
Commissie: Recreatie
Categorie: Herstructurering
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
118581
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil gaat over de opzegging van de huurovereenkomst inzake een recreatiewoning in verband met herstructurering.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie allereerst naar het schrijven van de ondernemer aan de commissie d.d. 4 juli 2018. In de kern stelt de ondernemer zich op het standpunt dat hij op goede gronden en met inachtneming van de RECRON-Voorwaarden is overgegaan tot opzegging van de huurovereenkomst tegen 31 december 2018.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie allereerst naar de brieven van de rechtsbijstandsvertegenwoordiger van de consument d.d. 24 september 2018 en 25 oktober 2018.
In de kern komt dat standpunt erop neer dat niet wordt ingestemd met de opzegging om reden dat er geen sprake is van herstructurering.
Behandeling van het geschil
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen alsnog overeenstemming bereikt over de wijze waarop het geschil opgelost zal worden. Dit betekent dat de commissie niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil. Volstaan wordt met het hierna vastleggen van de tussen partijen totstandgekomen schikking.
Partijen zijn overeengekomen dat de consument tot uiterlijk 15 november 2019 gebruik mag maken van de recreatiewoning op perceel 24. Daarna wordt die woning op kosten van de ondernemer gesloopt. Verder zijn partijen overeengekomen dat de consument de gebruikelijke parkkosten over de periode van 1 januari 2019 tot 15 november 2019 aan de ondernemer betaalt en dat hem voor die periode geen onderhoudsverplichtingen worden opgelegd, tenzij die werkzaamheden noodzakelijk zijn om te kunnen voldoen aan de veiligheidsvoorschriften. Ten slotte zijn partijen overeengekomen dat de ondernemer aan het einde van voornoemde periode de consument een bedrag van € 8.000,– betaalt ter overname van de recreatiewoning op perceel 24.
Derhalve wordt beslist als volgt.
Beslissing
De consument mag tot uiterlijk 15 november 2019 gebruikmaken van de recreatiewoning op perceel 24;
De woning op perceel 24 wordt op kosten van de ondernemer gesloopt;
Over de periode van 1 januari 2019 tot 15 november 2019 betaalt de consument de gebruikelijke parkkosten aan de ondernemer;
Aan de consument worden voor voornoemde periode geen onderhoudsverplichtingen opgelegd, tenzij die werkzaamheden noodzakelijk zijn om te kunnen voldoen aan de wettelijke veiligheids¬voorschriften.
Aan het einde van voornoemde periode betaalt de ondernemer de consument een bedrag van € 8000,–.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit
mr. H.A. van Gameren, voorzitter,
drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk en P.W.M. Meijkamp, leden, op 12 december 2018.