Ouder waar kinderen verblijven, mag kinderen aanmelden bij opvanglocatie van zijn/haar keuze.

De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: ouderlijk gezag    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 222323/245091

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Klager en zijn ex-partner zijn de ouders van twee kinderen. De ex-partner van klager heeft de kinderen zonder instemming van klager ingeschreven op een opvanglocatie van de ondernemer. Klager verlangt een ontbinding van deze overeenkomst, omdat hij niet heeft ingestemd met de inschrijving van de kinderen en een inschrijving, zoals door hem gesteld, door beide ouders moet worden ondersteund. De commissie oordeelt dit niet als juist. In verband met co-ouderschapsregeling zijn de kinderen de ene week bij klager en de andere week bij de ex-partner. Klager kan geen ontbinding vragen van de opvangovereenkomsten die zijn ex-partner met de ondernemer heeft gesloten, omdat op de dagen dat de kinderen bij hun moeder verblijven, zij de kinderen bij een opvanglocatie van haar keuze mag aanmelden. Dit geldt andersom ook voor klager, als gezaghebbende ouder. Wel geldt dat elk van de ouders recht heeft op informatie over de kinderen op de opvanglocatie waar de kinderen verblijven. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

Klager verlangt een beëindiging van de opvangovereenkomst die zijn ex-partner, zonder zijn toestemming,  is aangegaan met de ondernemer. Klager heeft net als zijn ex-partner het ouderlijk gezag over hun twee kinderen en is het er niet mee eens dat de kinderen naar de opvang van de ondernemer gaan.

Standpunt van klager

Klager is de vader van twee zonen over wie hij, samen met zijn ex-partner, het ouderlijk gezag heeft.

Conform een co-ouderschapsregeling zijn de kinderen de ene week bij klager en de andere week bij de ex-partner. De ex-partner heeft de kinderen zonder instemming van klager ingeschreven op de opvanglocatie van de ondernemer. In de weken dat de kinderen bij de ex-partner verblijven gaan zij twee dagen per week naar de opvang van de ondernemer. Klager stelt zich op het standpunt dat een opvangovereenkomst slechts kan worden gesloten met de toestemming van beide ouders. Nu zijn toestemming ontbreekt had de ondernemer de opvangovereenkomsten niet mogen sluiten of in ieder geval op klagers verzoek moeten beëindigen. Daarbij is klager van mening dat het onnodig is dat de kinderen naar de opvang gaan; klager kan de kinderen gedurende de twee dagen zelf opvangen. Op die manier worden ook veel opvangkosten bespaard die een substantieel deel uitmaken van de door klager te betalen kinderalimentatie. Klager en zijn ex-partner hadden de wens uitgesproken dat opvang voor de kinderen zo min mogelijk zou worden ingezet. De ex-partner heeft de kinderen echter desondanks ingeschreven bij de ondernemer. De kinderen zijn liever bij klager dan in de opvang. Klager heeft bij de ondernemer zijn bezwaren kenbaar gemaakt maar de ondernemer weigert de opvangovereenkomsten te beëindigen. Daarbij voldoet de ondernemer niet aan zijn informatieplicht ten opzichte van klager. Om die reden legt klager zijn klacht voor aan de commissie.

Standpunt van de ondernemer

De moeder van de kinderen heeft de kinderen ingeschreven op de opvanglocatie van de ondernemer. Zij is, net als de vader, belast met het ouderlijk gezag over de kinderen en zij is bevoegd de kinderen in te schrijven. De ondernemer staat buiten de problemen van klager en zijn ex-partner. Klager is uitgenodigd voor een gesprek op de opvanglocatie van de kinderen maar hij heeft van die uitnodiging geen gebruik gemaakt. De momenten waarop klager de kinderen op de opvang heeft opgehaald (onder meer voor een doktersbezoek) zijn prettig en in goede harmonie verlopen. Klager is goed op de hoogte van het reilen en zeilen van de kinderen op de opvang en de ondernemer voldoet wat dit betreft aan zijn informatieplicht. Met de kinderen gaat het goed op de opvang.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Klager en zijn ex-partner zijn de ouders van twee kinderen. De ex-partner van klager heeft de kinderen zonder instemming van klager ingeschreven op een opvanglocatie van de ondernemer. Klager verlangt een ontbinding van de opvangovereenkomst door de ondernemer omdat hij niet heeft ingestemd met de inschrijving van de kinderen en een inschrijving, zoals door hem gesteld, door beide ouders moet worden ondersteund.

Anders dan klager kennelijk veronderstelt is het onjuist dat beide ouders, in geval van het delen van het ouderlijk gezag, in dienen te stemmen met een inschrijving van de kinderen bij een kinderopvangorganisatie.

Elk van de ouders is daartoe afzonderlijk gerechtigd. Op de dagen dat de kinderen bij hun moeder verblijven kan zij de kinderen bij een opvanglocatie van haar keuze aanmelden. Andersom geldt dat klager, als gezaghebbende ouder, de kinderen op de dagen dat zij bij hem verblijven op een opvanglocatie van zijn keuze kan inschrijven. Klager kan dan ook geen ontbinding vragen van de opvangovereenkomsten die zijn ex-partner met de ondernemer heeft gesloten. Wel geldt dat elk van de ouders recht heeft op informatie over de kinderen op de opvanglocatie waar de kinderen verblijven. Klager heeft gesteld dat hem door de ondernemer informatie over de kinderen wordt onthouden. Klager heeft die stelling echter onvoldoende onderbouwd of toegelicht en de ondernemer heeft die stelling gemotiveerd weersproken.

De commissie is voorts niet gebleken dat de ondernemer niet heeft voldaan aan andere uit de opvangovereenkomst voortvloeiende verplichtingen ten opzichte van de kinderen of hun ouders.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht van klager ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie verklaart de klacht van klager ongegrond en wijst het verzochte af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer mr. A.J. Quant, de heer H. Stel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 13 mei 2024.