Ontbinding van de overeenkomst na gebrekkige realisatie van de aanbouw

De Geschillencommissie




Commissie: Elektro    Categorie: gebrekkige installatie / Ontbinding overeenkomst    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 257341/275267

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Deze uitspraak gaat over de overeenkomt tot levering van een aanbouw door de ondernemer aan de consument. De aanbouw, zoals overeengekomen, is nog steeds niet geleverd door de ondernemer. De consument is over het algemeen heel erg ontevreden over de werkzaamheden van de ondernemer. Er is geprobeerd meerdere gesprekken te voeren, en zelfs bemiddeld, met de ondernemer. Al deze pogingen waren niet vruchtbaar. Na het uitvoeren van een bouwkundig rapport zijn ook nog bouwkundige gebreken aan het licht gekomen van het werk dat tot nog toe is geleverd. De consument vordert een passend gelbedrag om de afbouw alsnog te realiseren. De ondernemer betuigt spijt voor hoe het verlopen is. Wat betreft het bouwkundig rapport is hij van mening dat veel werk nog uitgevoerd moet worden en dat een deel wel juist is uitgevoerd. De ondernemer verkeert momenteel in een staat van faillissement. De commissie heeft een deskundige ingeschakeld om de zaak te bekijken.

Wat is de beslissing?

De commissie volgt het rapport van de deskundige. Hieruit volgt dat de ondernemer gebrekkig werk heeft geleverd op een groot aantal punten. Uit het feit dat er meerdere gesprekken zonder resultaat zijn geweest, is nakoming niet meer aan de orde. Hierdoor zal een deel van de overeenkomst worden ontbonden, met gevolg dat de ondernemer het betaalde deel dient terug te betalen aan de ondernemer. De klacht van de ondernemer is dan ook gegrond.

De uitspraak

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Klussenbedrijven (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De commissie heeft een onderzoek laten doen door een deskundige die daarvan schriftelijk rapport heeft uitgebracht.

Het geschil is ter zitting behandeld op 17 oktober 2024 te Den Haag.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

De consument heeft ter zitting zijn standpunt toegelicht.

De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting zijn standpunt toe te lichten.

De consument werd ter zitting bijgestaan door diens echtgenote.

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 10 mei 2023 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het bouwen van een aanbouw ten behoeve van uitbreiding keuken. Daarvoor is de consument tot en met 24 mei 2023 in totaal in rekening gebracht en betaald
€ 31.500,–.

De consument heeft op 9 augustus 2023 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Op 10 juli 2023 is de ondernemer gestart met de opdracht.

Tot op de dag van vandaag is de aanbouw niet gereed. Waterslagen ontbreken, stucwerk is niet gereed en inmiddels laten nu ook nieuw gelegde tegels los en ontstaan er scheuren in het stucwerk.

Omdat wij wel graag tot een afronding en herstel willen komen van de aanbouw en het ons niet lukt, ondanks herhaaldelijke gesprekken, whatsapp berichten, huisbezoeken, veel begrip voor zijn thuissituatie en het aanbieden van hulp van andere VLOK leden, om tot concrete afspraken te komen, hebben wij bemiddeling@vlok.nl gevraagd om hierin een rol te spelen. Helaas is ook deze bemiddeling niet geslaagd. Ditzelfde geldt voor het in de stukken aangeduide vervolg op het “voorportaal overleg”. Ook dat heeft niet geresulteerd in enig succes.

Inmiddels hebben wij ook een bouwtechnische keuring laten uitvoeren waarin ook bouwkundige problemen naar voren komen.

In reactie op het rapport van de deskundige van de commissie breng ik het volgende onder uw aandacht. Een aantal punten zijn daarin opgevallen. Deze worden waarschijnlijk ter zitting besproken maar wij willen ze toch maar alvast benoemen: punt 6 Gevelopening. Hier stelt de deskundige, net als eerder al is benoemd in het rapport en de offerte van, dat op veel punten de kozijnen niet correct zijn. Maatvoering en montage zijn niet correct. De deskundige van de commissie beoordeelt het werk desondanks als “goed- en deugdelijk”, in welke conclusie de consument zich niet kan vinden. De deskundige van de commissie stelt voor om later te beoordelen of de aansluitingen van de kozijnen deugdelijk en voldoende luchtdicht zijn. Eerder wordt in het rapport vermeld dat “De werkwijze doet vermoeden dat de luchtdichtheid niet voldoet.”. Daar waar een rapport door derden een voorziening hebben opgenomen voor het vervangen van de kozijnen is deze in het deskundigenrapport niet opgenomen. Dat vindt de consument jammer. De commissie wordt gevraagd hier goed naar te kijken.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Ik blijf bij wat door mij is aangevoerd. Het klopt dat ik geen nakoming van de ondernemer wil maar een passend geldbedrag, waarmee wij zelf alles deugdelijk kunnen laten herstellen en afmaken. De ondernemer heeft alle kansen gehad om na te komen en die niet benut; duidelijk is dat daarom nakoming niet meer aan de orde kan zijn.

Het is jammer dat de ondernemer niet hier ter zitting is verschenen; volgens mij is ook hij helemaal klaar met deze zaak. Mij is niet bekend of de ondernemer inmiddels failliet is of is toegelaten in de wettelijke schuldsaneringsregeling. Ik ben met de ondernemer in zee gegaan omdat ik hem kende en vertrouwen had in zijn kunnen. We hadden ook een prima band.

Naar de draagconstructie met de balk zal nog afzonderlijk gekeken moeten worden. De kosten daarvan en van herstel bedragen € 3000,–. Ik vorder die ook.

Gevraagd naar de hoogte van mijn vordering, dan noem ik u een bedrag van meer dan € 18.000,- (te weten de optelsom van de twee hersteloffertes) Daar dienen de kosten van herstel van de tegels nog bijgeteld worden.

De kunststof kozijnen zijn beschadigd in het werk en kunnen niet opnieuw worden gebruikt. Ook de afmetingen van de kozijnen deugen niet. Boven zitten ze gelijk maar onder zit 3 mm verschil. Achteraf had beter voor 1 kozijn gekozen kunnen worden.

Het klopt dat de waterslagen niet zijn geleverd en ook niet zijn betaald. Het betreffende bedrag zou dan af moeten worden getrokken van het door de deskundige berekende bedrag van € 15.205,58 incl. BTW, want daar zit een bedrag van € 1.452,– in voor het leveren en aanbrengen van hardstenen waterslagen. Alles is betaald door ons, en vaak zelfs van tevoren, om de ondernemer te helpen. Er is geen meerwerk en er is dus ook geen meerwerk meer verschuldigd. Dat strookt ook met het standpunt van de ondernemer die geen geldbedrag vordert en ook niet een nog openstaand bedrag heeft opgegeven aan het secretariaat van uw commissie. Er is daarom ook niets in depot gestort.

Dat er geen meerwerk is, wordt nu dus ook door de ondernemer erkend. Het schilderwerk heb ik zelf gedaan; alleen het toilet is als meerwerk gedaan en daarvoor is betaald.

De consument verlangt partiele ontbinding van het door partijen overeengekomene waarbij de ondernemer wordt ontheven van de verplichting om nakomings- c.q. herstelwerkzaamheden uit te voeren en met terugbetaling door de ondernemer van een door de commissie te bepalen bedrag van in totaal meer dan € 18.000,–.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Om te beginnen wil ik mijn spijt betuigen over het verloop van de zaken bij de consument. Dit is nooit de bedoeling geweest en er is nooit sprake geweest van onwil. Echter is dit ontstaan door overmacht aan mijn zijde, dit zal later toelichten, en is een deel van het probleem, de financiële afwikkeling van de zijde van de consument.

Er is mij opdracht gegeven om werk uit te voeren wat niet in de offerte besproken is (zie meerwerkfactuur). Tot mijn verbazing zijn we nu toch bij de geschillencommissie. Na bemiddeling waren wij overeengekomen om Dynami bouwservice opdracht te geven om alle werkzaamheden af te ronden en of te herstellen, en wel nadat de betalingen waren gegarandeerd voor de openstaande hoofdfactuur € 1.000,- / meerwerkfactuur € 2.347,40. Echter werden er andere plannen gemaakt.

Nogmaals, ik wil graag aan mijn verplichtingen voldoen en zorgen dat dit zo spoedig mogelijk wordt uitgevoerd maar ik ben van mening dat eenieder zijn verplichtingen moet nakomen.

Aan het opdracht geven buiten de offerte om, zijn kosten verbonden: meerwerk. Tevens vind ik spierballentaal niet gepast en niet helpend om tot een oplossing te komen. Ik krijg het gevoel dat ik als kleine, startende ondernemer het moet opnemen tegen Goliath, en dat ik terecht word gesteld en zakelijk en privé wordt kapot gemaakt. Als lid van de VLOK word ik geenszins bijgestaan en het voelt dat ik als kleine ondernemer tegen een gewichtige partij bij voorbaat al in diskrediet sta en door mijn welwillendheid, onnozelheid en onervarenheid.

Er zijn door mij veel diensten en producten geleverd voor niks, maar ik moest ergens een grens trekken en heb ik van de gewerkte uren en geleverde materialen een factuur gemaakt. Er is door mij geen winst gemaakt, dit is voortgevloeid uit de vriendschap die er was.

Met de start van de gesprekken over de aanbouw stond het onderwerp geld heel erg centraal. Alles moest zo goedkoop mogelijk en waren er geen wensen over kwaliteit of duurzaamheid. En zo is er dan ook door mij gehandeld.

Er is nu een bouwkundig rapport opgemaakt, waarvan 75 % werk is wat nog moet worden uitgevoerd door mij of een andere aannemer. De rest van de punten kan ik weerleggen omdat die wel juist uitgevoerd zijn. Ik zal hier in een later stadium bewijs van aanleveren. Ik sta op het punt van faillissement en ben genoodzaakt om elke werkbaar uurtje te benutten en geen tijd of energie te besteden aan deze poppenkast. Ik voel mij slachtoffer van de wispelturigheid van de consument.

Mijn voorstel is dat de betalingsverplichtingen worden voldaan en ik dan direct de bouwservice de opdracht geef om alles af te ronden. Dit dan onder mijn regie.

Deskundigenrapport

De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.

Alleen de consument was aanwezig bij mijn onderzoek ter plaatse.

Het Nacontrole rapport van derde, datum keuring 2 januari 2024, is als leidraad voor mijn onderzoek gehanteerd.

Mijn vaktechnische beoordeling luidt als volgt:

1) Dak exterieur – Dakbedekking, bitumen:
Het afschot van het dak is niet toereikend om het hemelwater afdoende af te voeren naar de uitlopen. Vuil hoopt zich ter plaatse van plassen op, hetgeen een negatieve invloed heeft op de levensduur van de dakbedekking. Het uitgevoerde werk is niet als goed en deugdelijk beoordeeld.

2) Dak exterieur – Dakpannen:
Dakpannen rusten op het bitumen, hetgeen tot schade aan de dakbedekking leidt. Het uitgevoerde werk is niet als goed en deugdelijk beoordeeld.

3) Gevel dicht – Betimmering/afwerking:
Boeidelen en overstekbetimmering van de aanbouw zijn niet vakkundig aangebracht, er zijn geen ventilatievoorzieningen opgenomen, aansluitnaden verlopen sterk, overstekbetimmering loopt niet overal evenwijdig en zaagkanten zijn niet beschermd met verf. Het uitgevoerde werk is niet als goed- en deugdelijk beoordeeld.

4) Gevel dicht – Stucwerk:
Het buitenstucwerk is niet vlak afgewerkt, het vertoont hobbels en kuilen. Er zijn meerdere scheuren aanwezig in het buitenstucwerk. Het uitgevoerde werk is niet als goed en deugdelijk beoordeeld.

5) Gevel dicht – Voegwerk:
Ter plaatse van de gerealiseerde aanbouw ontbreken meerdere voegen in het gevelmetselwerk, hetgeen moet worden hersteld. Het uitgevoerde werk is niet als goed en deugdelijk beoordeeld.

6) Gevelopening – kozijn kunststof:
De kunststof kozijnen bestaan uit 3 delen die niet overal gelijk zijn in maatvoering, er zijn hoogteverschillen waargenomen van meerdere millimeters. Op foto’s in het dossier is te zien dat de kozijnen niet zijn geplaatst in een kader van spouwlatten. Van het middelste kozijn zakt de bovendorpel enigszins door, hetgeen mogelijk is doordat hij niet is vastgeschroefd op een spouwlat. Op foto’s in het dossier is tevens te zien dat de kozijnen zijn gesteld op het kalkzandsteen binnenspouwblad, waarna het binnenspouwblad is aangeheeld onder de kozijnen. Zonder destructief onderzoek is niet met zekerheid vast te stellen of en op welke wijze de aansluitingen rond de kozijnen luchtdicht gemaakt zijn. De werkwijze doet vermoeden dat de luchtdichtheid niet voldoet. Het uitnemen van de kozijnen en opnieuw plaatsen in een kader van spouwlatten is niet zondermeer mogelijk. Dit is alleen mogelijk bij het plaatsen van kozijnen die enkele centimeters kleiner zijn. De kosten die hiermee gemoeid zijn worden als buitensporig beschouwd. Het uitgevoerde werk is vooralsnog door mij als goed en deugdelijk beoordeeld.

Overwogen kan worden om in de winterperiode middels een warmtebeeldcamera te beoordelen of de aansluitingen voldoende luchtdicht zijn uitgevoerd.

De kozijnen zouden aan de buitenzijde worden voorzien van hardstenen waterslagen, hetgeen nog niet gebeurd is. Stroken volkern kunststof zijn door de klant aangebracht, hetgeen voorlopig de meeste regen buiten houdt. Het uitgevoerde werk is niet als goed en deugdelijk beoordeeld.

Keuken
7) Binnenwand – ligger/kolom
De bestaande balklaag is niet meer te zien. Op foto’s in het dossier zijn kunststof wiggen te zien. Deze zijn in de richting van de balk er onder gezet. Beter was om dit van de zijkant te doen en dan 2 tegen elkaar per balk. Het uitgevoerde werk is niet als goed en deugdelijk beoordeeld. De stalen balk is niet meer zichtbaar en van binnenuit gezien rechts is de oplegging van de stalen balk gestukt, er is geen scheur waarneembaar. Een ongelijkmatige krachtverdeling door puntlasten ter plaatse van de oplegging wordt dan ook niet vermoed. Op foto’s in het dossier is te zien dat de kwaliteit van het metselwerk ter plaatse van de oplegging discutabel is. Het uitgevoerde werk is vooralsnog niet als goed en deugdelijk beoordeeld.

Op foto’s in het dossier zijn L-vormige stalen liggers te zien die het kalkzandsteen binnenspouwblad boven de kozijnen ondersteunen. Aan de hand van deze foto’s is ingeschat dat het oplegvlak klein is, waarbij krachten uit deze liggers niet op een adequate wijze worden afgedragen aan de overige constructie. Het uitgevoerde werk is vooralsnog niet als goed en deugdelijk beoordeeld.

8) Plafond – Gipsplaat
Het keukenplafond en wanden vertonen diverse scheuren. Op foto’s van de consument is zichtbaar dat er gaas gebruikt is op de naden. Mogelijk is de rachelafstand te ver uit elkaar, hetgeen niet goed zichtbaar is op de foto’s van de consument. De overgang van het plafond van de keuken naar de woonkamer is niet afgewerkt. Het uitgevoerde werk is niet als goed en deugdelijk beoordeeld. Er is een scheur waargenomen in de muur waar de aanbouw aansluit op het bestaande metselwerk. Dit had voorkomen kunnen worden als het nieuwe metselwerk was ingetand in het bestaande metselwerk. Het uitgevoerde werk is niet als goed en deugdelijk beoordeeld.

9) Plafond – Sauswerk
Het sauswerk op plafond en wanden is nog niet gereed. Het uitgevoerde werk is niet als goed en deugdelijk beoordeeld.

10) Vloer – Tegelwerk
Het tegelwerk op de vloer klinkt op verschillende plekken hol, hetgeen duidt op een plaatselijke onthechting. Er is toegelicht dat plaatselijk reeds herstel heeft plaatsgevonden. Het uitgevoerde werk is niet als goed en deugdelijk beoordeeld.

Herstel is mogelijk op de wijze zoals in het slot van de rapportage schematisch staat weergegeven. Inclusief BTW bedragen de kosten daarvan € 15.205,58 inclusief BTW.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De bevindingen en conclusies van de deskundige worden door de commissie onderschreven en zij maakt die tot de hare. Dit voor zover hierna niet alsnog anders mocht worden beslist. Partijen hebben ook geen inhoudelijke bedenkingen aangevoerd tegen die bevindingen en conclusies, en die stroken ook met wat eerder in deze zaak door een derde is gerapporteerd.

De slotconclusie is dan ook gerechtvaardigd dat de ondernemer op een aanmerkelijk aantal onderdelen onder de maat heeft gepresteerd en/of het resultaat van werkzaamheden niet heeft hersteld of afgemaakt; een en ander zoals dat door de deskundige van de commissie is geduid in diens rapport.

De commissie verenigt zich met het standpunt van de consument dat van nakoming/herstel door de ondernemer geen sprake meer kan zijn. Juist is dat de ondernemer herhaald daartoe de gelegenheid is geboden, maar dat hij die mogelijkheden in belangrijke mate onbenut heeft gelaten. Daarbij komt dat de ondernemer zowel bij het bezoek ter plaatse door de deskundige als bij de zitting bij de commissie niet is verschenen. Aldus hebben zowel de deskundige als de commissie niet de zekerheid kunnen verkrijgen dat nakoming/herstel door de ondernemer nog een serieuze optie is.

Wat dan resteert als oplossing is gedeeltelijke ontbinding van het door partijen overeengekomene in die zin dat de ondernemer wordt ontheven van de verplichting om de door de deskundige noodzakelijk geoordeelde herstel-/nakomingswerkzaamheden uit te voeren. Daartegenover staat dan de ongedaanmakingsverplichting om een deel van het betaalde terug te betalen aan de consument, opdat die met dat bedrag in eigen beheer en voor eigen risico de vereiste nakomings-/herstelwerkzaamheden door een derde kan laten uitvoeren.

Voor de bepaling van dat bedrag gaat de commissie uit van het door de deskundige berekende bedrag van € 15.205,58 incl. BTW te verminderen met een bedrag van € 1.452,– incl. BTW voor het leveren en monteren van waterslagen, zijnde het bedrag van € 13.753,58 incl. BTW. Dat bedrag moet worden vermeerderd met de niet door de deskundige in diens berekening meegenomen (extra) kosten van herstel van de betegeling, te weten met € 153,04 (te weten € 126,48 + 21% BTW) +
€ 670,49 (te weten € 554,12 + 21% BTW).

Anders dan door de consument is bepleit, zal de commissie geen verhoging toepassen voor het aanpassen van het metselwerk onder de oplegvlakken van de stalen ligger. Genoegzaam is de commissie op basis van de foto’s en de tekeningen gebleken dat die zeer zwaar uitgevoerde balk verhoudingsgewijs weinig belast wordt, Ook de doorbuiging van deze stalen balk zal nauwelijks plaatsvinden waardoor de reactiekracht gelijkmatig verdeeld wordt op het metselwerk.
Controle van de reactiekrachten ter plaatse van de opleggingen zal hoogstwaarschijnlijk opleveren dat wel degelijk volstaan kan worden met handhaving van de manieren waarop die oplegdruk thans wordt afgedragen op het metselwerk. Concreet betekent dit dat de commissie geen bedrag van € 3.000,– zal bijtellen voor verbetering van de oplegconstructie op het metselwerk, welk bedrag daarvoor door de consument is genoemd.

Wel zal de commissie een bedrag van € 2.178,– (te weten € 1.800,– + 21% BTW) bijtellen voor vervanging van de kunststof kozijnen. Gelet op technisch onvolkomen wijze waarop die zijn gemonteerd, ontkomt de consument er niet aan om die door verkeerde inbouw beschadigde kozijnen te vervangen door nieuwe exemplaren en dan met montage op juiste wijze.

Aldus komt de commissie op het aan de consument toe te wijzen bedrag van € 13.753,58 +
€ 153,04 + € 670,49 + € 2.178,– = € 16.755,11.

Niet is komen vast te staan dat consument nog verschuldigd geworden bedragen achterstallig is te betalen. De commissie volgt hier – ook bij gebrek aan inhoudelijke tegenspraak van de ondernemer – het standpunt van de consument dat door hem al het verschuldigde is voldaan en dat het overeengekomen meerwerk zich heeft beperkt tot meergenoemd toilet. Er is ook geen reconventionele vordering door de ondernemer ingesteld en evenmin is in verband daarmee door de ondernemer aangedrongen op een depotstorting door de consument.

Nu terecht is geklaagd is de ondernemer op basis van het reglement van de commissie gehouden om ook het klachtengeld aan de consument te vergoeden, en ook om de bijdrage in de behandelingskosten van dit geschil te betalen. Die bijdrage wordt de ondernemer separaat bij factuur in rekening gebracht.

Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie:

Ontbindt het door partijen overeengekomen gedeeltelijk en wel als volgt:

– ontheft de ondernemer ten aanzien van al de door de deskundige van de commissie aangeduide onvolkomenheden van de verplichting tot nakoming/herstel;

– legt de ondernemer als ongedaanmakingsverplichting op de verplichting tot terugbetaling aan de consument van het bedrag van € 16.755,11.

Betaling van dat bedrag van € 16.755,11 dient plaats te vinden binnen dertig dagen na de verzenddatum van dit bindend advies.

Als die betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 250,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie de bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd.

Wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Klussenbedrijven, bestaande uit
mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, en Ing. G.J. van Ingen en mevrouw J.M.A. van Haren, leden,
op 17 oktober 2024.