Opzegtermijn en verschuldigde opvangkosten een maand bij tussentijdse opzegging

De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: Opzegging overeenkomst    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 242384/255468

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument heeft de opvangovereenkomsten voor zijn kinderen met onmiddellijke ingang opgezegd vanwege een verschil van mening over de duur van de breng- en haalmomenten van de kinderen en onpedagogische uitlatingen van een pedagogisch medewerker richting de kinderen. De consument is het er niet mee eens dat de ondernemer hem desondanks opvangkosten over de opzegtermijn in rekening heeft gebracht. De commissie oordeelt dat de consument de opvangovereenkomst tussentijds kan opzeggen en dat daarbij een opzegtermijn van een maand in acht genomen dient te worden. Over deze periode is de consument opvangkosten verschuldigd omdat de commissie op geen enkele wijze vast heeft kunnen stellen dat de ondernemer onzorgvuldig of verwijtbaar handelen kan worden verweten. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

Vanwege een verschil van mening over de duur van de breng- en haalmomenten van de kinderen en onpedagogische uitlatingen van een pedagogisch medewerker richting de kinderen heeft de consument zich genoodzaakt gezien de opvangovereenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen. De consument is het er niet mee eens dat de ondernemer hem desondanks opvangkosten over de opzegtermijn in rekening heeft gebracht.

Standpunt van de consument

De twee dochters van de consument (van toen 2 en 3,5 jaar oud) werden één dag per week opgevangen op het kinderdagverblijf van de ondernemer. De kinderen hadden behoefte aan een wat langer afscheid bij het brengmoment maar dat werd de consument door de pedagogisch medewerkers nauwelijks toegestaan. Er was sprake van een gehaaste sfeer en soms leek het meer op een wedstrijd om de kinderen zo snel mogelijk in de groep te krijgen. De consument heeft dit meerdere keren aangekaart bij de medewerkers en de ondernemer maar van verbetering was geen sprake. De oudste dochter kwam daarbij vaak verdrietig terug van de opvang. Uit de verhalen van de dochter maakt de consument op dat de pedagogisch medewerker zich zeer onprofessioneel uitliet tegenover de dochter. Zo werden stickers beloofd die niet werden gegeven en werd de dochter kleinerend behandeld omdat ze haar jasje zelf nog niet goed aan kon trekken en zij niet goed kon dansen op muziek van K3. De consument heeft het gedrag van de medewerker meerdere keren besproken maar ook dit veranderde niet en er werden geen maatregelen genomen. De ouders hadden het gevoel dat zij totaal niet serieus werden genomen hoewel zij ernstige zorgen hadden over het welzijn van hun kinderen. De consument heeft zich dan ook genoodzaakt gezien de opvangovereenkomsten op 6 november 2023 per direct op te zeggen. Het vertrouwen was weg.

De ondernemer heeft de consument echter de opvangkosten voor de gehele maand november 2023 in rekening gebracht terwijl de kinderen maar één keer naar de opvang zijn geweest.

Gelet op de handelwijze van de ondernemer is de consument van mening dat hij na 6 november 2023 geen opvangkosten meer verschuldigd is. De maand november kende 5 opvangdagen waarvan slechts één opvangdag door de consument is benut. De consument verlangt dan ook een teruggave van 4/5 deel van de opvangkosten wat neerkomt op een bedrag van € 434,98.

Standpunt van de ondernemer

De ondernemer betreurt het dat de consument niet tevreden is over de opvang van de dochters maar herkent zich niet in de klachten die de ouders naar voren hebben gebracht.

De ondernemer hecht groot belang aan de breng- en haalmomenten. Tussen 7.30 uur en 8.30 uur kunnen de kinderen worden gebracht en kan er afscheid worden genomen. Om 8.30 uur wordt er gestart met het programma. Indien kinderen behoefte hebben aan wat meer tijd om afscheid te nemen is daar vanaf 7.30 uur ruimschoots de tijd voor. De ondernemer heeft meerdere gesprekken gevoerd met de ouders en de breng- en haalmomenten in het team besproken maar de ondernemer had de indruk dat hoe lang en op welke wijze het brengmoment ook werd ingericht, de overdracht desondanks onvoldoende bleek voor de ouders.

Ten aanzien van de beweerdelijke uitlatingen door de pedagogisch medewerker heeft de ondernemer ook meerdere gesprekken met de consument gevoerd. Daarbij is toegelicht dat het om kleine kinderen gaat van wie de perceptie wel eens anders kan zijn dan een medewerker gezegd of bedoeld heeft. Een kind heeft een andere belevingswereld. Van andere ouders of teamleden heeft de ondernemer nimmer zorgen of klachten ontvangen. De pedagogisch medewerker staat bekend als een lieve medewerker die zeer begaan is met de kinderen. Aan het verzoek van de ouders om de betreffende medewerker niet meer op de groep van de oudste dochter te plaatsen heeft de ondernemer geen gehoor gegeven. De ouders hebben zich vervolgens kwetsend uitgelaten over en tegenover de medewerker..

De ouders hebben de ondernemer te kennen gegeven dat zij de opvang stop zouden zetten als er niet tegemoet zou worden gekomen aan een overdracht zo lang als zij dat wensten en voorts verlangden zij dat hun kinderen niet meer opgevangen zouden worden door de betreffende medewerker.

De ondernemer heeft de ouders laten weten dat dit geen voorwaarden zijn waaraan kan worden voldaan. De consument heeft de overeenkomsten op 6 november 2023 opgezegd. Rekening houdend met de contractuele opzegtermijn van een maand diende de consument tot 6 december 2023 opvangkosten te betalen. Coulance halve heeft de ondernemer slechts opvangkosten tot en met 30 november 2023 in rekening gebracht. De consument verlangt echter een teruggave van de opvangkosten van 6 november 2023 tot en met 30 november 2023. De ondernemer is daarmee niet akkoord gegaan.

Beoordeling van het geschil

De dochters van de consument werden sinds 1 maart 2023 en 1 april 2023 voor één dag per week (laatstelijk op woensdag) opgevangen in het kinderdagverblijf van de ondernemer. De consument is bij het sluiten van de opvangovereenkomst (op 18 januari 2023 en op 13 maart 2023) met de inhoud van de informatiebrochure van de ondernemer akkoord gegaan. In de informatiebrochure is opgenomen dat de opvangovereenkomst loopt tot en met de dag van de vierde verjaardag van het kind. Tussentijdse opzegging is mogelijk met in achtneming van een opzegtermijn van een maand.

De consument heeft de opvangovereenkomsten op 6 november 2023 opgezegd. De consument heeft naar voren gebracht dat de situatie op de opvanglocatie van de ondernemer de kinderen niet ten goede kwam om welke reden consument zich genoodzaakt heeft gezien de overeenkomst per direct op te zeggen.

De commissie overweegt dat de consument zoals hiervoor is toegelicht, de opvangovereenkomst tussentijds kan opzeggen. Een opzegtermijn van een maand dient daarbij in acht te worden genomen over welke periode de consument opvangkosten verschuldigd is.

De consument heeft zich op het standpunt gesteld dat de ondernemer geen opzegtermijn kan hanteren omdat de ondernemer niet heeft voldaan aan de verwachtingen en voorwaarden die de consument aan de ondernemer als opvangorganisatie mocht stellen, zo begrijpt de commissie. De daartoe aangevoerde argumenten zijn echter ontoereikend. De commissie is niet gebleken dat de ondernemer afwijkende breng- en haaltijden of momenten hanteert. De ondernemer heeft genoegzaam toegelicht dat de consument de gelegenheid wordt geboden om, indien gewenst, gedurende een tijdspanne van 7.30 uur tot 8.30 uur afscheid te nemen van de kinderen. Evenmin is de commissie gebleken dat de door de consument genoemde pedagogisch medewerker zich onheus of onpedagogisch zou hebben uitgelaten of gedragen ten opzichte van de destijds 3,5 jaar oude dochter van de consument. De commissie wil daarmee niet suggereren dat de ouders geen geloof mochten hechten aan de uitspraken van hun dochter. De belevingswereld van een kind van 3,5 jaar en de perceptie van wat er door een medewerker is gezegd kan echter anders zijn dan wat er daadwerkelijk is gezegd en is voorgevallen. De commissie is van oordeel dat de ondernemer op juiste gronden niet tegemoet is gekomen aan de wens van de ouders een andere pedagogisch medewerker op de groep van de oudste dochter te plaatsen.

Dit neemt niet weg dat de commissie begrip heeft voor de beslissing van de ouders om voor hun dochters een andere vorm van opvang te kiezen nu zij zich niet altijd prettig voelden op de opvang van de ondernemer. De commissie heeft echter op geen enkele wijze vast kunnen stellen dat hier enig onzorgvuldig of verwijtbaar handelen of nalaten van de ondernemer aan ten grondslag ligt.

Aangezien de consument op 6 november 2023 de opvangovereenkomsten voor de dochters heeft opgezegd geldt, met in achtneming van een maand opzegtermijn, een betalingsverplichting tot en met 6 december 2023.

De ondernemer heeft de consument uit coulance geen opvangkosten voor de maand december 2023 in rekening gebracht. Voor de maand november 2023 is de consument de volledige opvangkosten aan de ondernemer verschuldigd.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie verklaart de klacht van de consument ongegrond en wijst het verzochte af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer mr. E.A.J. Vergouwen en mevrouw E.C. Rosemünd, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 27 mei 2024.