Commissie: Waterrecreatie
Categorie: huurovereenkomst / Niet-nakoming overeenkomst
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
226522/236514
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak betreft een geschil over een huurovereenkomst van een boot tussen consument en ondernemer. Voor de huur van de boot heeft de consument vooraf huur, schoonmaakkosten en borg betaald. Na een gewijzigde opstaptijd en -locatie, ondervond de consument de boot van de ondernemer in zulke slechte staat dat hij per direct de huurovereenkomst heeft geannuleerd. Zo ontbrak er een scheepstoilet en was er slecht onderhoud gepleegd aan mast en zeilen. Tot op heden is de huursom door de ondernemer nog niet terugbetaald. Volgens de ondernemer is er aan de consument één dag compensatie en de schoonmaakkosten betaald.
Wat is de beslissing?
De commissie stelt dat het onweersproken is dat de ondernemer tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst. Zo had de boot meerdere gebreken en is deze te laat aangeleverd. Daarom is de commissie van mening dat een schadevergoeding ter grootte van de huursom en de schoonmaakkosten op zijn plaats is. Dat de ondernemer dit weerspreekt doet hier niks aan af. Het geboden bedrag door de ondernemer is niet conform de afspraken van partijen, waardoor de ondernemer voor het gehele schadebedrag aansprakelijk is. De commissie acht de klacht van de consument gegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Waterrecreatie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. De mondelinge behandeling heeft op 11 maart 2024 plaatsgevonden. De consument is digitaal ter zitting verschenen. De ondernemer is zonder bericht van verhindering niet verschenen.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de hoogte van de schadevergoeding die de ondernemer aan de consument dient te betalen voor de tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.
De consument heeft een boot gehuurd van de ondernemer voor de periode 31 juli 2023 (opstaptijd 14:00) tot en met 4 augustus 2023 (afstaptijd 10:00). De consument heeft voor de boot € 780,– aan huur, € 50,– aan schoonmaakkosten en € 500,– aan borg betaald. Op de dag van vertrek, 31 juli 2023, liet de ondernemer weten dat de opstaptijd was gewijzigd van 14:00 naar 18:00 wegens schade aan de mast van de boot. De consument is met de gewijzigde opstaptijd akkoord gegaan. De boot en de ondernemer waren echter om 18:00 niet aanwezig in de afgesproken haven. De ondernemer heeft de consument vervolgens gevraagd om naar een andere haven te rijden. Eenmaal aangekomen in de andere haven zag de consument de gehuurde boot liggen. De boot was slecht onderhouden. De mast van de boot had geen bevestigde verstaging of aangeslagen zeilen. Daarnaast ontbraken het naambordje, de wimpel en het scheepstoilet. De ondernemer suggereerde dat hij de boot binnen een half uur in orde kon maken. Hij kon echter niet meer zorgen voor een naambordje, wimpel en scheepstoilet. Wel kon hij een losse Porta Potti in de boot zetten. De consument heeft wegens voornoemde staat van de boot de huurovereenkomst op 31 juli 2023 om 19:00 geannuleerd. De ondernemer heeft, ondanks herhaaldelijk verzoek daartoe, tot op heden niet de volledige huursom en schoonmaakkosten voor de boot terugbetaald aan de consument. De ondernemer heeft (slechts) de borg terugbetaald.
De consument verzoekt de commissie om te bepalen dat de ondernemer de volledige huursom en schoonmaakkosten van de boot aan de consument dient terug te betalen.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.
De consument heeft ingestemd met een vergoeding bestaande uit één dag compensatie, de borg, en de schoonmaakkosten. De ondernemer heeft de borg en één dag compensatie reeds betaald aan de consument. Ter onderbouwing heeft de ondernemer verschillende e-mails en Whatsappgesprekken tussen partijen overgelegd.
Beoordeling van het geschil
Als onweersproken is komen vast te staan dat de ondernemer tekortgeschoten is in de nakoming van de huurovereenkomst tussen partijen door (1) een boot aan de consument te verhuren die meerdere gebreken heeft en (2) de gehuurde boot te laat aan de consument beschikbaar te stellen. De consument heeft hierdoor schade geleden, omdat zij geen gebruik heeft kunnen maken van de door haar gehuurde boot. Zij begroot de schade die zij heeft geleden op de gehele huursom en de schoonmaakkosten (€ 830,–). De ondernemer betwist dat de consument recht heeft op een schadevergoeding van € 830,–, omdat partijen volgens hem al hadden afgesproken dat de ondernemer aan de consument een vergoeding zou betalen bestaande uit één dag compensatie, de borg, en de schoonmaakkosten.
De commissie constateert dat de ondernemer ook deze afspraak niet is nagekomen. Naar eigen zeggen heeft de ondernemer immers (slechts) de borg en één dag compensatie betaald aan de consument, maar niet de schoonmaakkosten. De consument heeft dan ook het recht deze vaststellingsovereenkomst te ontbinden en de ondernemer (alsnog) aansprakelijk te stellen voor het gehele schadebedrag, zoals zij heeft gedaan. De commissie zal gelet hierop bepalen dat de ondernemer aan de consument de gehele huursom en de schoonmaakkosten dient terug te betalen, verminderd met het na indiening van de klacht en de ontbinding op 15 september 2023 door de ondernemer per bank betaalde bedrag van € 180,–.
Klachtengeld
Nu de consument in het gelijk wordt gesteld dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 102,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Behandelingskosten
De commissie zal voorts bepalen dat de ondernemer als de in het ongelijk gestelde partij overeenkomstig het reglement van de commissie behandelingskosten aan de commissie verschuldigd is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de consument gegrond;
– bepaalt dat de ondernemer aan de consument binnen twee weken na ontvangst van dit
bindend advies € 650,– dient te betalen;
– bepaalt dat de ondernemer eveneens binnen twee weken het door de consument
betaalde klachtengeld van € 102,50 aan haar vergoedt;
– bepaalt dat de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie aan de
commissie behandelingskosten verschuldigd is.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie, bestaande uit de heer mr. J.N. de Blécourt, voorzitter, de heer M. Bakker, mevrouw mr. M. Lodewijkx – Spithoff, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. R.H.W. Theuns-van Waasdijk, secretaris, op 11 maart 2024.