
Commissie: Recreatie
Categorie: Overlast
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REC02-0082
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft het niet handhaven door de ondernemer van de bij hem geldende gedragsregels.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument huurt al sinds 1985 een standplaats bij de ondernemer. De consument koos de camping speciaal wegens de rust waarmee de ondernemer adverteert.
Die rust werd echter verstoord toen recreanten met een nabij liggende standplaats in 1999 een papegaai op het park brachten naast de twee beo’s die ze al sinds 1998 hadden. Volgens die recreanten zou het gaan om een logé, maar de papagaai is er nog steeds en zorgt voor een aanzienlijke geluidsoverlast.
In 2000 heeft de consument de recreanten met de papegaai vriendelijk verzocht de papagaai binnen te houden, omdat ze het geschreeuw van de vogel ondragelijk vonden. De familie trok zich echter niets van dit verzoek aan. Op 12 juni 2000 heeft de consument toen voor de eerste maal de beheerder van het park hierover benaderd. De beheerder heeft gesproken met bezitters van de papegaai, maar de geluidsoverlast hield aan. Op 10 augustus heeft de recreant opnieuw de beheerder hierover aangesproken.
Ondertussen kwam de standplaats naast de standplaats die de consument huurde vrij. De consument heeft met ingang van 22 augustus 2000 deze plaats er bij gehuurd onder de uitdrukkelijke toezegging van de ondernemer dat het overlastprobleem zou worden opgelost. Die toezegging werd op 21 februari 2001 herhaald.
Helaas bleken deze toezeggingen niets waard. De overlast werd alleen maar erger. Op 12 juli 2001 vond opnieuw een gesprek plaats met de beheerder. Deze zei dat hij afspraken met de bezitters van de papegaai had gemaakt. Deze afspraken zijn kennelijk niet nagekomen. De consument heeft de ondernemer er op gewezen dat hij niet de enige recreant op de camping is die hiervan last heeft.
OP 27 juni 2001 is de consument opnieuw naar de ondernemer gestapt. Deze vertelde hem dat hij van de bezitters van de papegaai had geëist dat zij de papegaai binnen zouden houden en dat de deuren en ramen gesloten zouden moeten blijven. Op 28, 29, 30 en 31 juli 2001 stond de papegaai echter gewoon buiten met alle overlast van dien.
Na op 13 augustus nogmaals tevergeefs te hebben geklaagd over de aanhoudende overlast heeft de consument op 28 augustus 2001 een schriftelijke klacht ingediend bij de ondernemer samen met zijn buurman. In deze brief heeft de consument van de ondernemer geëist dat deze er voor zorgt dat zijn reglement wordt nageleefd. Op 4 september 2001 werd opnieuw schriftelijk geklaagd en op 10 oktober 2001 vond een gesprek plaats met de beheerder. De beheerder zei toe aan de bezitters van de papegaai een brief te zullen sturen waarin de voorwaarden staan waaronder het is toegestaan de papegaai en beo’s te houden. De overlast verminderde echter niet.
Toen heeft de consument zijn probleem voorgelegd aan de Rechtswinkel in Tilburg. Toen ook de brieven van de Rechtswinkel aan de ondernemer niet tot een oplossing leidden, heeft consument op 19 april 2002 een klacht ingediend bij de commissie.
Ter zitting heeft de consument meegedeeld dat hij ook in de zomer van 2002 veel overlast van de papegaai heeft ondervonden. De papegaai krijst vooral als hij alleen gelaten wordt. Als de bezitters weg zijn, zit hij de hele dag te schreeuwen. De beo’s doen dan mee. De bezitters van de papegaai laten de ramen en/of de deur van hun caravan open staan, ondanks de voorschriften van de ondernemer. Ook als de ramen en deur dicht zijn, kun je nog de papegaai horen schreeuwen.
De consument heeft verklaringen van mederecreanten aan de ondernemer doen toekomen waaruit blijkt dat deze ook overlast ondervinden van de papegaai. De consument overlegt deze verklaringen ter zitting.
Op grond van artikel 9 lid 1 van de Recron-voorwaarden zijn een recreant en zijn gezinsleden gehouden de door de ondernemer gestelde gedragsregels na te leven. In de gedragsregels voor het stacaravanpark van de ondernemer staat onder het kopje “huisdieren”:
“Kleine huisdieren met uitzondering van honden zijn toegestaan mits ze op het eigen terrein c.q. in de caravan worden gehouden. Per plaats zijn maximaal twee kleine huisdieren toegestaan”.
Op 14 december 2001 heeft de ondernemer de recreanten op zijn terrein nog eens hierop gewezen met de volgende mededeling:” De ergernis over huisdieren van gasten neemt helaas toe. Maximaal 2 dieren zijn toegestaan als ze geen overlast veroorzaken”.
Ook volgens het Huishoudelijk Reglement van de vereniging van eigenaren mogen er slechts twee huisdieren worden gehouden, waarbij de eigenaar er voor zorg dient te dragen dat het huisdier op de plaats blijft en geen overlast veroorzaakt. Bij overtreding zal aan de vereniging een boete verschuldigd zijn van twee honderd vijftig gulden voor iedere dag dat de overtreding voorduurt.
De consument verlangt dat de ondernemer de bezitters van de papegaai verplicht de huisregels na te leven. De consument ziet geen andere oplossing dan dat de vogels van de camping verwijderd worden.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De problemen zijn begonnen toen de bezitters van de papegaai hun caravan gingen verbouwen. Hierdoor werden de vogels onrustig. De consument heeft daarop naar de bezitters van de papegaai toe nogal heftig gereageerd. Daardoor kon, toen de consument zijn klacht bij de ondernemer deponeerde, geen sprake zijn van een gezamenlijk gesprek. De ondernemer heeft wel een gesprek gevoerd met de bezitters van de papegaai en beo’s. Die erkenden dat de verbouwing de vogels van streek had gemaakt. Zij verwachtten dat de beesten weer rustiger zouden worden nu de verbouwing voorbij was.
In de loop der tijd heeft de ondernemer nog een aantal keren contact gehad met de bezitters van de papegaai. Uiteindelijk zijn de gemaakte afspraken op papier gezet. De ondernemer erkent dat er overlast is geweest. Het is echter niet juist dat de ondernemer daar niets aan gedaan zou hebben en het is ook niet juist dat de situatie niet is verbeterd. De bezitters van de papegaai hebben inmiddels een airco voor de caravan aangeschaft waardoor de vogels ook bij warm weer binnen kunnen blijven met de ramen en deur dicht.
De ondernemer overlegt (een deel van) de brief die hij in januari 2002 schreef aan de bezitters van de papegaai. In deze brief wordt gewezen op de toepasselijke regels en staat beschreven welke overlast de papegaai en de beo’s veroorzaken. Voorts staat daarin welke maatregelen door de bezitters genomen moeten worden om de overlast tegen te gaan.
De ondernemer neemt de getuigenverklaringen die de consument overlegde niet allemaal serieus. Twee recreanten hebben een caravan die zo ver verwijderd is van de papegaai dat er geen sprake kan zijn van echte overlast. Een van de recreanten is overdag niet op de camping.
De consument doet klusjes voor deze getuigen. Een bijkomend probleem is dat zowel de consument als de bezitters van de papegaai permanent op de camping wonen. Daardoor ontmoeten de twee families elkaar elke dag.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De ondernemer erkent dat er sprake is geweest van overlast. Hij heeft een afschrift van (een deel van) een brief uit januari 2002 aan de bezitters van de papegaai en beo’s overgelegd waarin deze overlast wordt beschreven.
In diezelfde brief heeft de ondernemer aan de bezitters van de vogels een aantal maatregelen opgelegd waaraan ze zich dienen te houden, indien zij – in afwijking van de regels – vier huisdieren, waaronder de drie vogels, willen houden op de camping. Er dient onder meer binnen in de caravan een ruimte te worden gemaakt waarin de vogels, zodra ze alleen worden gelaten, kunnen worden gezet zodat het schreeuwen niet meer buiten de plaats te horen is.
Volgens de consument houden de bezitters van de vogels zich niet hieraan dan wel zijn de maatregelen niet effectief. De bezitters van de papegaai laten toch vaak de ramen en deur openstaan. En ook indien de ramen en deur dicht zijn, zijn de vogels te horen. De ondernemer heeft te kennen gegeven dat de situatie naar zijn oordeel is verbeterd, maar heeft niet weersproken dat er nog steeds sprake is van overlast.
De consument heeft 6 verklaringen van andere recreanten met een standplaats in de omgeving van de vogels overgelegd, waarin wordt bevestigd dat in maart 2002 nog steeds overlast werd ondervonden. Ter zitting deelde de consument mee dat ook in de zomer van 2002 het regelmatig schreeuwen van de papegaai veel hinder veroorzaakte. Op grond van het bovenstaande acht de commissie door de consument aannemelijk gemaakt dat er nog steeds sprake is van overlast.
De commissie is van oordeel dat de ondernemer te kort schiet in zijn verplichtingen jegens de consument, indien deze hinder ondervindt van een mederecreant tengevolge van het feit dat deze de gedragsregels overtreedt. De consument mag er van uitgaan dat de ondernemer de gedragsregels op zijn terrein handhaaft. In dit geval zijn slechts twee huisdieren met uitzondering van honden toegestaan, mits deze dieren geen overlast bezorgen. De bezitter van de vogels houdt zich niet aan deze regel.
De commissie legt de ondernemer op dat deze zodanige maatregelen neemt tot handhaving van de naleving van zijn gedragsregels dat de overlast die de consument ondervindt van de papegaai en de twee beo’s wordt opgeheven dan wel tot een zodanig niveau wordt beperkt, dat dit volgens objectieve normen niet als hinderlijk kan worden ervaren. Indien de ondernemer de strikte naleving van de door hem voorgeschreven maatregelen niet kan waarborgen, kan de consequentie zijn dat de aanwezigheid op de camping van de papegaai en eventueel ook de beo’s geheel moet worden verboden.
Indien de ondernemer hieraan niet binnen de gestelde termijn voldoet, kan de consument zich weer tot de commissie wenden zonder opnieuw klachtgeld te betalen.
Indien de commissie dan tot de conclusie komt dat de overlast niet is opgeheven of niet tot een aanvaardbaar minimum is teruggebracht, meent de commissie dat er aanleiding is de consument alsdan een vermindering van de huursom toe te kennen wegens beperking van zijn verblijfsgenot.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Beslissing
De ondernemer is gehouden binnen een termijn van 4 weken na de verzending van dit bindend advies zodanige maatregelen te nemen tot handhaving van de naleving van zijn gedragsregels dat de overlast die de consument ondervindt van de papegaai en de twee beo’s wordt opgeheven dan wel blijvend tot een zodanig niveau wordt beperkt, dat dit volgens objectieve normen niet als hinderlijk kan worden ervaren.
Indien de ondernemer hieraan niet binnen de gestelde termijn volledig heeft voldaan, kan de consument zich weer tot de commissie wenden zonder opnieuw klachtengeld te betalen.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 2 december 2002.