Onverklaarbare hoge meterstanden voor rekening van verbruiker

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Water    Categorie: Factuur    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 133560/143579

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Er is ongewoon hoog verbruik geconstateerd en na ijking van de meter door ondernemer kan er geen oorzaak worden gevonden. De consument stelt dat de meter een onjuiste opgave geeft. De ondernemer stelt genoeg inspanning te hebben verricht door de meterstand op te vragen en de meter te laten ijken en vervangen op eigen rekening. De commissie gaat mee in het standpunt van de ondernemer. Er zijn in de stukken geen aanleidingen gevonden om te twijfelen aan de juistheid van de meterstanden. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de levering van water.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Wij hebben een verschil van inzicht met de ondernemer over ons waterverbruik over de periode september 2020/augustus 2021.

De laatste jaren hadden wij een waterverbruik van circa 100 kubieke meter per jaar. Nu worden wij belast voor een gebruik van rond 1000 kubieke meter meer.
Het argument van de ondernemer is: wij hebben de watergebruiksmeter laten ijken en die meter is akkoord bevonden. Wellicht is hier direct dan wel indirect sprake van “de bakker keurt zijn eigen brood”.

De laatste meterstand was: 3176. De voorlaatste meterstand was: 2181. Verschil 995.
Omdat sprake is van verschillende jaren c.q. tijdvakken waarin het verbruik circa 100 m3 per jaar was, kan dit verbruik ook 95 m3 zijn. Wij gaan er van uit dat er iets in de meter op een bepaald moment is gebeurd namelijk het verspringen van het honderdtal in de meterstand. Bovendien is door ons op geen enkele wijze een lekkage geconstateerd. Niet voor de meter als na de meter. Een verbruik van 900 m3 extra zou toch wel niet onopgemerkt zijn gebleven.

De bewering dat de meter, die overigens door de ondernemer is vervangen voor een nieuwe meter, volledig akkoord is verklaard kan toch niet opwegen tegen het door ons hiervoor gestelde. Ook zijn wij het oneens met de stelling van de ondernemer dat de meter is geijkt op kosten van ongelijk.
Neen, het uitgangspunt van de ondernemer was “dan zit er niets anders op dat wij de meter controleren”. Als consument, die zo’n hoge factuur ontvangt, staat er niets anders te doen dan daarmee instemmen.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument geeft in de aanmelding van zijn klacht aan dat er naar zijn mening geen sprake is van een overeenkomst met de ondernemer. Daar de consument zich al meer dan twintig jaar geleden heeft aangemeld op zijn leveringsadres en de ondernemer destijds gebruik maakte van een ander systeem, is het helaas niet mogelijk zijn aanmelding terug te vinden. Destijds werden bij iedere aanmelding een welkomstbrief en de Algemene Voorwaarden toegestuurd. In de welkomstbrief werden het leveringsadres en de doorgegeven meterstand bevestigd. Hierop hebben wij nimmer een reactie of bezwaar mogen ontvangen.

Verder maakt de consument in zijn klacht duidelijk het oneens te zijn met het hoge waterverbruik dat in rekening is gebracht. Op basis van het geschil dat bij u aanhangig is gemaakt, hebben wij geprobeerd telefonisch contact op te nemen met de consument om een schikkingsvoorstel te bespreken. Helaas hebben wij de consument, zoals deze in zijn tweede brief aan u aangeeft, helaas niet bereikt. Omdat het niet is gelukt een schikking te treffen, zullen wij onderstaand inhoudelijk ons verweer toelichten.

De ondernemer heeft in augustus 2020 meerdere verzoeken per brief aan de consument verzonden om de watermeterstand door te geven. De consument heeft hier, ondanks meerdere verzoeken, helaas geen gehoor aan gegeven waardoor ons systeem automatisch een schatting heeft gemaakt van het waterverbruik. In augustus 2021 heeft de consument wederom een verzoek tot opname ontvangen en een watermeterstand van 3176m3 doorgegeven. Vergeleken met de meterstanden van voorgaande jaren, was de watermeterstand onwaarschijnlijk hoog en heeft de ondernemer een monteur langs gestuurd om de watermeteropstelling te controleren.
De consument gaf aan dat er geen sprake was van een lekkage en dat de reden voor het zeer hoge verbruik onbekend was. Vervolgens is de watermeter verwisseld en op kosten van de ondernemer geijkt en technisch onderzocht. Volgens het ijkrapport en het technisch onderzoek zijn er geen afwijkingen aan de watermeter geconstateerd.

Volgens de Algemene Voorwaarden Artikel 10 lid 2 wordt de stand van de meetinrichting door de verbruiker opgenomen en op een door de ondernemer te bepalen wijze en binnen een door de ondernemer aangegeven termijn ter kennis gebracht. Daarnaast stelt lid 1 dat indien de meting met behulp van een meetinrichting geschiedt, de daardoor verkregen gegevens bindend zijn.
De ondernemer is van mening te hebben voldaan aan haar zorgplicht om de watermeterstand in 2020 te verkrijgen. Wellicht had een afwijkend waterverbruik daarmee eerder kunnen worden geconstateerd en was een nog hoger waterverbruik te voorkomen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Allereerst stelt de commissie vast dat tussen partijen een contractuele relatie bestaat, omdat de consument water afneemt van de ondernemer en de daarmee gemoeide kosten aan de ondernemer heeft te voldoen. De commissie onderschrijft in grote lijnen het standpunt van de ondernemer. De commissie heeft in de stukken geen aanleiding gevonden te twijfelen aan de juistheid van de meterstanden op basis waarvan de betwiste factuur is opgemaakt. Waarschijnlijk is het hoge verbruik in meerdere jaren tot stand gekomen, maar eerst bij deze factuur aan de consument in rekening gebracht. De klacht treft geen doel.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Water, bestaande uit mr. D.J. Buijs, voorzitter, mr. E.F. Verduin, mr. M.T. Buiting, leden, op 23 maart 2022.