
Commissie: Recreatie
Categorie: Opzegging
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
246393/253413
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De vraag die partijen verdeeld houdt is of de ondernemer de overeenkomst tussen partijen rechtsgeldig heeft opgezegd. De commissie is van oordeel dat de ondernemer de overeenkomst niet rechtsgeldig heeft opgezegd, omdat niet is voldaan aan de schriftelijkheidseis. Dat betekent dat de overeenkomst is doorgelopen. De klacht is gegrond. Hierna wordt nader uitgelegd waarom.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Recreatie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Het geschil is ter zitting behandeld op 19 april 2024 te Den Haag en digitaal (via ZOOM).
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.
Recreant werd ter zitting bijgestaan door mr. [naam] (advocaat) en haar zoon de heer [naam zoon consument].
De ondernemer werd ter zitting vertegenwoordigd door de heer [naam directeur] (directeur) en de heer [naam parkmanager] (parkmanager)
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een sinds november 2005 tussen recreant en (eerst met de rechtsvoorganger van) de ondernemer achtereenvolgens tot stand gekomen jaarstaanplaatsovereenkomst. De (rechtsvoorganger van de) ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het jaarlijks achtereenvolgens ter beschikking stellen van kampeerplaats [kampeerplaats] tegen de daarvoor door de recreant te betalen huurprijs met bijbehoren.
De recreant heeft op 8 februari 2023 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de recreant
Het standpunt van de recreant luidt in hoofdzaak als volgt.
Recreant huurt al sinds jaar en dag de vaste kampeerplaats “[kampeerplaats]”, eerst bij de rechtsvoorganger van de ondernemer, te weten [naam rechtsvoorganger van de ondernemer].
Bij brief d.d. 10 januari 2023 heeft de ondernemer recreant bericht dat hij de ‘huurovereenkomst niet meer verlengd hebben na 31 december 2022’. Blijkens voornoemde brief was de reden voor het ‘niet verlengen’ dat:
1) de werkzaamheden aan de stacaravan niet zouden zijn afgerond; en
2) een rapportage van de definitieve keuringen van alle aansluitingen waarin de veiligheid van de algehele situatie op [het kampeermiddel] gewaarborgd is, ontbreekt.
De ondernemer stelt recreant in de gelegenheid om vóór 12 februari 2023 al haar eigendommen te verwijderen en de staanplaats leeg aan de ondernemer op te leveren.
Recreant klaagt erover dat de door de ondernemer bij brief d.d. 10 januari 2023 – dan wel eerder – gedane opzegging niet rechtsgeldig is en verzoekt de Geschillencommissie om vast te stellen dat deze opzegging niet rechtsgeldig is en dat zodoende de huurovereenkomst op grond van artikel 3 lid 1 van de RECRON-voorwaarden telkens automatisch met één overeenkomstjaar wordt verlengd, totdat een rechtsgeldige opzegging / beëindiging heeft plaatsgevonden.
Voor de detaillering van dit standpunt wordt verwezen naar de door de advocaat van recreant in het geding gebrachte memorie.
Ter zitting heeft de recreant verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Recreant blijft bij het door haar ingenomen standpunt. Benadrukt wordt:
- dat ons kampeermiddel niet is aangesloten op het gasnet van de camping. Er is dus geen veiligheidskeuring vereist, althans heeft de ondernemer daar geen belang bij;
- de opzegging deugt ook niet omdat recreant nimmer is gewaarschuwd met mededeling wat er moet gebeuren/wat moet worden veranderd;
- recreant heeft nog geen factuur ontvangen voor dit jaar;
- we zijn alleen bereid om met de ondernemer te praten op basis van een voortduring van het verblijf op deze camping.
De recreant verlangt: “Bevestiging dat de vermeende opzegging van [de ondernemer] niet conform de Recronvoorwaarden heeft plaatsgevonden en derhalve geen effect sorteert, zodat de huurovereenkomst onverkort blijft doorlopen.”
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Het probleem is ontstaan op het moment dat wij akkoord hebben gegeven om een nieuwe stacaravan te laten bouwen op plaats [kampeerplaats]. Recreant is begonnen in december 2016 en zou 4 tot 5 maanden nodig hebben. Afspraken werden nooit nagekomen en communicatie was nagenoeg niet op een fatsoenlijke manier te voeren. Wat uiteindelijk heeft geresulteerd in een stacaravan die nog steeds niet af is en die niet gebruikt kan worden waarvoor het bedoeld is, en ook dat een en ander sinds die tijd heel veel tijd en frustratie kost voor beide partijen.
Wij hebben in de afgelopen jaren nadrukkelijk te horen gekregen in verschillende mails van recreant dat de communicatie uitsluitend via zijn mailadres mag plaatsvinden. Dit mailadres wordt ook gebruikt in ons systeem en wordt tevens gebruikt als inlogcode voor het online-systeem om de huurnota op te halen. Deze informatie is bekend gemaakt aan al onze gasten. Wij achtten de zoon van recreant destijds capabel genoeg om dit online te regelen aangezien. Helaas blijkt dit een verkeerde inschatting te zijn geweest en hebben wij alsnog een papieren versie van de huurnota gestuurd.
In de mail van 23 juni 2022 reageert onze parkmanager op de mail van de zoon van 19 juni 2022. Hierin sluit hij af met een ultimatum om te voldoen aan de gestelde voorwaarden anders zien wij ons gedwongen om de overeenkomst te ontbinden per 31 december 2022. In de mail van 11 augustus wordt de zoon van recreant er aan herinnerd dat we sinds 23 juni 2022 geen reactie meer ontvangen hebben en wijzen we nogmaals op de gestelde voorwaarden en dat wij vasthouden aan het beëindigen van de overeenkomst per 31 december 2022.
Aangezien wij begin oktober nog steeds op geen enkele manier contact krijgen, hebben we op 4 oktober 2022 nogmaals gemeend om de zoon te mailen en te herinneren aan het belang van deze kwestie. Uiteindelijk kregen we op 13 oktober 2022 een reactie, waarop wij nogmaals een reactie hebben gegeven maar helaas alsnog geen inhoudelijke reactie. Aanvankelijk hebben we nog gewacht tot na de eerste week van januari maar uiteindelijk besloten om de opzegging via ons schrijven van 10 januari 2023 definitief te maken. Al met al willen wij hiermee aangeven dat wij wel degelijk binnen de gestelde tijd hebben aangegeven dat de overeenkomst zou komen te vervallen wanneer niet voldaan zou worden aan de gestelde voorwaarden. De brief van 10 januari 2023 was een bevestiging van deze feiten. Uiteindelijk kregen wij de eerste reactie van de advocaat van recreant op 8 februari 2023.
De e-mail van 2 december 2022 staat inderdaad volkomen haaks op onze brief van 10 januari en alle eerdere communicatie, helaas zijn dergelijke automatische systemen dan weer een nadeel. En slordig, zeker in deze situatie.
De ondernemer ziet in dat vasthouden aan de brief van 10 januari 2023, en daarmee aan de gestelde voorwaarden, niet de oplossing zou zijn en hebben vervolgens de mogelijkheid gegeven om alsnog gebruik te maken van plaats [kampeerplaats].
Recreant beweert dat er geen gasaansluiting aanwezig is in de stacaravan, dat kan misschien kloppen, wij hebben hier geen bewijs van aangezien we nog nooit binnen zijn geweest om een eventuele controle uit te kunnen voeren. Wel weten we dat er in de “blokhut” op de kavel een geiser is gemonteerd welke gevoed wordt door een gasaansluiting die aan de achterzijde van deze “blokhut” door middel van een koppelstuk is aangesloten op onze hoofdaansluiting. Dus er is wel degelijk een gasaansluiting aanwezig op [het kampeermiddel] en deze dient te allen tijde gekeurd te worden door een gerenommeerd bedrijf voordat deze in gebruik wordt genomen.
De ondernemer wil graag nog verwijzen naar de mail-correspondentie tussen de ondernemer en de advocaat van recreant. Wij zijn welleswaar standvastig gebleven in de beëindiging van de overeenkomst tussen beide partijen, het vertrouwen voor een goede voortzetting was ondertussen ook volledig verdwenen, maar wij hebben zeker ook geprobeerd om het gesprek in te gaan maar helaas is het niet gelukt om recreant alsnog zo ver te krijgen om dit daadwerkelijk uit te voeren.
Tot slot wil de ondernemer nog duidelijk maken dat we zeker bereid zijn om alsnog op een correcte manier uit elkaar te gaan. Want het is wat ons betreft duidelijk, ongeacht de beslissing van de Geschillencommissie, dat recreant alsnog op een correcte manier, en op rechtsgeldige gronden de beëindiging van de overeenkomst overhandigd krijgt zoals zij ook aangeven in hun klacht.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Ook de ondernemer blijft bij wat door hem is aangevoerd. Er is wel degelijk opgezegd. De ondernemer blijft erbij dat dit een geldige opzegging is geweest. Op 19 oktober 2022 is opgezegd per email, en die opzegging en de onderbouwing daarvan is bevestigd op 10 januari 2023. Het kampeermiddel is nog steeds niet af. Ook vindt geen/onvoldoende onderhoud plaats. De buren klagen daarover bij de ondernemer. Het kampeermiddel staat nog steeds op zijn plaats. Het staat op een frame zonder wielen, wat ook tegen de afspraken ingaat. De opzegging heeft dus ook met veiligheid te maken. De buren hebben daar ook recht op. Over 2024 is recreant vanzelfsprekend niets in rekening gebracht. De kosten over het jaar 2023 zijn recreant automatisch in rekening gebracht en zijn ook door recreant betaald. De ondernemer heeft de gastoevoer afgesloten. Feit blijft dat elke gasinstallatie gekeurd moet worden en dat daarvan een rapport beschikbaar moet zijn.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Voldaan is aan de in artikel 19 lid 3 RECRON-voorwaarden Vaste Plaatsen vastgelegde eis dat het geschil bij deze commissie aanhangig moet zijn gemaakt binnen 12 maanden na de datum waarop recreant de klacht bij de ondernemer heeft ingediend. Het geschil is namelijk bij deze commissie aanhangig gemaakt op 2 januari 2024 terwijl de klacht bij de ondernemer is ingediend op 8 februari 2023. Recreant heeft naar het oordeel van de commissie na te melden e-mailbericht van 10 januari 2023 in redelijkheid mogen aanmerken als eerste moment waarop voor haar kenbaar was dat opzegging daadwerkelijk aan de orde was, waarop binnen bekwame tijd nadien bij de ondernemer is geklaagd met behulp van rechtsbijstand.
In geschil is dus of de overeenkomst van partijen rechtsgeldig is opgezegd per 31 december 2022 door de ondernemer.
Over de hier aan de orde zijnde opzegging per 31 december 2022 is door de ondernemer verklaard dat deze is c.q. moet zijn gedaan met het emailbericht van 19 oktober 2022 en dat “uiteindelijk” is besloten om die opzegging “via ons schrijven van 10 januari 2023 definitief te maken.”
Dat e-mailbericht van 19 oktober 2022 heeft de volgende inhoud:
Goedemorgen meneer [naam consument],
23 juni heb ik onderstaande email aan u verzonden, maar hier heb ik tot op heden nog geen antwoord op mogen ontvangen. Ik respecteer uw wens om contact te hebben via de email, maar dan zou het wel prettig zijn als u uw email beantwoord. In ons toegangssysteem zag ik dat u in de tussentijd wel op de camping bent geweest maar desondanks geen moeite heeft genomen om mij, of eventueel [naam directeur], persoonlijk aan te spreken. En bij een snelle controle van de plaats lijkt het er op dat er weinig verandering heeft plaatsgevonden op uw jaarplaats.
En nogmaals, voor alle duidelijkheid; [de ondernemer] blijft bij het standpunt dat indien de caravan voor 31-12- 2022 niet af én gekeurd door een extern bedrijf is, de huurovereen- komst met betrekking tot jaarplaats [kampeerplaats] op deze datum stopt en niet meer verlengd zal worden. U zult begrijpen dat de bijkomende kosten voor het leeg opleveren van de kavel volledig voor u rekening komen zoals ook omschreven in de HIswa-Recron voorwaarden. Op deze manier laat u ons geen keuze en zullen we uiteindelijk vast moeten houden aan dit scenario. Ik ben wederom zeer benieuwd naar uw reactie in deze kwestie.
Het “schrijven van 10 januari 2023” betreft eveneens een e-mailbericht en heeft de volgende inhoud:
Geachte mevrouw [naam consument],
Sinds eind 2021 hebben wij verschillende keren, op aandringen van uw zoon meneer [naam zoon consument], vooral per mail contact gehad aangaande de langdurige verbouwing van de “stacaravan” op de door u gehuurde plaats op [kampeerplaats]. Er is geprobeerd om persoonlijk gesprek aan te gaan, er zijn meerdere mails verstuurd maar helaas zonder tot een gewenst resultaat te komen.
Er is door meneer [naam] nog wel gereageerd via een mail op 12 oktober j.l. met de mededeling dat we nog een aanvullende reactie zouden ontvangen maar helaas is deze achterwege gebleven. Vervolgens hebben wij hem hier nog aan herinnerd maar tot op heden geen reactie. Naast het feit dat wij geen schriftelijke stellingname van uw zoon hebben ontvangen is het ondertussen ook zo dat de door ons gestelde voorwaarden, en bijbehorende termijn, niet verwezenlijkt zijn; het gaat hier om het afronden van de werkzaamheden aan de “stacaravan” en met name de rapportage van de definitieve keuringen van alle aansluitingen waarin de veiligheid van de algehele situatie op [de kampeerplaats] gewaarborgd is. Op dit moment ontbreekt elk bewijs van ingebruikname en goedkeuring door een gecertificeerd bedrijf. Dit is de reden waarom wij de huurovereenkomst, zoals eerder gesteld in onze mails, niet meer verlengd hebben na 31 december 2022.
U krijgt van ons de gelegenheid om uw bezittingen op [de kampeerplaats] voor 12 februari a.s. te verwijderen en de plaats leeg aan ons op te leveren, mocht u niet in staat of in de gelegenheid zijn dit uit te voeren dan zullen wij de aanwezige spullen verzamelen en stallen. De bij komende kosten zullen dan voor u rekening komen.
Mocht u het niet eens zijn met de gestelde maatregelen dan kunt u binnen 14 dagen na dag tekening van dit schrijven bezwaar maken bij de Geschillen commissie Recreatie overeenkomstig artikel 12 van de Recronvoorwaarden welke in uw bezit zijn. Wij betreuren dit besluit maar gezien de situatie op [de kampeerplaats] en het ontbreken van ons vertrouwen in een goede samenwerking in de toekomst zien we helaas geen andere oplossing.
Het samenstel van deze berichtgeving levert naar zeggen van de ondernemer een rechtsgeldige opzegging van de overeenkomst van partijen op per 31 december 2022. De consument heeft dit standpunt gemotiveerd betwist, waarbij onder meer is aangevoerd dat geen sprake kan zijn geweest van een opzegging omdat niet is voldaan aan de daaraan te stellen eisen.
De commissie oordeelt hierover als volgt:
De van de rechtsverhouding van partijen deel uitmakende RECRON-voorwaarden voor vaste plaatsen bepalen voor zover hier relevant het volgende:
Artikel 11: Beëindiging door de ondernemer:
- De ondernemer kan de overeenkomst schriftelijk beëindigen indien:
a. de recreant, mederecreant(en) en/of derde(n) ondanks schriftelijke waarschuwing de verplichtingen uit de overeenkomst en/of de regels in de informatie van de ondernemer en/of de overheidsvoorschriften niet of niet behoorlijk naleeft of naleven, dan wel overlast aan de ondernemer en/of andere gasten bezorgt, dan wel de goede sfeer op of in de directe omgeving van het terrein bederft;
(……)
c. (een) overheidsmaatregel(en) de ondernemer noodzaakt/noodzaken tot beëindiging van de overeenkomst. De ondernemer dient de recreant over de overheidsmaatregel(en) schriftelijk of elektronisch te informeren binnen drie maanden nadat de overheid de te nemen maatregel heeft aangekondigd;
(…..)
e. kampeermiddel, ondanks schriftelijke waarschuwing en na een redelijke termijn voor aanpassing, niet aan de milieu- en/of veiligheidseisen voldoet;
d. het kampeermiddel van de recreant ondanks schriftelijke waarschuwing in een zodanig slechte staat verkeert, dat het aanzien van het terrein en de directe omgeving wordt geschaad. In de schriftelijke waarschuwing dient de ondernemer aan te geven wat de recreant binnen minimaal een halfjaar na dagtekening van de schriftelijke waarschuwing dient te vernieuwen of aan te passen;
(……)
- Opzegging door de ondernemer geschiedt schriftelijk bij aangetekend schrijven of persoonlijk overhandigde brief met inachtneming van een termijn van drie maanden tegen het einde van het lopende overeenkomstjaar.
(……)
Uit dat artikel 11 volgt dat de schriftelijkheidseis geldt voor zowel de waarschuwing als de opzegging. Door deze commissie is herhaald overwogen en beslist dat die schriftelijkheidseis letterlijk moet worden genomen en dat dus niet kan worden volstaan met communicatie per e-mail. Die eis geldt ook in de situatie dat van de zijde van recreant op enig moment is verzocht om (alleen) te communiceren per e-mail. Reeds op basis hiervan moet de conclusie zijn dat de opzegging per 31 december 2022 niet als zodanig kan gelden en daarom niet het beoogde rechtsgevolg kan hebben gehad. Recreant heeft zich terecht op dat standpunt gesteld.
Ten overvloede verdient overweging dat in het bericht van 19 oktober 2022 niet inhoudelijk is gewaarschuwd ten aanzien van het niet af zijn van het kampeermiddel. Een deugdelijke en adequate waarschuwing dient duidelijk te maken aan welke voorwaarden recreant in de hem nog ter beschikking staande termijn dient te voldoen om het onheil van opzegging alsnog te keren. Die duidelijkheid wordt hier niet aanstonds verschaft, maar eerst veel later – en daarmee te laat – in het bericht van 10 januari 2023. Ditzelfde geldt voor de waarschuwing dat het kampeermiddel gekeurd moet worden, zonder daarbij opgave te doen welke keuring waarom is vereist. Zulks mede indachtig de omstandigheid dat de ondernemer dit kampeermiddel voordien had ontkoppeld van het gasnet op deze camping en er toen kennelijk geen redenen waren om aan te nemen dat het kampeermiddel een eigen separate gasvoorziening had.
De slotsom luidt dan ook dat geen rechtsgeldige opzegging per 31 december 2022 heeft plaatsgevonden. Hetgeen partijen nog meer verdeeld houdt kan dan ook onbesproken worden gelaten, omdat partijen bij de beoordeling daarvan geen hier te honoreren zelfstandig belang (meer) hebben.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Nu de recreant in het gelijk is gesteld is de ondernemer op basis van het reglement van de commissie gehouden om het klachtengeld te voldoen aan de consument alsmede om de bijdrage in de behandelingskosten te voldoen. Die bijdrage wordt de ondernemer separaat bij factuur in rekening gebracht.
Daarom wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
Stelt vast dat voormelde vermeende opzegging van de ondernemer per 31 december 2022 niet conform het daartoe bepaalde in de RECRON-voorwaarden voor vaste plaatsen heeft plaatsgevonden en derhalve geen effect sorteert, zodat de huurovereenkomst van partijen per die datum onverkort is blijven doorlopen.
Bepaalt dat de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de recreant dient te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan het secretariaat van de commissie de bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, de heer P.W.M. Meijkamp en mr. J.M. Huysman-Hartkamp op 19 april 2024.