Commissie: Optiek
Categorie: (On) zorgvuldigheid
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
134747/148392
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument heeft bij de ondernemer een oogmeting laten doen en het advies gekregen een, door de ondernemer aangemeten, bril aan te schaffen om zo 90 tot 100% van de problemen van de consument te verhelpen. Het leesgedeelte van de nieuwe bril bleek niet op de goede plek te zitten en de consument moest nieuwe glazen. Toen gaf een andere opticien het advies om de nastaar toch te laten verwijderen en moest de consument weer nieuwe glazen, maar de consument heeft nog steeds leesproblemen en hoofdpijn. Omdat de consument en ondernemer er niet uitkwamen, heeft een andere opticien een nieuwe bril aangemeten en nu zijn alle problemen opgelost. De consument eist een vergoeding. De ondernemer stelt dat de gezondheid van het oog de oorzaak is van de problemen en niet het werk van de ondernemer. De ondernemer wil een kans om het probleem op te lossen. De commissie oordeelt dat de meeting van de ondernemer en de andere opticien duidelijk van elkaar afwijken en dat de meeting van de ondernemer niet zorgvuldig is geweest. De consument heeft de ondernemer meerdere kansen gegeven om het op te lossen, maar dat is niet gelukt. De klacht is gegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 1 september 2020 met de ondernemer tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van multifocale glazen in een bestaande bril voor de som van € 862,95.
De consument heeft de klacht eerst voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Op 1 september 2020 vond een eerste oogmeting plaats bij de ondernemer. Ondanks dat er nastaar zat vond de ondernemer het niet nodig dit te laten verwijderen. Met de door de ondernemer aangemeten glazen zouden de problemen van de consument voor 90 tot 100% opgelost zijn. Dat gebeurde echter niet. Na een nieuwe oogmeting bleek het leesgedeelte niet op de juiste plek. Dit betekende opnieuw nieuwe glazen, maar de consument had nog geen goed zicht. Er is toen door een andere opticien van de ondernemer een meting verricht en het advies was om de nastaar toch laten verwijderen. Dit resulteerde in de derde maal nieuwe glazen, want de sterkte was door de nastaarverwijdering veranderd. De consument had echter nog steeds leesproblemen. Na lang geduld met de glazen gehad te hebben, zijn de glazen teruggebracht. Wanneer de consument de bril droeg deed zij dat de hele dag en kreeg zij steeds meer hoofdpijn.
De consument had het gehad met de ondernemer en haar man heeft de glazen teruggebracht. De ondernemer gaf aan dat deze het probleem liever met de consument zelf had opgelost en gaf het geld niet retour. Hierop heeft de consument zelf een afspraak gemaakt om tot een oplossing te komen, maar de ondernemer had er al een streep onder gezet en gaf als advies: laat de ogen controleren door een optometrist.
Dit resulteerde erin dat de bril van de ondernemer fout is en dat glazen moesten worden genomen met de juiste sterkte. Hierop zijn bij [naam andere opticien] glazen aangemeten en nu draagt de consument weer met plezier en zonder hoofdpijn een bril.
De consument draag sinds 1952 een bril en heeft het afgelopen jaar pas voor het eerst problemen gehad.
De consument verlangt een vergoeding van € 862,95.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Er hebben diverse onderzoeken c.q. oogmetingen plaatsgevonden en de consument was uiteindelijk steeds niet tevreden. Het blijkt dat er een continue wisseling is van sterkte en visuswaarden. Een doorverwijzing om het onderliggend probleem op te sporen is door de consument geweigerd. Daarom in onderling overleg besloten dat de Geschillencommissie moet oordelen.
Gebleken is uit het optometrisch onderzoek/second opinion dat de uiteindelijk geleverde glazen niet noemenswaardig afwijken van de vaststellingen van de ondernemer. Het blijkt dat de gezondheid van het oog een wezenlijke factor is.
De consument wilde haar geld terug, maar de ondernemer wil de gelegenheid hebben om het probleem op te lossen. Het bleek dat de consument niet open stond voor een regeling in der minne.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument had geen hoofdpijn voordat de nieuwe glazen werden aangemeten en stelt dat zij ook thans na de laatste meting door [naam andere opticien] geen hoofdpijn heeft. Dat kan veroorzaakt worden door een onjuiste sterkte, niet juist ingeslepen glazen of door het gebruik van een ander type multifocale glazen.
Duidelijk is in elk geval dat de meting van de ondernemer en die van [naam andere opticien] op essentiële onderdelen van elkaar af wijken en niet kan niet worden gezegd dat die niet noemenswaardig is. Uit de overgelegde bescheiden blijkt dat de consument diverse malen haar ogen heeft laten opmeten, dat de metingen verschilden en dat de consument last kreeg van hoofdpijn als zij de bril met de aangemeten glazen droeg. Verder blijkt dat de gemeten cylinderwaarde -0.25 was toen de consument zich nieuwe glazen liet aanmeten, dat die waarde daarna werd vastgesteld op -1.50 en -0.75 en dat bij de laatste meting door [naam andere opticien] de waarde -0.50 was. Naar het oordeel van de commissie wijst dit er op dat de metingen door de ondernemer niet zorgvuldig genoeg zijn geweest. Dat er een continue wisseling van sterkte en visuswaarden zou zijn acht de commissie weinig waarschijnlijk. Daar komt bij dat de consument geen hoofdpijn had voordat de nieuwe glazen werden aangemeten en dat zij ook thans na de laatste meting door [naam andere opticien] geen hoofdpijn heeft.
De ondernemer stelt dat hij in de gelegenheid had moeten worden gesteld om het probleem op te lossen. Dit is inderdaad het uitgangspunt, maar in casu hebben er diverse oogmetingen plaatsgevonden zonder dat het door de consument ondervonden probleem werd opgelost. Onder deze omstandigheden mocht de consument haar heil zoeken bij een andere opticien.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 862,95. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 77,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie een bijdrage in de behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek, bestaande uit de heer prof. mr. A.W. Jongbloed, voorzitter, de heer M. Gort, de heer mr. C.A. Bontje, leden, op 28 februari 2022.