Opleidingsinstelling moet opnieuw in gesprek met student over examenmogelijkheden

De Geschillencommissie




Commissie: Particuliere Onderwijsinstellingen    Categorie: onderwijsinstelling    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 439573/548045

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Een student diende een klacht in tegen een particuliere onderwijsinstelling, omdat haar diploma-aanvraag was afgewezen. Volgens de instelling was haar examendossier niet compleet en had ze een factuur te laat betaald. De student gaf aan dat ze door ziekte vertraging had opgelopen en dat haar opdrachten wel waren gemaakt, maar dat ze niet wist dat er nog beoordelingsformulieren nodig waren. Ook had ze geprobeerd in contact te komen met de instelling om haar opleiding af te ronden, maar kreeg weinig hulp. De Geschillencommissie oordeelde dat de instelling niet voldoende heeft gedaan om de student te begeleiden en te helpen bij het afronden van haar opleiding, ondanks het hoge bedrag dat ze had betaald. De commissie vindt dat de instelling opnieuw met de student moet overleggen over wat er nodig is om alsnog examen te doen. Als de student de opleiding wil afronden, moet ze daarvoor wel de normale kosten betalen. Voor onderdelen waarvoor ze aan de voorwaarden voldoet, moet de instelling de bijbehorende MBO-certificaten afgeven. Andere eisen van de student zijn afgewezen. Beide partijen zijn deels in het gelijk gesteld, dus er worden geen extra kosten opgelegd.

De volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de vraag of de consument recht heeft op herkansing van een examen dan wel op teruggave van een deel van het lesgeld.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft mijn diploma-aanvraag afgekeurd op basis van het niet tijdig betalen van de extra kosten voor het nakijken. De factuur hoefde pas op 21 april 2024 te worden betaald, maar volgens de ondernemer was dit 5 april 2024.

Daarnaast is aangegeven dat mijn examendossier niet compleet is, terwijl ik alle opdrachten heb gemaakt. Wat ontbreekt zijn de ondertekende beoordelingsformulieren voor twee modules. Tijdens de lessen is mij echter medegedeeld dat er voor deze modules geen opdrachten ingeleverd hoefden te worden. Hierdoor heb ik deze formulieren gemist. Dit kan echter gemakkelijk worden opgelost

Ik ben het hier er niet mee eens dat er na twee jaar inspanning en € 5.200, – lesgeld en overige extra kosten, met een student zo wordt afgerekend. Daarnaast ben ik tijdens mijn studie geopereerd en ziek geweest, hierdoor heb ik vertraging opgelopen. Op 13 maart 2024 heb ik een formulier ingediend op basis waarvan een plan zou moeten worden gemaakt voor de wijze waarop ik de opleiding zou kunnen afronden. Ik heb aangegeven dat ik graag in de verlenggroep zou willen meedoen, omdat ik door mijn ziekte niet heb kunnen focussen op mijn studie ook een niet tijdig mijn opdrachten heb kunnen inleveren.

Tegen het besluit van de examencommissie ben ik niet in beroep gegaan. Ik had informatie over ingewonnen. Hierdoor kreeg ik de indruk dat ik bij de Geschillencommissie moest zijn en niet bij de Commissie van Beroep voor Examens (CBE) van NRTO.

Ik wil dat mijn examendossier wordt beoordeeld of dat ik een gedeelte van mijn collegegeld terugkrijg.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. Hierbij wordt aangetekend dat de commissie geen acht slaat op de documenten die de ondernemer circa drie uur voor de zitting in het portal heeft geüpload. Noch de commissie noch de consument hadden tijdens de zitting namelijk van die documenten kennisgenomen. Op deze documenten heeft de ondernemer evenmin een beroep gedaan tijdens de zitting.

In de kern komt het standpunt van de ondernemer op het volgende neer.

De consument had een onderwijsovereenkomst van 23 mei 2022 tot 23 november 2023. Zij had de optie om deze eenmalig te verlengen. Dit heeft zij gedaan. Hierdoor had zij een onderwijsovereenkomst geldig tot 5 april 2024.

Aan verlenging zijn voorwaarden verbonden. Zij voldeed hieraan. De finale deadline om een compleet dossier aan te leveren, is duidelijk gecommuniceerd. De ‘te late’ betaling laten wij buiten beschouwing, dat is geen grond geweest om niet tot diplomeren over te gaan. Het dossier is incompleet. Wij volgen hierbij het besluit van de examencommissie

Op 23 mei 2024 hebben wij de consument het volgende bericht:

Wij hebben nogmaals, in overleg met de financiële administratie, jouw financieel dossier gecontroleerd en wij zien dat een factuur is betaald op 23 april. Dat is ruim na de gestelde deadline van 5 april 17:00u. Je hebt het ‘formulier afstuderen’ ingevuld en daarin aangegeven dat je alle facturen hebt betaald op 5 april 17:00u. Dat blijkt niet zo te zijn.
Verder hebben wij nogmaals jouw examendossier bekeken en wij zien dat het examendossier inhoudelijk niet compleet is. De volgende examens zijn niet ingeleverd:
 B1-K2-W1 Werkt aan eigen deskundigheid (module Professioneel werken)
 B1-K1-W6 Stemt de werkzaamheden af (module Professioneel werken)
 P6-K1-W2 Begeleidt de cliënt bij het versterken van eigen kracht (module Specialisatie PBSD)
 P6-K1-W3 Ondersteunt de cliënt bij maatschappelijke participatie (module Specialisatie PBSD)
 P6-K1-W5 Voert coördinerende taken uit (module Specialisatie PBSD)
Via jouw cijferlijst in Moodle, via de juiste module zie je dat er ook geen cijfers zijn behaald voor genoemde examens. Als voorbeeld zie je hieronder jouw dossier, module Professioneel werken.

Helaas is het op grond van deze redenen niet mogelijk om nog af te studeren bij (instelling) met een diploma. Je hebt immers drie mogelijkheden gehad binnen de reguliere duur van jouw opleiding om een compleet examendossier aan te leveren. Verder zijn er ook nog twee mogelijkheden geweest om een compleet dossier aan te leveren tijdens de verlenging. Je kiest er zelf voor om pas tijdens de laatste mogelijkheid een dossier aan te leveren.

Samenvattend, we hebben jouw bezwaar behandeld en blijven bij ons oordeel. Er kan beroep worden aangetekend bij de Commissie van Beroep voor Examens (CBE) van NRTO indien er volgens jouw argumenten geen juist besluit is genomen. In dit beroep dien jij feitelijke onjuistheden te onderbouwen. Hiervoor kun je contact opnemen met NRTO, via cvbe@nrto.nl binnen 4 weken na dit besluit.

Concluderend, betekent dit dat jouw opleiding bij (instelling) nu beëindigd is. Je kunt nog een mbo-verklaring aanvragen tot 30 juni via bijgevoegd formulier via (email adres)

Wij vinden dat wij de consument voldoende kansen hebben gegeven. Wat ons betreft zijn onze verplichtingen hierdoor geëindigd. De deadline voor afgifte van MBO-certificaten is verstreken. Deze deadline was 30 juni 2024.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Allereerst merkt de commissie op dat zij niet de bevoegdheid heeft besluiten van de examencommissie te beoordelen. Hiertoe is de Commissie van Beroep voor Examens (CBE) van NRTO bevoegd. Geen van partijen heeft dit betwist.

Wel kan de commissie beoordelen of de ondernemer volgens de eisen van redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld bij de uitvoering van de tussen partijen afgesloten opleidingsovereenkomst.

Hierbij geldt aan de ene kant dat de consument diverse mogelijkheden heeft gehad om van de diensten van de ondernemer gebruik te maken en de opleiding te voltooien. Het is ook haar verplichting om duidelijk vast te stellen wat er van haar wordt verwacht.

Aan de andere zijde valt het de commissie op dat de communicatie tussen de ondernemer en de consument geen blijk geeft van de daadwerkelijke wil van de ondernemer om te bekijken of de consument kan worden geholpen. De correspondentie tussen partijen heeft grotendeels elektronisch plaatsgevonden waarbij bijvoorbeeld werd gedebatteerd over de eisen die voor een bepaalde module golden en de vraag of er wel of niet een beoordelingsformulier moest zijn. Oplossingsgericht was die communicatie niet.

De consument heeft een zeer aanzienlijk bedrag betaald voor de opleiding die de ondernemer haar bood. Daar hoort ook bij dat de ondernemer zijn uiterste best doet om te bekijken wat de consument nodig heeft en haar daarbij te begeleiden. Ook tijdens de zitting heeft de ondernemer niet de indruk gewekt die houding aan te nemen. Zij gaf bijvoorbeeld aan dat de consument voor het vervolg van de opleiding alsnog een stage zou moeten lopen, terwijl de consument stelde dat zij al een stage had gelopen en zo nodig eenvoudig een stageverklaring kan krijgen. Dit laat zien dat directe communicatie tussen partijen gewenst is.

Dit betekent dat de redelijkheid en billijkheid gebiedt dat de ondernemer alsnog met de consument aan tafel gaat om te bezien wat ervoor nodig is om alsnog examen te doen. Als de consument bij de ondernemer hierna de opleiding wil voltooien, zal zij hiervoor echter wel de bijbehorende, gebruikelijke vergoeding moeten betalen.

Niet valt in te zien waarom de ondernemer geen MBO-certificaten zou hoeven af te geven in die gevallen waarin de consument aan de voorwaarden voor zo’n certificaat voldoet.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De ondernemer dient in persoon met de consument te overleggen om vast te stellen aan welke voorwaarden de consument alsnog moet voldoen om het examen te kunnen afleggen, waarbij ook aan de orde moet komen of de consument de opleiding als ‘extraneus’ kan afronden.

Wanneer de consument vervolgens de opleiding bij de ondernemer wil voltooien, moet zij hiervoor de bijbehorende, gebruikelijke vergoeding betalen.

Voor die onderdelen waarvoor de consument in aanmerking komt, moet de ondernemer de betreffende MBO-verklaring(en)/certificaten aan de consument afgeven.

Alle andere eisen en wensen worden ongegrond bevonden.

Er is geen aanleiding (een van partijen) kosten verbonden aan deze procedure te laten dragen nu zij beide deels in het gelijk zijn gesteld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Particuliere Opleidingen, bestaande uit de heer mr. W.F.R. Rinzema, voorzitter, de heer C. Broers, mevrouw mr. R. Jelicic, leden, op 6 november 2024.

Print/PDF