Onrechtvaardige eenzijdige wijziging van halve dagen in opvangovereenkomst naar hele dagen

De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: eenzijdige wijziging overeenkomst    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 253781/387531

De uitspraak:

in het geschil tussen

mevrouw [naam], wonende te Moerkapelle
(hierna te noemen: de consument)

en

Kinderopvang [naam] B.V., gevestigd te Zoetermeer
(hierna te noemen: de ondernemer).

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Kinderopvang (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 10 september 2024 te Den Haag.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. De consument was met haar partner bij de zitting aanwezig. Namens de ondernemer zijn mevrouw [naam] (locatiemanager) en mevrouw [naam] (eigenaar) ter zitting verschenen.

Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.

Onderwerp van het geschil

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de vraag of eenzijdige wijziging van de overeenkomst gerechtvaardigd is.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

In januari 2024 kwam de consument erachter dat de ondernemer over heel 2023 en januari tot en met half februari 2024 drie dagen opvang per week in rekening heeft gebracht in plaats van tweeënhalve dag. De consument heeft voor beide kinderen een overeenkomst voor tweeënhalve dag.

De ondernemer stelt in de nieuwsbrief van oktober 2022 te hebben aangegeven dat het afnemen van halve dagen per 2023 niet meer mogelijk zou zijn. De consument was hiervan niet op de hoogte omdat zij de nieuwsbrief niet heeft gelezen. In ieder geval is de consument niet verzocht door te geven of zij twee of drie dagen opvang wenst.

De consument heeft haar kinderen tweeënhalve dag naar de opvang gebracht en kreeg zelfs te horen dat haar kinderen in de middag van de derde opvang dag niet welkom waren. De ondernemer heeft dus drie dagen in rekening gebracht, maar de consument heeft maar tweeënhalve dag afgenomen.

Toen de consument hierover contact heeft opgenomen met de ondernemer, heeft de ondernemer voorgesteld om de tarieven met terugwerkende kracht opnieuw te berekenen. Voor een halve dag opvang rekent de ondernemer dan 75% van de dagprijs. Dit bevreemdt de consument omdat eerder is aangegeven dat het afnemen van halve dagen opvang niet meer mogelijk was.

Daarnaast heeft de ondernemer besloten om op hele dagen niet de gebruikelijke 10,5 uur in rekening te brengen, maar dit te verhogen naar 11,5 uur.

De consument vordert vergoeding van de te veel gemaakte kosten ter hoogte van € 5.793,70.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

In juli 2022 liet de consument aan de ondernemer weten de overeenkomst te willen wijzigen met ingang van 1 september 2022 naar tweeënhalve dag opvang per week, te weten maandag en donderdag de hele dag en woensdag tot 13:00 uur. De ondernemer heeft uit coulance de overeenkomsten van beide kinderen op 28 juli 2022 aangepast.

Op 19 januari 2024 heeft de consument een e-mail naar de ondernemer gestuurd met de mededeling dat de ondernemer te veel in rekening heeft gebracht over het jaar 2023. De consument verzocht terugbetaling van een bedrag van € 5.793,70. De consument is het niet eens met de uitleg van de ondernemer en was niet bereid om op kantoor van de ondernemer te komen voor nadere toelichting.

De consument ontvangt vanaf het begin van de opvang regelmatig nieuwsbrieven en e-mails. De consument reageert regelmatig op de berichten die worden gestuurd, waardoor de ondernemer van mening is dat de consument de nieuwsbrieven en e-mails wel degelijk ontvangt en leest.

De consument heeft op 9 februari 2023 een e-mail ontvangen waarbij zij duidelijk naar de voorwaarden van de tarieven van 2023 wordt verwezen. Op 9 mei 2023 ontstond een soortgelijke discussie waarbij de ondernemer de voorwaarden van de tarieven van 2023 nogmaals als bijlage in een aparte e-mail naar de consument heeft verstuurd.

In november 2023 is nog contact geweest met de consument over facturen naar aanleiding van een tariefsverhoging. De consument vroeg naar de verschillende factuurbedragen tussen 2023 en 2024 en begreep de uitleg van de ondernemer, maar heeft toen geen vragen gesteld over facturen van 2022.

De ondernemer heeft zonder de claim van de consument te verifiëren de facturen van december 2023 gecrediteerd en de restitutie van € 2.664,18 op 29 januari 2024 naar de consument overgemaakt. Voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 15 februari 2024 heeft de ondernemer ook de facturen gecrediteerd. Ook is de ondernemer coulant geweest ten aanzien van de opzegtermijn, maar hiermee is de consument niet tevreden.

Beoordeling van het geschil

De situatie
De twee kinderen van de consument maken sinds respectievelijk 2020 en 2022 gebruik van de opvang van de ondernemer. Het jongste kind van de consument heeft sinds 2022 een overeenkomst voor tweeënhalve dag opvang per week. Ten aanzien van het oudste kind van de consument is voor beide partijen niet duidelijk of sprake is van een overeenkomst voor tweeënhalve dag opvang per week, of dat de oude overeenkomst uit 2020 nog geldt waarin twee dagen opvang per week is overeengekomen.

Niet tussen partijen staat ter discussie dat beide kinderen van de consument in heel 2023 en de eerste twee maanden van 2024 dezelfde uren opvang hebben afgenomen, namelijk tweeënhalve dag per week.

Na een adviestraject met de oudercommissie heeft de ondernemer besloten om voor alle overeenkomsten geen halve dagen meer aan te bieden. Ter zitting heeft de ondernemer uitdrukkelijk bevestigd dat dit besluit niet alleen op de nieuwe overeenkomsten, maar ook op de lopende overeenkomsten ziet.

Daarnaast heeft de ondernemer besloten om op hele dagen niet de gebruikelijke 10,5 uur in rekening te brengen, maar dit te verhogen naar 11,5 uur. Bovendien heeft de ondernemer besloten een hoger uurtarief te rekenen voor het geval tóch nog halve dagen worden afgenomen.

Samengevat verwijt de consument de ondernemer dat de overeenkomst op drie punten eenzijdig is gewijzigd:
– Ondanks de overeenkomst geen halve dagen meer aanbieden
– Meer uren in rekening brengen op de hele dagen
– Hoger uurtarief voor de halve dagen opvang

Is sprake van een eenzijdige wijziging van de overeenkomst?
De ondernemer heeft uitdrukkelijk aangegeven dat het besluit geen halve dagen meer aan te bieden, ook geldt voor lopende overeenkomsten. Naar het oordeel van de commissie betreft dit het openbreken en het eenzijdig wijzigen van de lopende overeenkomsten.

Op grond van artikel 15 van de Algemene Voorwaarden die deel uitmaken van de overeenkomst die partijen met elkaar hebben gesloten, heeft de ondernemer het recht om de overeenkomst eenzijdig te wijzigen op grond van zwaarwegende redenen. Volgens dit artikel zijn zwaarwegende redenen in ieder geval wijziging van wet- en regelgeving dan wel bedrijfseconomische omstandigheden en personeelskrapte die de continuïteit van de locatie waar het kind is geplaatst in gevaar brengen.

De ondernemer heeft op geen enkele wijze onderbouwd waarom sprake zou zijn van een zwaarwegende reden die de eenzijdige wijziging van de overeenkomst rechtvaardigt. Dat de oudercommissie met de wijziging heeft ingestemd en de ouders vooraf waren geïnformeerd, is hiervoor niet relevant.

De lopende overeenkomsten kunnen dan ook niet eenzijdig worden gewijzigd. Dit betekent dat voor de overeenkomst van het jongste kind van de consument slechts voor tweeënhalve dag opvang betaald hoeft te worden. Naar het oordeel van de commissie geldt voor het oudste kind van de consument hetzelfde. De omstandigheid dat hieraan (wellicht) geen overeenkomst van tweeënhalve dag opvang per week ten grondslag ligt, maakt de feitelijke situatie dat vanaf 2023 tweeënhalve dag opvang per week is afgenomen niet anders. De ondernemer heeft dit namelijk laten voortduren.

Meer uren en hoger uurtarief voor halve dagen
Het bovenstaande geldt ook voor het besluit van de ondernemer om het aantal uren opvang per dag te verhogen van 10,5 uur naar 11,5 uur en de verhoging van het uurtarief in het geval alsnog halve dagen opvang worden afgenomen. Het verhogen van het aantal uren is ook aan te merken als een eenzijdige wijziging van de overeenkomst waarvoor een zwaarwegende reden ontbreekt.

Op grond van artikel 16 van de Algemene Voorwaarden is de ondernemer bevoegd de overeengekomen prijs te verhogen. De ondernemer kondigt een dergelijke prijswijziging van tevoren aan. De prijswijziging gaat niet eerder in dan één kalendermaand, vermeerderd met één week na de aankondiging. De commissie is niet gebleken dat de ondernemer de consument voortijdig heeft geïnformeerd over de prijswijziging voor de halve dagen opvang. De ondernemer heeft immers slechts aangegeven dat het niet meer mogelijk was om halve dagen opvang af te nemen.

Naar het oordeel van de commissie is de klacht op alle onderdelen gegrond.

Aanbod ondernemer en compensatie
De ondernemer heeft voorgesteld de halve dagen opvang te compenseren tegen 75% van het uurtarief. Op grond van het bovenstaande volgt de commissie dit aanbod niet en houdt de ondernemer aan het uurtarief zoals afgesproken in de overeenkomst.

De consument vordert vergoeding van de te veel gemaakte kosten ter hoogte van € 5.793,70. De kern van deze berekening wordt door de ondernemer niet betwist. De ondernemer heeft slechts het in de berekening gehanteerde uurtarief betwist. De commissie volgt dan ook de berekening van de consument en maakt dat tot het hare. Het bedrag van € 5.793,70 dient dan ook aan de consument te worden vergoed.
Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de consument op alle onderdelen gegrond;
– bepaalt dat de ondernemer een bedrag van € 5.793,70 aan de consument dient te vergoeden;
– bepaalt dat de ondernemer aan de consument vergoedt het door haar betaalde klachtgeld van € 25,–.

Bovengenoemde betalingen dienen plaats te vinden binnen 14 dagen na verzending van dit bindend advies.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer Y. Dragstra, de heer drs. H. Grachten, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. S.M.E. Balfoort, secretaris, op 10 september 2024.