Commissie: Afbouw
Categorie: gebreken / Ontbinding overeenkomst / Waarschuwing
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
248144/254521
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil draait om een overeenkomst tussen een consument en een ondernemer voor het leggen van een PU-gietvloer, waarvoor de consument €4.595,40 heeft betaald. Na installatie ontstonden scheuren in de vloer, die volgens de consument te wijten zijn aan gebreken in de ondervloer en onvoldoende voorbereiding door de ondernemer. De consument betoogt dat de scheuren niet door vloerverwarming kunnen zijn veroorzaakt en dat de ondernemer hem niet op de risico’s heeft gewezen. De ondernemer stelt dat de scheuren buiten de garantie vallen omdat de consument het verkeerde verwarmingsprotocol volgde. Een deskundige concludeerde dat de scheuren waarschijnlijk veroorzaakt zijn door spanningen in de oude cementdekvloer, die verzwakt was door het infrezen van de vloerverwarming. De commissie oordeelde dat de ondernemer verantwoordelijk is voor de gebreken omdat hij de ondervloer zonder voorbehoud heeft geaccepteerd en de consument onvoldoende heeft gewaarschuwd voor de risico’s. De overeenkomst wordt ontbonden en de ondernemer moet het betaalde bedrag aan de consument terugbetalen.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 5 oktober 2021 tussen partijen tot stand gekomen
overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een PUgietvloer tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 4.595,40.
De overeenkomst is uitgevoerd in november/december 2021.
De consument heeft op 27 september 2023 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Gietvloer gelegd, in de vloer zijn op 2 plaatsen grote scheuren ontstaan. De scheuren zijn
tot aan 5 meter in breedte. De vloer is onregelmatig, met onderbrekingen en opbollend.
Het wordt steeds erger.
Over het algemeen kan ik mij vinden in het deskundigenrapport. Toch heb ik nog wat
toevoegingen van mijn kant hierop. We begrijpen dat we niet onder de vloer kunnen
kijken, maar de verklaring dat de scheuren door de vloerverwarming zouden komen vind ik niet zo logisch. Beide scheuren, 1 in de keuken en 1 in de woonkamer lopen in dezelfde
richting. Die in de woonkamer loopt in de richting van de vloerverwarming, doch die in de
keuken loopt er dwars op. Ook ligt de vloerverwarming er met tussenruimtes van 10 tot
15 cm. Waarom zien we dan elders niet breuken verschijnen. Logischer vinden wij, dat er
mogelijk op de plaatsen waar de scheuren in de topvloer zijn ontstaan, er in de bestaande
betonvloer ook scheuren hebben gezeten. Zulke scheuren horen gegaasd te worden
voordat men er een laag overheen gaat doen. Het lijkt erop dat dit mogelijk niet is
gebeurd.
Verder: de scheuren in de toplaag bollen op. De ruimte tussen de afwerking laag en de
basis laag eronder is nu zo groot dat je een mespunt of je nagel eronder kunt zetten,
waarop er deeltjes afknappen. Dit zou niet moeten mogen dacht ik. Dit gaat nog steeds
verder. Verder heeft de deskundige aangegeven dat als je vloerverwarming gaat leggen
in een bestaande betonnen bodem, dat dan een gietvloer een tamelijk risicovolle vloer is
(juist vanwege scheuring).
Als dit zo is, waarom heeft de ondernemer ons dit dan niet afgeraden, hadden we voor
een ander vloertype kunnen kiezen. Ik ga ervanuit dat men deze risico’s kent. Verder zijn
de sleuven van de verwarmingsslangen door de ondernemer zelf afgedicht, daar wij niet
hiervoor een derde partij wilde inhuren of het zelf doen. Dat de ondernemer gestart is
met het leggen van de vloer geeft aan dat ze akkoord zijn gegaan met de betonnen
ondervloer zoals deze daar lag (goedgekeurd voor de werkzaamheden die gedaan
moesten worden).
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Ik blijf bij wat door mij is aangevoerd. Ik blijf erbij dat ik voor en bij aanvang van de
werkzaamheden door de ondernemer niet ben gewezen op deze risico’s. Het is niet voor
niets geweest dat ik de ondernemer ook heb gevraagd de sleuven van de
vloerverwarming te dichten en de vloer gereed te maken voor deze vloerafwerking. Ik
heb juist voor deze ondernemer gekozen vanwege kennis en voorervaring. Dat in de
offerte staat vermeld dat scheurtjes altijd kunnen ontstaan, heb ik zo begrepen dat dat
dat kan gebeuren en dat dan te repareren is. De woning is van 1987; je verwacht dit
soort dingen dan ook niet. Ik blijf er ook na lezing van het rapport van de deskundige bij
dat onduidelijk blijft wat nu de oorzaak van deze scheurvorming is. In de keuken loopt de
scheur immers dwars op de leidingen van de vloerverwarming.
De consument verlangt herstel van de scheuren in de toplaag van de vloer voor rekening
van de ondernemer.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
E zijn in de vloer scheuren te zien die dwars over de vloer lopen, de bekende kanaalplaat
scheuren. Natuurlijk is het vreemd dat deze ontstaan, maar zoals wij al tijdens de offerte
aangeven in onze algemene voorwaarden vallen deze scheuren niet onder de garantie.
Dit is niet om dat wij ergens voor weg willen lopen, het is alleen niet controleerbaar of
klanten onze richtlijnen en voorwaarden achteraf juist uitvoeren en dit ook blijven doen.
Met een bezoek van de expert kunnen we dit bekijken, en dan ook dingen uitsluiten.
In een email schrijft de consument dat hij het opstook en afkoelprotocol heeft doorlopen.
En geeft hij de graden aan van de thermostaat. Hierdoor zijn wij ervanuit gegaan dat de
consument een grote fout begaan heeft. Er dient immers het opstartprotocol doorlopen te
worden niet het opstookprotocol. Dit geven wij dan ook aan in onze papieren en verwijzen
ook naar deze protocollen. Tevens hebben wij op onze website deze richtlijnen altijd
vermeld.
Het rapport van de deskundige is prima opgesteld. De consument geeft in zijn gesprek
met de deskundige eigenlijk al aan wat er mis is gegaan. Er wordt steeds gesproken over
het doorlopen van het opstookprotocol door de klant. Duidelijk in de richtlijnen die wij
meerdere malen mailen naar de klant maar ook naar verwijzen ze staan ook op de
website, is dat er niet het opstookprotocol doorlopen moet worden, maar het opstart
protocol. Deze zorgt voor een geleidelijke verwarming en met het toepassen van een
maximale voorgeschreven watertemperatuur zal er weinig problemen met de vloer
ontstaan. Zoals ook te zien is, de scheurvorming is niet ontstaan in de aangebrachte
materialen die toegepast zijn door [de ondernemer]. De scheuren staan dwars op de
vloerverwarmingsleidingen die smetteloos erbij blijven liggen. We kunnen dan ook stellen
dat de te hoge temperatuur die bij het opstookprotocol aangegeven wordt maar ook
geconstateerd is op de verdeler tijdens het bezoek. De veroorzaker is van de
scheurvorming. Dat de klant stelt dat deze scheuren er al waren is natuurlijk niet te
bewijzen. Wel is het zo dat de ondernemer vloeren juist afbouwkeur geeft om goed en
deugdelijk werk uit te voeren. Aanwezige scheuren worden dan ook al jaren door ons
automatisch afdoende voorbehandeld. Wij weerleggen ten zeerste dat wij het doorlopen
van het opstookprotocol voor hebben geschreven. In onze richtlijnen en website is juist
het tegendeel te zien. De klant zal hier dan ook zelf een fout in hebben gemaakt.
Bijgesloten de tekst op onze website, waarnaar wij altijd verwijzen.
Duidelijk staat vermeld dat scheurvorming niet onder garantie valt. Dat de klant dan ook
niet wist dat dit kon gebeuren is niet waar, wij geven altijd in elk gesprek aan dat dit een
risico blijft bij dunnere vloersystemen. Wij bieden dan ook scheuroverbruggende lagen
aan waarbij wij wel kunnen garanderen dat er geen scheurvorming ontstaat. Het is dan
aan de klant om hiervoor te kiezen of niet. In onze richtlijnen staat alles duidelijk vermeld,
ook dat het opstookprotocol alleen maar vooraf doorlopen moet worden bij een nieuwe
dekvloer.
Ik sluit af met dat wij altijd oplossingsgericht dit soort zaken benaderen. De consument
hebben wij dan ook een oplossing geboden met het overlagen van de vloer met een
kleine bijdrage van € 700,- Helaas heeft de consument hier afwijzend op gereageerd.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Ik blijf bij wat door mij is aangevoerd en heb daar in feite niets meer aan toe te voegen.
De consument is hiervoor van tevoren goed gewaarschuwd. Wij wijzen iedereen op
scheurvorming.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover
thans van belang, het volgende vastgesteld.
Partijen waren aanwezig bij mijn onderzoek ter plaatse.
Nadat een derde partij (in opdracht van consument) de bestaande cementgebonden
dekvloer van de woning van consument (uit 1987) op de begane grond heeft voorzien
van een ingefreesde vloerverwarming, heeft ondernemer medio november 2021 het
volgende aangebracht:
• Sleuven zijn met een flexibele tegellijm dicht gezet, merk onbekend;
• Thomsit R766, multi-primer;
• Thomsit AS2, vezelversterkt anhydriet egalisatie, laagdiktedikte ca. 2 á 3mm;
• Quartzline primer GW, 2C watergedragen epoxyprimer, verbruik 100-150 gr/m²;
• Quartzline schraplaag SL-EP, 2C epoxy schraplaag, verbruik 500-1000 gr/m²;
• Quartzline slijtlaag SL-PU UV, meerkleurige/betonlook, 2C polyurethaan gietvloer,
verbruik 2840 gr/m²;
• Quartzline topcoat PU SG Matt, 2C watergedragen transparent matte polyurethaan
topcoating.
Eind 2021 heeft consument zijn woning (bouwjaar 1987) op de begane grond (52 m²)
laten voorzien van een ingefreesde vloerverwarming (uitgevoerd door een derde partij).
Pagina 3 van 7
Vervolgens heeft ondernemer bovenstaand vloersysteem aangebracht. Medio november
2021 is ondernemer gestart met zijn werkzaamheden door de sleuven in de ondervloer
dicht te zetten met een flexibele tegellijm en de gehele vloer te voorzien van een primer
+ 2 á 3mm dikke laag egaline. Door omstandigheden (corona pandemie) is het werk pas
medio december 2021 hervat en opgeleverd.
De pu-gietvloer is door ondernemer zonder problemen/gebreken aan consument
opgeleverd. Vervolgens heeft consument (rond de kerstdagen 2021, na applicatie pugietvloer) het door ondernemer beschikbaar gestelde opstook en afkoelprotocol
doorlopen, dit protocol is door consument in het dossier bijgevoegd.
Ongeveer een half jaar later constateert consument dat er op twee plekken lichte
‘kronkels’ in het vloeroppervlak zichtbaar zijn. Deze ‘kronkels’ waren voor de consument
op dat moment niet storend. In de loop van de tijd zijn deze twee ‘kronkels’ in de pugietvloer uitgegroeid tot scheuren.
Mijn vaktechnisch oordeel over de klacht luidt als volgt:
Consument heeft ervoor gekozen om de bestaande cementdekvloer in z’n woning uit
1987 te voorzien van een vloerverwarming door deze (door een derde partij) in te laten
frezen. Het toepassen van een ingefreesde vloerverwarming in een bestaande dekvloer is
zeker niet zonder risico omdat deze dekvloer in principe niet is ontworpen om daarin een
vloerverwarming op te nemen. Door het infrezen van sleuven zal de cementgebonden
dekvloer (per m² wordt er 10m¹ sleuf gefreesd!) mechanisch zwaar worden belast en zal
de dekvloer aan sterkte inboeten. In dit geval zijn de sleuven gefreesd in een ca. 37 jaar
oude cementgebonden dekvloer waarvan onbekend is welke mortelkwaliteit deze heeft,
hoe goed deze hecht aan de ondergelegen betonnen draagvloer en welke dikte de
dekvloer heeft. Zeker is dat er in deze oorspronkelijke cementgebonden dekvloer destijds
geen wapening is opgenomen, deze zou het frezen immers onmogelijk maken.
Het ontbreken van wapening maakt dat wanneer er scheuren ontstaan in de
cementgebonden dekvloer, deze in principe in breedte niet worden beperkt. Doordat de
scheur breder kan worden dan bij een gewapende dekvloer zal de vloerafwerking (de
polyurethaan gietvloer) eerst een ‘ader’ gaan vertonen en met de tijd op deze ader gaan
scheuren.
Door de introductie van een thermische spanning zal deze scheur in de dekvloer een
dynamisch karakter hebben. Immers wordt de cementgebonden dekvloer na het infrezen
nu ook thermisch belast door het in- en uitschakelen (stook- en zomerseizoen) van de
vloerverwarming. Tijdens het stookseizoen zal de dekvloer opwarmen en als gevolg
hiervan willen uitzetten en in het voorjaar zal de verwarming niet meer ingeschakeld
worden waardoor de vloer zal afkoelen en willen krimpen. Door dit uitzetten en krimpen
heeft een scheur in de dekvloer een dynamisch karakter waardoor het trage
schadeproces is verklaard.
Consument geeft aan dat hij het opstook- en afkoelprotocol, volgens opgave van de
ondernemer, heeft doorlopen nadat de pu-gietvloer is aangebracht. De consument heeft
de watertemperatuur op de verdeelunit langzaam naar 40°C opgevoerd en vervolgens
weer geleidelijk laten afkoelen (zie dossier het bijgevoegde protocol). Na het aanbrengen
van de vloerafwerking is het doorlopen van het hierboven genoemde protocol
onverstandig en moet worden afgeraden, zie TBA-richtlijn-2.1 “Opstook en afkoelprotocol
voor vloerverwarming in calciumsulfaat- of cementgebonden dekvloeren” op de website
van het TBA.
Ter plaatse heeft deskundige voorgesteld om destructief onderzoek te verrichten.
Consument ziet hiervan af, het risico dat een leiding van de vloerverwarming hierbij
beschadigd raakt is aannemelijk want deze liggen vlak onder de vloerafwerking.
Bovendien zal destructief onderzoek direct het wooncomfort van de consument negatief
beïnvloeden en herstel van dit destructieve onderzoek zal niet (direct) plaatsvinden.
Dat de scheuren vanuit de constructie zouden komen door zetting in de constructievloer
is volgens deskundige zeer onwaarschijnlijk, het betreft immers een bestaande betonnen
constructievloer uit 1987. Beoordeling van de scheurlijnen met een infraroodcamera laten
geen direct verband zien met de vloerverwarmingsleiding die vrijwel direct onder het
vloeroppervlak zit. In de keuken loopt de scheurlijn dwars op de leidingen van de
vloerverwarming en in de woonkamer loopt de scheurlijn wel min of meer op een
ingefreesde leiding van de vloerverwarming.
Samenvattend is de meest voor de hand liggende oorzaak dat de cementgebonden
dekvloer, na het frezen van de sleuven en de introductie van de thermische spanning,
scheurvorming is gaan vertonen. Voor aanvullende informatie omtrent het frezen van een
vloerverwarming in een bestaande dekvloer en het opstook- en afkoelprotocol verwijs ik u
graag naar de website van het TBA.
De omvang van de problemen is opvallend te noemen.
Herstel is technisch mogelijk en wel als volgt:
Aangezien een scheur in een cementgebonden dekvloer met vloerverwarming dynamisch
van aard is zal het herstel hiervan altijd in de cementgebonden dekvloer moeten worden
uitgevoerd. Hiervoor zal de betonlook/meerkleurige pu-gietvloer met ondergelegen
egaline laag op deze scheurlijn verwijderd moeten worden. Aangezien de leidingen van
de vloerverwarming vlak onder het vloeroppervlak zitten is de kans reëel dat deze
beschadigd raken. Bovendien blijft er sprake van een risicovol ontwerp van de vloer
waardoor nieuwe schade (ader- en/of scheurvorming) in de vloerafwerking niet is
uitgesloten.
Omdat er een betonlook/meerkleurige pu-gietvloer is aangebracht is plaatselijk herstel
esthetisch vrijwel onmogelijk. Dit betekent dat er na het herstel van de scheuren in de
ondergelegen cementgebonden dekvloer een nieuwe betonlook/meerkleurige pugietvloer zal moeten worden aangebracht op de gehele begane grond van de woning (52
m²).
De kosten voor het aanbrengen van een nieuwe pu-gietvloer (na scheurherstel
uitgevoerd in de cementgebonden dekvloer) begroot ik op € 60,00 per m² x 52m²= €
3.120,00 (incl. BTW).
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De bevindingen en conclusies van de deskundige worden door de commissie
onderschreven en zij maakt die tot de hare. Dit voor zover hierna niet daarvan wordt
afgeweken. Partijen hebben ook geen bedenkingen aangevoerd tegen het rapport van
de deskundige.
Aldus staat genoegzaam vast dat de meest voor de hand liggende oorzaak van de
scheurvorming is dat de cementgebonden dekvloer na het frezen van de sleuven en de
introductie van de thermische spanning, scheurvorming is gaan vertonen.
Medio november 2021 heeft de ondernemer – zoals overeengekomen met de consument –
de betreffende sleuven in de cementgebonden dekvloer dicht gezet met een flexibele
tegellijm en heeft de ondernemer vervolgens de gehele vloer voorzien van een primer
met daar bovenop een 2 á 3 mm dikke laag egaline. De ondernemer niet gekozen voor
het aanbrengen van een wapening.
Sprake was – kennelijk – van een kanaalplaten ondervloer waarin nu eenmaal geen
sleuven kunnen en mogen worden gefreesd. De voor het aanbrengen van de
vloerverwarming vereiste sleuven zullen dus in hoofdzaak in de daarboven gelegen
cementdekvloer zijn aangebracht, met als resultaat dat de leidingen van de
vloerverwarming relatief hoog liggen en dus dicht onder het oppervlak van de vloer
waarop de ondernemer de overeengekomen vloervoorbereiding en afwerking diende aan
te brengen.
Voormelde gang van zaken impliceert een acceptatie van deze ondergrond door de
ondernemer, die immers ook zelf zo uitdrukkelijk heeft gewerkt aan het perfect maken
van die ondergrond. Kennelijk heeft de ondernemer ook geen problemen ervaren met de
hechting van de cementdekvloer op de kanaalplaten, en mogelijke problemen op dat vlak
voor lief genomen. Immers bij alsnog geconstateerde onvolkomenheden en daarmee
samenhangende risico’s in de ondergrond had de ondernemer alsnog verdere uitvoering
van de overeenkomst moeten weigeren/opschorten totdat onvolkomenheden in de
ondergrond alsnog zijn opgelost voor rekening van de consument.
Die verplichting van de ondernemer volgt uit artikel 5 (Verplichtingen van de
ondernemer) lid 3 van de hier van toepassing zijnde Algemene
Consumentenvoorwaaarden voor het Afbouwbedrijf in Nederland:
(….)
“3. De ondernemer is verplicht de consument te wijzen op:
– onjuistheden in de opgedragen werkzaamheden, waaronder het werken op een
ondeugdelijke ondergrond;
– onjuistheden in de door de consument verlangde constructies en werkwijzen;
gebreken aan de (on)roerende zaak waaraan het werk wordt verricht;”
(….)
De conclusie is naar het oordeel van de commissie dan ook gerechtvaardigd dat de
ondernemer de ondergrond na diens eigen inspanningen en werkzaamheden zonder
voorbehoud heeft geaccepteerd als ondergrond voor het leggen van de overeengekomen
pu-vloer.
Vervolgvraag is dan of de consument een verwijt is te maken van deze scheurvorming.
De commissie is van oordeel dat dat niet het geval is. De meergenoemde
cementdekvloer had kennelijk sowieso op enig moment scheurvorming getoond,
opgeacht of het door de ondernemer nu aangeduide opstartprotocol wel of niet is
gevolgd. Bovendien geldt dat een vloerverwarming als deze nu eenmaal bijna tot 40
graden C. mag en moet gaan; daar moet de vloer bestand tegen zijn.
De ondernemer komt in het licht van het hiervoor overwogene dan ook geen bij wijze van
exoneratie gedaan beroep toe op de in de offerte opgenomen algemene waarschuwing
dat de pu-vloer na verloop van enige tijd enige scheurvorming kan vertonen, welke de
consument heeft te accepteren omdat die eigen is aan deze wijze van vloerafwerking.
Immers is hier sprake van een veel verder gaande klacht met onderliggende oorzaak,
welke oorzaak de ondernemer had moeten onderkennen en waarvoor hij de consument
vooraf en/of tijdens diens voorbereidende werkzaamheden had moeten waarschuwen,
dan wel dat de ondernemer meer/betere maatregelen had moeten treffen ter voorkoming
van dit mogelijke probleem, bijvoorbeeld door wel te kiezen voor het aanbrengen van
wapening. Terecht is door de consument opgemerkt dat hij bij het hebben van die
(voor)kennis mogelijk had gekozen voor een geheel andere probleemloze vloerafwerking.
Reparatie zoals geadviseerd door de deskundige, lost het probleem niet intrinsiek op. De
kans dat daarna weer (andere) scheurvorming optreedt is zelfs aannemelijk te achten. De
commissie zal de ondernemer dan ook geen (partieel) herstel opdragen, gelijk door de
consument is gevorderd, maar over de haalbaarheid van welke oplossing door de
consument ter zitting (dus) terecht alsnog veel twijfels zijn geuit.
Wel rechtvaardigt de ernst van het toerekenbaar tekortschieten naar het oordeel van de
commissie alsnog integrale ontbinding van de overeenkomst, waarmee de ondernemer
dus is ontheven van de verplichting tot (partieel) herstel.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Nu terecht is geklaagd is de ondernemer op basis van het reglement gehouden om het
klachtengeld aan de consument te voldoen en om de bijdrage in de behandelingskosten
te betalen aan het secretariaat van de commissie. Die bijdrage wordt de ondernemer
separaat bij factuur in rekening gebracht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie ontbindt bovengenoemde overeenkomst integraal.
Verstaat dat die ontbinding betekent:
– dat de ondernemer is ontheven van de verplichting om
nakomings-/herstelwerkzaamheden uit te voeren;
– dat op de ondernemer de ongedaanmakingsverplichting rust om aan de
consument terug te betalen hetgeen de consument heeft betaald, te weten € 4.595,40,
en wel binnen 4 weken na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien betaling van voormeld bedrag niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer
bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend
advies.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een
bedrag van
€ 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie de
bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd.
Wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, bestaande uit
mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, mr. A.B. van Kruistum en mr. M.J.Boon, leden, op 3 juli
2024.