Ontbinding overeenkomst niet gerechtvaardigd

De Geschillencommissie




Commissie: Tweewielers    Categorie: Opzegging overeenkomst    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 225454/231842

De uitspraak:

Waar gaat het over?

De consument kocht op 2 mei 2023 een elektrische fiets voor € 4.136,45. De fiets vertoonde herhaaldelijk problemen met de trapondersteuning, ondanks twee eerdere reparaties, waarvan één in Italië tijdens een fietsvakantie. De consument weigerde een derde reparatie en wilde de koop ontbinden. De ondernemer was het hier niet mee eens en bood verdere reparatie aan.  De deskundige concludeerde dat het probleem eenvoudig te verhelpen was door vervanging van de koplamp en een software-update. De Geschillencommissie oordeelde dat ontbinding niet gerechtvaardigd was omdat herstel mogelijk was. Wel kreeg de consument € 60 terug voor de reparatiekosten in Italië. Andere kosten werden niet vergoed. De klacht werd deels gegrond verklaard.

Volledige uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 2 mei 2023 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een nieuwe elektrische fiets van het merk en typer Bulls Lacuba Evo 10 Fit Wave 740 Ah., tegen de door de consument te betalen prijs van 4.136,45.

De overeenkomst is op 3 mei 2023 uitgevoerd.

De consument heeft de klacht op 10 mei 2023 voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De nieuwe fiets functioneert na twee reparaties nog steeds niet goed. De ondernemer wil de fiets voor een 3e maal repareren. Daarvoor voelt de consument niet. De consument ontbindt de overeenkomst. De kosten in het buitenland gemaakt, die direct verband houden met het functioneren van de fiets, te weten de reparatienota van de Italiaanse dealer en de treinkosten om de fiets, waarvan de trapondersteuning was uitgevallen, wil de ondernemer niet vergoeden.

De eerste keer dat het gebrek zich voordeed was tijdens een fietsvakantie in Italië. De fiets werd aldaar gerepareerd. Terug in Nederland deed de storing zich opnieuw voor en is deze door de ondernemer hersteld.

In een gesprek op 25 mei 2023 met de ondernemer liet de consument weten geen vertrouwen meer in de fiets te hebben en deze te willen inruilen voor een andere fiets. De ondernemer stond daar niet onwelwillend tegenover, maar ging daarop niet verder door toen bleek dat de consument een fiets van het merk Specialized wilde hebben, die hij niet kon leveren. Vervolgens verzocht de ondernemer de consument t om de fiets die weer 100% in orde is op te halen. De fiets werd op 22 juni 2023 door de consument opgehaald. Er zou sprake zijn geweest van een vochtprobleem. Wel deelde de ondernemer op die dag mee dat nog een nieuwe koplamp moest worden gemonteerd. De koplamp trok na inschakeling veel stroom. De vervangende koplamp was nog niet beschikbaar, maar de consument kon gewoon met de fiets op vakantie.

Tijdens een fietsvakantie in de Alpen van 29 juni – 13 juli manifesteerden zich dezelfde problemen als tijdens de eerste fietsvakantie in Italië.

De consument wendde zich tot de Consumentenbond voor advies. Men gaf aan dat wanneer een probleem zich voor de 3e keer voordeed, op grond van de rechtspraak de koop kan worden ontbonden. Vervolgens ontbindt de consument de koop. Hiermee ging de ondernemer niet akkoord. Hij wilde dat de consument de fiets ter reparatie aanbood.

De ondernemer communiceert zeer beperkt en is verre van oplossingsgericht.

Naar aanleiding van het in opdracht van de commissie uitgevoerde onderzoek merkt de consument onder meer het volgende op.

Het onderzoek vond plaats in de winkel van de ondernemer omdat de deskundige een computer met de juiste apparatuur nodig had om zijn onderzoek te kunnen uitvoeren. Opvallend was dat het onderzoek al door de ondernemer in overleg met de fabrikant was uitgevoerd. De resultaten waren al geprint. De deskundige oordeelt dat de reparatie (technisch) mogelijk is. Dat is echter niet van belang. Wel is van belang dat er voor de derde keer gerepareerd moet worden en dat dat een wettelijke reden voor ontbinding van de koopovereenkomst is. De deskundige heeft niet zelf vastgesteld dat de koplamp de oorzaak van de problemen is. Het onderzoek leek zich te richten op het koplampje en niet op het feit dat er voor de derde keer uitval is onder vochtige/natte omstandigheden. Het rapport is nogal mager.

Ter zitting heeft de consument verder nog in hoofdzaak het volgende aangevoerd.

De aflevering van de fiets was vertraagd. Daardoor zat er weinig tijd tussen de aflevering en de geplande vakantie in Italië. Naar de mening van de consument werd op 25 mei 2023 tijdens het gesprek met de ondernemer overeengekomen dat de fiets zou worden vervangen. De consument blijft erbij dat als de fiets 3 maal uitvalt deze moet worden vervangen. De ondernemer bood geen andere fiets aan. De consument beroept zich voor wat betreft zijn recht op een vervangende fiets op artikel 7: 21 van het Burgerlijk Wetboek. De consument betwijfelt of de koplamp de oorzaak is van de problemen. Het is een vochtprobleem, Ook wordt het loshalen en plaatsen van de accu steeds moeilijker. De consument heeft gekozen voor vervanging en niet voor herstel. Om die reden bleef de fiets na 25 mei ’23 achter bij de ondernemer. Later heeft de consument de fiets opgehaald. De fiets was gerepareerd, maar de problemen bleven zich voordoen.

Op de coulance factuur van de ondernemer staan een aantal op verzoek van de consument gedane aanpassingen. Op de factuur staat niet dat daarmee de kosten die in Italië waren gemaakt worden verrekend. Dat was ook nooit besproken.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer betreurt de hele gang van zaken. In zijn bestaan is dit niet eerder voorgekomen. De ondernemer heeft de consument bij bericht van 27 juli 2023 uitgenodigd voor het stellen van een noodzakelijke diagnose. Daarop is de consument niet ingegaan. OP 29 november 2023 kon voor de eerste keer een diagnose worden gesteld in het kader van het onderzoek van de door de commissie ingeschakelde deskundige. Het bleek dat de fiets op eenvoudige wijze kon worden gerepareerd. Ook werd voorgesteld om de foutmelding in het systeem ook gelijk op te lossen. Dat wilde de consument niet.

Ontbinding is niet te rechtvaardigen als er een eenvoudige oplossing is voor de gemelde storing.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog in hoofdzaak het volgende aangevoerd.

De ondernemer wilde wel overleggen met de consument, maar de communicatie was moeizaam. De ondernemer vroeg naar de fiets die de consument wilde hebben, maar dat bleek een merk te zijn dat de ondernemer niet verkocht. Die moest elders worden gekocht. Op advies van de BOVAG nodigde de ondernemer de consument uit om de problemen in kaart te brengen. Daarop reageerde de consument niet. Omdat de fiets niet terugkwam kon niet worden beoordeeld of deze moest worden vervangen of kon worden hersteld.

De ondernemer kan zich verenigen met het rapport van de deskundige van de commissie.

Sommige fietsen hadden wat last van kinderziekten. Soms was de passing van de accu niet goed en moest deze worden vervangen. Vanaf januari 2024 is een modificatie beschikbaar. Bij het eerstkomende onderhoud van de fiets wordt de modificatie uitgevoerd. Na de aankoop heeft de ondernemer op verzoek van de consument enkele aanpassingen van de fiets gedaan. Dat was service en coulance en daarmee zijn de in Italië gemaakte kosten verrekend.

Deskundigenrapport

Oordeel van de klacht

De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft voor zover van belang het volgende vastgesteld.

Het gebrek betreft uitval van de trapondersteuning. De eerste keer was dit tijdens een vakantie in Italië. De fiets is daar gerepareerd, terug in Nederland is de storing opnieuw opgetreden en is door aanbieder hersteld. Vervolgens trad er weer een storing op, aanbieder bood aan dit te onderzoeken en te herstellen. Echter klager geeft aan dat er al twee reparaties zijn uitgevoerd en wil ontbinding van het koopcontract.

De omvang van de klacht(en): De klacht is niet zichtbaar aanwezig, maar middels de uitleesapparatuur van aanbieder vandaag inzichtelijk gemaakt. Er zijn een aantal storingen met betrekking tot de trapondersteuning veelvuldige keren opgetreden

Is herstel of reparatie technisch mogelijk?

Ja

Welke technische oplossing(en) is (zijn) er mogelijk?

In het bijzijn van klager, aanbieder en ondergetekende is de fiets uitgelezen. In samenwerking met de software ondersteuning FIT, is er vastgesteld dat het uitvallen van de ondersteuning wordt veroorzaakt door de koplamp van de fiets. Deze moet worden vervangen, de software krijgt dan een update en dan zal het probleem verholpen zijn. Ook de klachten van klager met betrekking tot de bijzondere vermeldingen op het display zullen na de update verleden tijd zijn.

Wat zullen de herstelkosten hiervan zijn (incl. BTW)?

De kosten van deze reparatie vallen onder de garantievoorwaarden en bedragen minder dan € 100,–

Toelichting op het rapport: Klager heeft desgevraagd aangegeven om de eenvoudige reparatie zoals in het rapport staat beschreven, niet te laten uitvoeren hangende het onderzoek. Klager wil ontbinding van het koopcontract omdat er al één keer in het buitenland is hersteld, en er is één keer door aanbieder hersteld. Klager heeft zich laten voorlichten door de consumentenbond. Volgens de aan hem verstrekte informatie is hieruit voor klager duidelijk geworden dat hij na 2 uitgevoerde reparaties recht heeft op ontbinding van het koopcontract.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

In dit geschil klaagt de consument over een herhaald optredend gebrek van zijn nieuwe fiets, te weten het wegvallen van de trapondersteuning. De consument stelt zich op het standpunt dat nu de fiets tweemaal zonder succes is gerepareerd hij gerechtigd is de koopovereenkomst te ontbinden.

De ondernemer voert verweer.

De commissie volgt grotendeels het standpunt van de ondernemer.

De commissie is van oordeel dat het enkele feit dat de fiets na een tweetal reparaties nog niet naar behoren functioneerde niet tot gevolg heeft dat de onderliggende koopovereenkomst steeds – zonder meer – kan worden ontbonden, zoals de consument bij herhaling stelt en om die reden de koopovereenkomst buitenrechtelijk heeft ontbonden.

Alvorens een consumentenkoopovereenkomst kan worden ontbonden moet aan meerdere vereisten zijn voldaan. In de eerste plaats moet sprake zijn van een gebrek c.q. van een tekortkoming in de nakoming aan de zijde van de ondernemer. De afgeleverde zaak moet niet aan de overeenkomst beantwoorden. Daarvan is in dit geschil sprake. Er is sprake van een storing. In een dergelijk geval voorziet de wet in de eerste plaats in herstel of vervanging. Ontbinding van de onderliggende koopovereenkomst is niet aan de orde als het gebrek zodanig gering is dat de ontbinding van de koopovereenkomst daardoor niet wordt gerechtvaardigd.

Ingevolge het bepaalde in artikel 7:22 lid 1 BW heeft in geval van een consumentenkoop, waarvan hier sprake is, ook de bevoegdheid om de koopovereenkomst te ontbinden. Echter het tweede lid van deze bepaling houdt in dat deze bevoegdheid pas ontstaat wanneer herstel of vervanging onmogelijk zijn, dan wel de verkoper in strijd met het bepaalde in artikel 7:21 lid 3 BW heeft gehandeld.

Uit het weliswaar door de consument bekritiseerde deskundigenonderzoek blijkt dat het gebrek zich voor eenvoudig herstel leent, zodat reeds om die reden van ontbinding geen sprake kan zijn.

De commissie gaat aan de bezwaren van de consument tegen het onderzoek van de deskundige voorbij. Het staat de deskundige vrij om het aan hem opgedragen onderzoek naar eigen inzicht uit te voeren. Niet gebleken is dat de deskundige niet objectief is geweest, noch is gebleken dat het onderzoek onvoldoende of te beperkt is geweest. De enkele omstandigheid dat de uitkomst van het onderzoek de consument niet welgevallig is, staat aan de juistheid van de bevindingen van de deskundige vanzelfsprekend niet in de weg. Bovendien heeft de consument zijn bezwaren niet nader onderbouwd met een rapport van een door hem ingeschakelde deskundige.

Dit oordeel van de commissie brengt mee dat de consument het recht behoudt om de fiets ter reparatie aan te bieden, waarbij tevens de voorhanden zijnde update kan worden geïnstalleerd.

In zoverre is de klacht van de consument dan ook ongegrond.

De commissie acht het klachtonderdeel dat betrekking heeft op de in het buitenland gemaakte reparatiekosten wel gegrond. De consument heeft in voldoende mate aannemelijk gemaakt dat de reparatiekosten verband houden met de storing. De ondernemer heeft weliswaar aangevoerd dat deze kosten zijn verrekend, maar daarvan is niet dan wel onvoldoende gebleken. De opgevoerde reiskosten komen naar het oordeel van de commissie niet voor vergoeding in aanmerking, nu deze kosten in Nederland zonder nadere afspraak tussen partijen, niet voor vergoeding in aanmerking komen, maar als kosten inherent aan het gebruik en het bezit van de betreffende zaak voor rekening komen van de eigenaar van die zaak.

De commissie zal de ondernemer veroordelen tot betaling van een bedrag van € 60,– aan de consument.

Op grond van het bovenstaande is de klacht van de consument gedeeltelijk gegrond.

De commissie acht termen aanwezig om de door de ondernemer te betalen kosten te matigen tot 50%.

Derhalve wordt beslist als volgt.

Beslissing

De commissie veroordeelt de ondernemer tot betaling van een bedrag van € 60,– aan de consument. De betaling van dit bedrag dient plaats te vinden binnen 4 weken na de verzenddatum van dit bindend advies.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Bovendien is de ondernemer gehouden tot vergoeding aan de consument van het door hem betaalde klachtengeld van € 38,75 en zal aan de ondernemer in overeenstemming met het reglement van de commissie een bijdrage van 50% in de behandelingskosten in rekening worden gebracht.

Aldus beslist en vastgelegd door de Geschillencommissie Tweewielers, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, mr. P.B. Vos en R. Vlasveld, leden, op 14 februari 2024.

Print/PDF