken. PTT bleek overigens nauwelijks bereikbaar. Ik heb voor plus minus ƒ 1.125,– besteed aan telefoonkosten terzake deze klacht. Verder heb ik nooit mijn steunzolen ontvangen die vooruit betaald waren en mij per post zijn toegezonden. De consument verlangt een vergoeding van ƒ 1.385,–. Standpunt van PTT Het standpunt van PTT luidt in hoofdzaak. De consument heeft in de periode van 28 december 1997 t/m 8 maart 1998 gebruik willen maken van de Vakantieservice van PTT Post. Hij vulde een aanvraag in voor doorzending naar een adres in [het buitenland]. Aangezien bij het verblijf aldaar de post uitbleef, heeft hij naar zijn zeggen veelvuldig getracht om met de Klantenservice van PTT Post in contact te komen. Uiteindelijk bleek hem dat bij deze doorzending geen plaatsnaam werd vermeld. Als gevolg hiervan heeft de consument schade geclaimd, vanwege de vermiste steunzolen (ƒ 260,–). De [manager klantenservice] heeft ƒ 56,60 toegekend, maar de aansprakelijkheid afgewezen. PTT Post betreurt de gemaakte fout van één van haar medewerkers, waardoor geen plaatsnaam bij de het doorzendadres is opgenomen. Het bedrijf realiseert zich dat dit de consument irritatie en kosten heeft veroorzaakt. PTT Post acht de gemaakte fout wel voorstelbaar. Het aanvraagformulier is (anders dan volgens de instructie) met een schrijfmachine ingevuld, waardoor de tekst soms door de belijning loopt en soms – met name een drieregelig adres – in het geheel niet binnen de daartoe bestemde hokjes staat. Het doorzenden van postzendingen gebeurt op basis van een overeenkomst met een geadresseerde als bedoeld in artikel 17.1 van de algemene voorwaarden onder d. Dus ook op dit vervoer (volgens de definitie in de Postwet het geheel van handelingen dat ertoe leidt dat een aangeboden zending wordt afgeleverd) zijn de algemene voorwaarden PTT Post van toepassing. In geval een dergelijke overeenkomst niet (volledig) wordt nagekomen is het gebruikelijk dat PTT Post onverplicht en naar rato het door de consument voor de overeenkomst betaalde bedrag restitueert. Sinds medio mei 1998 wordt – mede naar aanleiding van de vraag van de consument – een bevestiging van het opgegeven adres aan de klant verstuurd. De algemene voorwaarden van PTT Post BV regelen de condities waarop de door PTT Post aangeboden diensten terzake van het vervoer van postzendingen worden verricht. Opdrachten tot vervoer van postzendingen worden alleen uitgevoerd op die condities, tenzij door partijen uitdrukkelijk anders is overeengekomen. Een overeenkomst op afwijkende voorwaarden wordt schriftelijk vastgelegd. De algemene voorwaarden PTT Post BV liggen op alle postkantoren ter inzage. Zij worden op verzoek gratis verstrekt. De toepasselijkheid en verkrijgbaarheid van de algemene voorwaarden is aangegeven op deel C van de aanvraag vakantieservice dat aan de consument is uitgereikt. Hij heeft derhalve voldoende gelegenheid gehad kennis te nemen van de voorwaarden waaronder hij de overeenkomst aanging. De aansprakelijkheid van PTT Post BV voor schade die voortvloeit uit het vervoer van postzendingen is vastgelegd in artikel 7 van de Postwet en nader uitgewerkt in artikel 8 van de algemene voorwaarden van PTT Post BV. Het komt er in hoofdzaak op neer dat PTT Post slechts tegenover de afzender aansprakelijkheid aanvaardt voor schade die voortvloeit uit een de behandeling van postzendingen met de aanvullende diensten “aantekenen”, “verzekerd vervoer” en “postpakket” naar het buitenland. Een werkfout van een medewerker is niet aan te merken als opzet of roekeloosheid van het bedrijf; een beroep op artikel 8.10 van de algemene voorwaarden wijs ik daarom af. De claim van [de consument], geadresseerde van postzendingen die niet tot bovenstaande categorieën behoren, valt derhalve buiten de aansprakelijkheid. Deze aansprakelijkheidsbeperking vindt zijn oorzaak in het feit dat PTT Post dagelijks circa 21 miljoen postzendingen vervoert. Bij een dergelijke omvang van de bedrijfsvoering zijn de risico’s zonder aansprakelijkheidsbeperking niet meer goed te overzien. Hierdoor zou het gevaar ontstaan dat de tarieven zeer hoog zouden worden, wat maatschappelijk gezien ongewenst wordt geacht. De beslissing van de manager Klantenservice Leeuwarden, om slechts de kosten van de overeenkomst naar rato te vergoeden, is juist. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen: Het standpunt van PTT met betrekking tot de beperking van haar aansprakelijkheid voor overeen komsten als de onderhavige is juist. De door een medewerker van PTT gemaakte fout is als een werkfout van een medewerker van PTT te kwalificeren en niet als een opzettelijke fout van PTT als organisatie, wetende dat deze schade zou omstaan. Dit leidt er toe dat de klacht ongegrond is. Overigens is de gemaakte fout alleszins begrijpelijk, gelet op de rommelige wijze waarop de consument het aanvraagformulier heeft ingevuld en dat de vertegenwoordiger van PTT ter zitting toonde. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Post op 3 november 1998.