Overeenkomst gesloten met buitenlandse verhuurder. In dat geval zijn de BOVAG verhuurvoorwaarden niet van toepassing

  • Home >>
  • Voertuigverhuur >>
De Geschillencommissie




Commissie: Voertuigverhuur    Categorie: Bevoegdheid    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 71531 - 2013

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de uitvoering van een tussen partijen op 15 maart 2012 gesloten huurovereenkomst van een auto voor een huurprijs van € 61,74.

De huurovereenkomst is op 26 augustus 2012 uitgevoerd.

De consument heeft op 28 augustus 2012 de klacht bij de ondernemer ingediend.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument heeft via de website van de ondernemer een auto gehuurd voor de periode 26-27 augustus 2012. De auto af te halen in [plaatsnaam], [naam land].
De consument werd niet in staat gesteld de auto bij de aflevering goed te inspecteren op aanwezige schade.

Bij de inlevering van de auto werd geconstateerd dat er een kleine kras aan de rechterzijde van de auto aanwezig was. De consument heeft normaal gebruik gemaakt van de auto en pertinent geen schade aan het voertuig toegebracht.

Tot verbazing van de consument werd op 3 september 2012 naast het bedrag van de overeengekomen huursom een bedrag van € 546,02 afgeschreven. Bij navraag bleek dat dit het eigen risico betrof voor de schade, welke aan de consument werd toegerekend.

De consument heeft zich juist tot de ondernemer gewend omdat sprake was van een Nederlandse vestiging met BOVAG-certificatie. Een buitenlandse boeking kan gewoon gedaan worden via de Nederlandse website [webadres autverhuurder] van de ondernemer.

Op de website wordt niet vermeld dat de in Nederland geldende garanties, waaronder een beroep op de commissie, niet gelden indien het een buitenlandse boeking betreft.

De ondernemer wil wel profiteren van de internationale naam van het bedrijf, maar wil de lasten daarvan niet dragen en geen verantwoordelijkheid nemen. Er is sprake van een misleidende constructie.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer is niet de verhurende partij. Dat is [naam autoverhuurder] in [naam land], zoals ook door dat bedrijf is aangegeven. De ondernemer is niet verantwoordelijk; de consument dient zich te wenden tot [naam autoverhuurder, naam land].

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie stelt voorop dat zij, alvorens een geschil inhoudelijk te kunnen behandelen, op verzoek of ambtshalve dient te beoordelen of de consument ontvankelijk is in zijn klacht.

Uit de aan de commissie overgelegde stukken blijkt dat door de consument via de Nederlandse website een boeking is gedaan voor een te huren auto in [naam land].

De consument is geconfronteerd met een afboeking wegens een aan de consument toe te rekenen schade, door het [buitenlandse] bedrijf dat aan de consument de auto ter beschikking heeft gesteld.

De consument die van mening is dat dit bedrag ten onrechte aan hem in rekening is gebracht wordt door de ondernemer verwezen naar het [buitenlandse] bedrijf, waarmee de onderhavige overeenkomst zou zijn gesloten.
De consument stelt zich op het standpunt dat hij door de ondernemer is misleid aangezien hij mocht verwachten dat hij de ondernemer voor deze kwestie kon aanspraken. Op de website van de ondernemer staat volgens de consument niet vermeld dat bij een buitenlandse boeking de BOVAG-voorwaarden, waarvan de geschillenregeling bij de commissie deel uitmaakt, niet van toepassing zijn.

De commissie is met de consument – vooralsnog – van oordeel dat indien en voor zover op de website van de ondernemer niet uitdrukkelijk wordt aangegeven dat bij een buitenlandse boeking de ondernemer geen partij is en de BOVAG-voorwaarden niet gelden sprake is van een misleidende handelspraktijk in de zin van artikel 6: 193 c lid 1 Burgerlijk Wetboek. De consument zou aldus op rechtens onjuiste wijze worden beroofd van de rechtsbescherming die de betreffende algemene voorwaarden aan hem beogen te bieden.

Het is de commissie op basis van de stukken niet geheel duidelijk geworden hoe de boekingsprocedure precies in elkaar zat en verliep op het moment van de boeking, zodat zij in dit stadium nog geen definitieve uitspraak over de ontvankelijkheid van de consument kan doen.

Uit een oogpunt van proceseconomie zal de commissie de consument vooralsnog ontvankelijk verklaren opdat ter zitting deze kwestie en de inhoudelijke behandeling gezamenlijk kunnen worden behandeld en zo nodig verder kunnen worden uitgediept. Afhankelijk van hetgeen in het vervolg van de procedure door partijen naar voren wordt gebracht kan dit voorlopige oordeel worden bekrachtigd dan wel kan daarop worden teruggekomen.

Beslissing

De consument wordt – vooralsnog – in zijn klacht ontvankelijk verklaard.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Autoverhuur op 15 januari 2013.