Commissie: Voertuigen
Categorie: Derden
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
VOE05-0236
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 22 januari 2003 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een gebruikte Opel Zafira tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 13.500,– met inruil van een andere auto.
De levering vond plaats op of omstreeks 24 januari 2005.
De consument heeft in 18 januari 2005 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
In januari 2003 kocht ik een gebruikte auto bij de ondernemer. Ik heb de auto altijd elders, bij een BOVAG-garage, laten onderhouden. In december 2004 viel, terwijl ik over de autoweg reed, spontaan het motormanagement uit. Dat mag volgens mij nooit gebeuren. Dit schiep ook een heel gevaarlijke situatie. Nadat de Wegenwacht mijn auto had weggesleept, heb ik de auto naar de garage laten brengen waar de auto in onderhoud was. Deze heeft de auto naar de merkdealer gebracht waar werd geconstateerd dat het motormanagementsysteem kapot was en geheel vervangen moest worden. Daarmee voldeed de auto niet aan de eisen die ik redelijkerwijze volgens art. 7:17 BW mocht verwachten. De herstelkosten bedroegen € 1.016,–.
De consument verlangt vergoeding van € 1.016,–
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument heeft ons niet op de hoogte gesteld van het gebrek. Zij heeft ons niet de gelegenheid gegeven dit te onderzoeken, noch om dit te herstellen. Nu worden wij geconfronteerd met een rekening van een bedrijf, niet zijnde een dealer, die overigens op zijn beurt weer een dealer heeft moeten inschakelen. Voor die kosten zijn wij niet verantwoordelijk.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Indien en voor zover wordt geageerd uit hoofde van BOVAG-garantie, is een der bepalingen dat de consument de ondernemer in de gelegenheid moet stellen herstel uit te voeren.
Naar het oordeel van de commissie mag de ondernemer ook indien en voor zover de consument niet ageert uit hoofde van de BOVAG-garantie, maar op grond van de in art. 7:17 BW besloten liggende wettelijke garantie, verlangen dat de consument zich eerst tot hem wendt. Zulks vloeit trouwens ook voort uit de verzuimregeling in het Burgerlijk Wetboek.
De ondernemer kan dan zelf onderzoeken wat de klacht is, zodat er geen discussie kan bestaan over het bestaan en de oorzaak van het gebrek. Bijkomend voordeel is, dat de ondernemer de kosten voor zichzelf enigszins kan beperken.
De consument kan niet, zoals zij in dit geval heeft gedaan, zonder enig overleg de auto bij een ander bedrijf laten repareren en de rekening dan presenteren aan de ondernemer.
Voor de goede orde zij opgemerkt dat het feit dat de consument tussentijds het onderhoud ook niet bij de ondernemer heeft laten uitvoeren, hier geheel buiten staat.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 15 augustus 2005.