Opzegging overeenkomst “met ingang van heden” gevolgd door directe afsluiting; klacht ongegrond

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Telecommunicatiediensten    Categorie: Afsluiting    Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: ECD09-0004

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft een internetabonnement.   De consument heeft in oktober 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   In oktober 2008 heb ik mijn internetabonnement bij de ondernemer opgezegd tegen 1 december 2008. Niettemin werd de verbinding vrijwel direct na mijn opzeggingsbrief afgesloten. Ik was hierdoor zeer gehandicapt. Ik heb een inbelabonnement moeten aanvragen bij een andere provider, terwijl ik een ADSL-abonnement bij die provider wilde hebben. Daarnaast heb ik te veel abonnementskosten betaald, want ook na de opzegging ging de afschrijving van abonnementsgeld door. De ondernemer doet onvoldoende om mij tegemoet te komen.   De consument verlangt medewerking van de ondernemer aan de totstandkoming van een ADSL abonnement bij de andere provider en schadevergoeding.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft bij brief d.d. 15 oktober 2008 zijn abonnement met directe ingang opgezegd. Wij hebben die opzegging gehonoreerd en schriftelijk bevestigd. Hierbij is enige verwarring ontstaan, omdat wij twee bevestigingsbrieven aan de consument hebben gestuurd, waarin verschillende data zijn genoemd waarop de verbinding zou worden afgesloten. Tevens zijn na de datum van de beëindiging per abuis nog abonnementsgelden geïncasseerd. Die zijn echter terugbetaald en daarnaast heeft de consument van ons een compensatie ontvangen van € 250,–. Wij achten de klacht dus ongegrond. De consument is reeds op 1 maart 2007 voor de telefoonaansluiting overgestapt op een andere aanbieder. Wij hebben het telefoonnummer van de consument vrijgegeven. Welke problemen zich daarmee bij de nieuwe provider hebben voorgedaan is ons dan ook niet bekend.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Bij de stukken bevindt zich een kopie van een brief van de consument aan de ondernemer d.d. 15 oktober 2008 met de volgende tekst: “Bij deze deel ik u mede dat ik mijn ADSL aansluiting (destijds afgesloten met [de vorige provider], nu dus met u) met ingang van heden wil beëindigen en trek de aan u verleende machtiging om het abonnementsgeld ervoor af te schrijven van [mijn rekening nr] hierbij in. Graag had ik een bevestiging per e-mail aan…” (volgt een e-mail adres; de onderstreping is van de consument). Er wordt geen opzeggingstermijn in de brief genoemd. Dat de ondernemer deze brief heeft beschouwd als een opzegging met directe ingang, is dus begrijpelijk. De ondernemer kan dan ook niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade die de consument heeft geleden als gevolg van de beëindiging van de verbinding. Waarom de consument niettemin een bedrag van € 250,– heeft ontvangen is niet duidelijk geworden. Eventuele schade is hiermee in elk geval ruimschoots gecompenseerd. Problemen met het telefoonnummer van de consument kunnen niet aan de ondernemer worden toegerekend, nu de consument al per 1 maart 2007 voor zijn telefoonaansluiting is overgestapt op een andere aanbieder en het telefoonnummer door de ondernemer is vrijgegeven. Waarom de consument geen normaal ADSL-abonnement bij een andere aanbieder zou kunnen afsluiten heeft hij niet duidelijk gemaakt. De commissie heeft dus niet kunnen vaststellen dat de ondernemer in dit opzicht iets valt te verwijten.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektronische Communicatiediensten op 11 juni 2009.