Opstelling van ondernemer bij klachtafhandeling heeft ongemak bij consument vergroot

De Geschillencommissie




Commissie: Telecommunicatiediensten    Categorie: Klacht    Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: ECD08-0521

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de schadevergoeding naar aanleiding van een storing.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument stelt dat de ondernemer de storing van zijn internetverbinding pas na 50 dagen in plaats van de noodzakelijke 10 dagen heeft verholpen.   De consument heeft het schikkingsvoorstel van de ondernemer van 17 november 2008 geaccepteerd, mits dit zou worden uitgevoerd voor 5 december 2008. Dit heeft niet plaatsgevonden. De consument heeft ook het aanvullende schikkingsvoorstel van de ondernemer van 22 december 2008 geaccepteerd met vermelding dat na ontvangst van het totaalbedrag ad € 168,55 de klacht bij de commissie zal worden ingetrokken. Per brief van 24 maart 2009 heeft de consument aan de commissie laten weten het overeengekomen bedrag nog niet van de ondernemer te hebben ontvangen.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Op 26 maart 2009 heeft de ondernemer een bedrag ad € 108,72 betaald. De ondernemer weigert echter het restant van het overeengekomen schikkingsbedrag uit te betalen. De ondernemer houdt een bedrag van € 59,83 in vanwege vermeend onbetaald gelaten facturen. Deze facturen zijn echter wel betaald. De consument stelt zich machteloos te voelen door het stilzitten van de ondernemer en diens weigerachtige opstelling.   De consument verlangt vergoeding van de abonnementskosten ad € 39,90 gedurende de periode dat de internetverbinding niet heeft gefunctioneerd en vergoeding van zijn telefoonkosten ad € 33,52.   Standpunt van de ondernemer   Uit de brief van de ondernemer aan de consument begrijpt de commissie dat de ondernemer in grote lijnen erkent dat de storing niet tijdig is verholpen. De ondernemer heeft in deze brief een eerste voorstel gedaan voor een minnelijke regeling. Per brief van 22 december 2008 heeft de ondernemer een gewijzigd voorstel voor een minnelijke regeling gedaan.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Tussen partijen is al eind 2008 zelfs tot twee maal toe overeenstemming bereikt over de schadeloosstelling van de consument voor de gevolgen van het niet tijdig verhelpen van een storing. Tussen partijen is afgesproken dat de ondernemer de consument een vergoeding van € 168,55 (inclusief klachtengeld) zal betalen. Desondanks heeft de ondernemer dit bedrag tot op de dag van de behandeling ter zitting – 8 mei 2009, derhalve ruim vier maanden later – nog steeds niet betaald. De consument heeft ter zitting betwist dat hij facturen onbetaald heeft gelaten. De ondernemer, die niet ter zitting is verschenen, heeft niet aannemelijk gemaakt dat de consument facturen onbetaald heeft gelaten. Het beroep van de ondernemer op verrekening faalt derhalve. De ondernemer dient alsnog een bedrag ad € 59,83 aan de consument te voldoen. De vergoeding van het klachtengeld is hierin begrepen.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   De commissie kan geen enkel begrip opbrengen voor de opstelling van de ondernemer bij de afwikkeling van deze klacht. In zijn brief van 22 december 2008 vraagt de ondernemer of de consument bereid is tot een schikking en tot uitbetaling over te gaan zodra de consument dit bevestigd heeft. De consument heeft het schikkingsvoorstel omgaand, namelijk op 24 december 2009 bevestigd. Desondanks is de ondernemer niet tot uitbetaling overgegaan.   Nu de ondernemer het ondanks de bereikte overeenstemming tot een zitting heeft laten komen door de overeengekomen vergoeding eenvoudigweg niet volledig aan de consument over te maken, heeft de ondernemer het ongemak voor de consument onnodig vergroot. De commissie acht een vergoeding hiervoor van € 75,– redelijk en billijk.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 134,83. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektronische Communicatiediensten op 8 mei 2009.