Ontbreken benodigde bescheiden: geen huwelijksvoltrekking.

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Totstandkoming    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI-D00-2868

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 6 juni 2000 via een boekingskantoor met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van verblijf in een hotel voor twee personen in Grenada op basis van “all inclusive” voor de periode 10 t/m 17 juni 2000 voor de som van ƒ 6.236,50 in totaal.

Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak.   Begin mei hebben wij contact opgenomen met het boekingskantoor om ons voorgenomen huwelijk in Grenada te regelen. Ondanks de korte termijn bleek het nog mogelijk om alles in orde te maken. De benodigde papieren hebben wij tevoren aan het boekingskantoor doen toekomen. Het boekingskantoor heeft de papieren aan de reisorganisator doen toekomen. Het boekingskantoor heeft ons bevestigd dat aan alle voorwaarden was voldaan en dat ons huwelijk op woensdag 14 juni om 11.00 uur zou plaatsvinden.   De dag na aankomst bleek de weddingcoördinator niet zoals was afgesproken bereikbaar te zijn. Op 12 juni meldden wij ons wederom bij het kantoor van de wedding-coördinator. Er was een vervanger, die het dossier niet kende. De benodigde kopieën bleken niet in zijn dossier te zijn. Om 21.30 uur  kwam uiteindelijk deze [weddingcoördinator] met de mededeling dat de papieren terecht waren en vervolgens om 23.00 uur met de mededeling dat hij de volgende morgen als eerste het stadhuis zou bellen om alles in orde te maken. De volgende morgen bleek Kevin ons niet de garantie te kunnen gegeven dat het huwelijk op 14 juni om 11.00 uur zou plaatsvinden. Op 13 juni moesten wij samen met [de weddingcoördinator] Kevin naar het gemeentehuis. Een geplande excursie kon daardoor niet doorgaan. Het bezoek was echter vergeefs en de taxikosten ad ƒ 80,– zijn derhalve nodeloos uitgegeven. Nog diezelfde dag liet [de weddingcoördinator] ons definitief weten dat het huwelijk met een dag werd verschoven. De volgende morgen zouden wij met een ander koppel naar het gemeenthuis gaan om het huwelijk te laten inschrijven. Op 14 juni meldde [de weddingcoördinator] ons dat het niet mogelijk was met twee koppels tegelijk naar het gemeentehuis te gaan. Hij verzekerde ons echter dat het huwelijk op 15 juni om 11.00 uur zou plaatsvinden. Eindelijk konden wij een beetje op adem komen. Om 11.00 uur zocht [de weddingcoördinator] ons echter weer op en vertelde hij ons dat het huwelijk geen doorgang kon vinden, omdat ik gescheiden was en de echtscheidingsakte in origineel diende te worden overgelegd. Wij hadden reeds in het eerste contact met [de weddingcoördinator] aangegeven dat wij de originele papieren niet bij ons hadden, maar dat het hoogstens drie dagen zou duren om deze per expres te laten opsturen. Volgens [hem] was dit niet nodig.   Wij zijn derhalve ten onrechte de eerste dagen aan het lijntje gehouden. Wij geloofden de toezeggingen van degene die het huwelijk moest coördineren. De eerste dagen hebben wij in spanning doorgebracht. De laatste dagen stonden in het teken van het drama dat het huwelijk niet kon worden voltrokken. Wij hadden deze reis geboekt met als enig doel om te trouwen in de Carribean. Het is echter een verschrikkelijke week geworden, waaraan wij niet willen worden herinnerd.   Klager verlangt een vergoeding van ƒ 12.049,– (kosten vliegreis, kosten landarrangement, in verband met huwelijk vergeefs gemaakte en later in Nederland opnieuw gemaakte kosten, alsmede immateriële schade).   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak:   Wij vinden het uitermate vervelend dat de trouwerij uiteindelijk geen doorgang heeft kunnen vinden. Feit blijft echter dat de oorzaak hiervan in eerste instantie ligt in handen van klager, aangezien deze ter plaatse de originele papieren niet kon overleggen. Het hotel heeft er van alles aan gedaan. Het is toch niet gelukt om zonder originele papieren het huwelijk te laten voltrekken. Dit is niet onze organisatie toe te rekenen. Men heeft wellicht geprobeerd klager gerust te stellen, maar dit bleek vergeefs te zijn.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Op basis van het verhandelde ter zitting staat vast dat klager tevoren van de reisorganisator de aanwijzing heeft gekregen om de voor de huwelijksvoltrekking nodige originele bescheiden mee te nemen naar Grenada. Klager heeft deze aanwijzing niet opgevolgd. Klager is derhalve inderdaad in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het gegeven dat het huwelijksarrangement niet kon worden uitgevoerd. Door vervolgens af te gaan op de geruststellingen van de coördinator in plaats van op eigen initiatief de voor de hand liggend actie te nemen om deze kwestie recht te trekken, heeft klager bovendien de schade niet beperkt. Dat de coördinator over de precieze gang van zaken in dit geval niet goed geïnformeerd blijkt te zijn geweest, komt redelijkerwijs slechts met betrekking tot het in hoofdzaak niet geleverde huwelijksarrangement voor rekening van de reisorganisator. Volgens de verklaringen over en weer is onder de overeengekomen som een bedrag van rond ƒ 1.200,– voor het huwelijksarrangement begrepen. Mede omdat in dit opzicht kosten zullen zijn bespaard, komt klager terugbetaling van dit bedrag toe.   Op grond van het voorgaande en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat klager minder heeft ontvangen dan wat hij redelijkerwijs mocht verwachten. De commissie acht de klachten van dien aard dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag. De commissie acht het evenwel meer of anders gevorderde echter niet toewijsbaar.   Ingevolge het reglement van de commissie moet de reisorganisator aan de commissie de hierna te noemen bijdrage in de kosten van de behandeling van het geschil voldoen.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De reisorganisator dient aan klager in totaal een bedrag van ƒ 1.325,– te voldoen. Het klachtengeld van ƒ 125,– is hierin begrepen.   Betaling dient plaats te vinden binnen één maand na verzenddatum van dit bindend advies.   Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.   De reisorganisator dient aan de commissie een bedrag van ƒ 400,– te voldoen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 8 december 2000.