Overlast van afbraakwerkzaamheden en de slechte staat van de camping in het jaar voorafgaande aan de bedrijfssluiting. Restitutie jaargeld wordt vastgesteld op 50%.

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Overlast    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REC06-0182

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de vordering tot restitutie van het jaargeld wegens overlast van afbraakwerkzaamheden en de slechte staat waarin de camping verkeerde in het laatste jaar voorafgaande aan de bedrijfssluiting.
 
Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument huurt sinds 1981 een vaste plaats bij de ondernemer voor haar chalet. Op 30 juni 2006 heeft de ondernemer meegedeeld dat de camping op 31 december 2006 gaat sluiten en dat de consument de standplaats voor die datum schoon en netjes moet achterlaten. Het chalet moet worden afgebroken, hetgeen een waardeverlies van circa € 30.000,– oplevert.
De consument heeft op 10 september 2006 de ondernemer geschreven de betaalde huursom terug te vorderen wegens een groot aantal klachten over de camping.
– Een aantal voorzieningen waaronder de kantine was het gehele seizoen gesloten.
– Er was veel overlast van afbraakwerkzaamheden.
– Er wordt geen onderhoud gepleegd.
– De verlichting functioneerde vaak niet.
– Ten gevolge van gebrek aan toezicht is er sprake van sprake van vandalisme en brandstichting.
– Een aantal sanitaire voorzieningen is gesloten. De wel aanwezige voorzieningen worden onvoldoende schoongehouden.
De consument vordert naast de restitutie van het jaargeld vergoeding van de schade aan haar chalet ad € 120,–.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument heeft pas op 10 september 2006 geklaagd. De consument is wegens ziekte de hele zomer niet op de camping geweest. Wat betreft de klachten:
– Het toiletgebouw werd in het hoogseizoen iedere dag schoongemaakt;
– De consument heeft een douche en wc in haar chalet;
– De consument kwam nooit in de kantine;
– Het terreingedeelte waar de consument stond was netjes;
– De straatverlichting in de “berghoek” brandde altijd.
De consument is zelf verantwoordelijk voor de verplaatsing of sloop van haar chalet.
 
Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument heeft de ondernemer op 10 september 2006 schriftelijk aangesproken voor restitutie van het jaargeld. Aangezien de klachten zich over het hele seizoen gespreid voordeden en het seizoen liep tot 15 oktober, meent de commissie dat de consument tijdig heeft geklaagd bij de ondernemer.
De commissie acht aannemelijk, ook gezien de aan de commissie bekende ervaringen van andere recreanten op de camping van de ondernemer, dat de consument gedurende het laatste jaar voor de bedrijfssluiting veel overlast heeft ondervonden van afbraakwerkzaamheden, dat het onderhoud van de camping te wensen overliet en de kantine niet beschikbaar was. De ondernemer heeft de klachten slechts ten dele weersproken. De commissie meent dat de consument daarom in aanmerking komt voor restitutie van een deel van het jaargeld. Het gaat te ver om vergoeding van het volledige jaargeld toe te kennen. Ondanks de gebreken kon de consument wel gebruik maken van haar standplaats.
Op grond van redelijkheid en billijkheid stelt de commissie deze restitutie vast op 50% van het jaargeld, te weten een bedrag van € 690,–. De vergoeding van de schade aan de woning ad € 120,– wordt afgewezen, omdat de schade niet door middel van een rekening is aangetoond en niet is gespecificeerd.
De commissie wijst nog op het volgende. In geval van opzegging wegens herstructurering bestaat op grond van de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen recht op een tegemoetkoming in de kosten die verband houden met de verplaatsing of verwijdering van het kampeermiddel. Ingeval van opzegging vanwege het feit dat de bedrijfsvoering ophoudt te bestaan, zoals hier het geval is, bevatten de voorwaarden geen regeling voor een vergoeding van de schade. De commissie is van oordeel dat zich omstandigheden kunnen voordoen die een beroep op een vergoeding door de ondernemer op grond van redelijkheid en billijkheid rechtvaardigen. Daarvan kan sprake zijn indien mocht blijken dat het kampeerterrein van de ondernemer na de verkoop wordt voortgezet als recreatiebedrijf. Er is immers geen wezenlijk verschil tussen een ondernemer die zijn bedrijf herstructureert door bijvoorbeeld de plaatsing van chalets of de bouw van bungalows en een ondernemer die zijn bedrijf verkoopt aan een nieuwe eigenaar die de herstructurering gaat uitvoeren.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 690,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 25 januari 2007.