
Commissie: Recreatie
Categorie: Algemene voorwaarden
Jaartal: 2016
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
105020
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument huurt een staanplaats bij de ondernemer. De ondernemer eist dat het schuurtje op de staanplaats wordt verwijderd, hetgeen de consument onredelijk vindt. In de gehanteerde algemene voorwaarden, het parkreglement, is geregeld dat enkel blokhutten volgens de door de ondernemer voorgeschreven afmetingen. De commissie is van oordeel dat de door de ondernemer gestelde eisen onredelijk bezwarend zijn, omdat enkel de ondernemer blokhutten in de juiste afmetingen verkoopt. De klacht is gegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Recreatie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Het geschil is ter zitting behandeld op 24 november 2016 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.
De consument was ter zitting vergezeld van de huurders van de staanplaats.
De ondernemer werd ter zitting vertegenwoordigd door de heer [naam].
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de opdracht van de ondernemer tot verwijdering van een kunststof schuurtje.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Het is onredelijk van de ondernemer om te eisen dat het schuurtje op de staanplaats verwijderd dient te worden. Het schuurtje moet kunnen blijven staan om de volgende redenen:
Bij aanschaf van de caravan is niet meegedeeld dat de bestaande schuur niet vervangen mocht worden door een vergelijkbaar model;
Het reglement is niet duidelijk. Voor de leek is de link niet te leggen van ‘blokhut’ (de term die in het reglement wordt gebruikt) naar een eenvoudig schuurtje;
De aanschafprijs van de caravan en die van de volgens het reglement te plaatsen blokhut staan niet in verhouding tot elkaar;
Het door de ondernemer gehanteerde beginsel van de uniformiteit is niet houdbaar, nu het geen bungalowpark betreft, maar een camping met allerlei soorten vaste touring- en stacaravans, bungalows, etc.;
Per geval wordt bekeken wat toegestaan is en dit kan leiden tot willekeur. De hele camping staat vol met objecten die niet voldoen aan de term ‘blokhut’ in het reglement;
Ten slotte vraag ik me af of de ondernemer zaken doet met degene die de tekeningen (onderdeel van het reglement) heeft gemaakt en die blijkbaar de blokhutten kan leveren die voldoen aan de gestelde eisen.
Ter zitting heeft de consument – kort samengevat – nog het volgende aangevoerd.
Dat het schuurtje niet mag blijven staan, is omdat het van kunststof is en omdat het niet helemaal aan de maatvoering voldoet zoals die in het reglement staat opgenomen. Men moet een schuurtje/blokhut plaatsen dat exact voldoet aan die maatvoering. Ook de plaats van de deur en het raam is vastgelegd.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Er is een kunststof schuurtje geplaatst op de staanplaats die huurders vanaf 30 mei 2015 hebben gehuurd. Dit schuurtje voldoet niet aan de voorschriften die de ondernemer hieraan stelt in het reglement. Daarom heeft de ondernemer de huurders gesommeerd om dit schuurtje vóór het einde van het seizoen (1 oktober 2016) af te breken.
Reeds vanaf 1 april 1996 geldt op de camping de vaste regel dat er slechts één blokhut op de door de gasten gehuurde staanplaats is toegestaan naast de aanwezige caravan. Daarnaast dienen deze bijgebouwen te voldoen aan vaste afmetingen, alsmede aan een vaste materiaalsoort (houtdikte). Dit staat zo omschreven in het reglement, dat altijd aan nieuwe gasten wordt uitgereikt. Er is daarvoor gekozen omdat orde, netheid en de daarmee samenhangende uniformiteit op de camping worden nagestreefd. Speciaal is er in het reglement opgenomen dat, wanneer er iets niet helemaal duidelijk of afwijkend is, dit dient te worden overlegd met de directie. Dit om misverstanden te voorkomen.
Helaas kan de ondernemer geen uitzondering maken. Recent heeft de ondernemer namelijk om dezelfde reden enkele gasten moeten teleurstellen die wél vooraf contact hadden opgenomen. Het zou niet getuigen van een consequente bedrijfsvoering wanneer in dit geval zou worden toegestaan om het schuurtje te laten staan.
Ter zitting heeft de ondernemer – kort samengevat – desgevraagd nog het volgende verklaard.
Een te plaatsen blokhut moet van hout zijn en de houtdikte moet 28 mm zijn. Verder dient de blokhut exact de afmetingen te hebben zoals die staan vermeld in het reglement. Ook is het zo dat de vlakverdeling van de voorkant van de blokhut (plaats deur en raam) exact moet overeenkomen met de vlakverdeling zoals die staat getekend op de tekening die deel uitmaakt van het reglement. In voorkomend geval kan er voor wat betreft de houtdikte een uitzondering worden gemaakt. Dunner zou dan wel mogen, bijvoorbeeld tot 21 mm, maar dikker niet. De blokhut die in het reglement wordt beschreven, kan bij een ondernemer in de buurt gekocht worden en eventueel bij ons. Dat er een vergunning is vereist, is al langere tijd niet meer het geval. Dat is nog niet aangepast in het reglement.
Het verzoek van de ondernemer is om huurders te verplichten het schuurtje binnen 14 dagen na uitspraak te verwijderen op straffe van een dwangsom van € 100,– voor elke dag die men hiermee in gebreke blijft.
Juridisch kader
Reglement 2013 van Camping [naam]
Onder het kopje ‘blokhutten’ staat het volgende vermeld.
‘Er mag sinds 1-4-1996 nog maar 1 houten blokhut per plaats staan en deze moet dezelfde afmeting hebben zoals wij voorschrijven. De tekeningen ziet u op de volgende pagina’s. Raadpleeg ons eerst om misverstanden te voorkomen. U moet voor het plaatsen van een blokhut een vergunning hebben. Deze kunt u tegen betaling afhalen op het kantoor. Voor de lanen 18 oostzijde, 19, 33 t/m 27 geldt een andere afmeting. Het plaatsen van een blokhut moet in overleg.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Huurders hebben op hun staanplaats een schuurtje van kunststof geplaatst met de volgende afmetingen: 2,40 breed, 1,70 diep, 2,45 hoog. Het schuurtje ziet er uit alsof het is opgebouwd uit horizontale, houten planken, kleur bruin. De ondernemer heeft opdracht gegeven om dit schuurtje te verwijderen, omdat het niet voldoet aan de voorschriften die het reglement stelt aan zo’n schuurtje.
Allereerst merkt de commissie op dat het onderhavige reglement onduidelijk is, onder meer waar het betreft de eisen die worden gesteld aan een blokhut/schuurtje dat een huurder wil plaatsen op zijn staanplaats. Zo valt in het reglement niet te lezen dat een te plaatsen blokhut/schuurtje exact de afmetingen moet hebben die op de tekening (onderdeel van het reglement) worden genoemd, noch dat de vlakverdeling van de voorkant van een te plaatsen blokhut/ schuurtje exact overeen dient te komen met de vlakverdeling zoals deze op tekening staat. Op de tweede plaats merkt de commissie op het opmerkelijk te vinden dat de door de ondernemer beschreven blokhut alleen bij een lokale leverancier en bij hemzelf te koop is.
Gelet op de stringente eisen die worden gesteld aan een te plaatsen blokhut/schuurtje (vaste maten, vaste vlakverdeling), is de commissie van oordeel dat deze eisen als onredelijk bezwarend dienen te worden gekwalificeerd. Daar komt bij dat de door de ondernemer beschreven blokhut (vaste maten, vaste vlakverdeling) alleen bij een lokale leverancier en bij hemzelf te koop is. Voorafgaande aan de zitting heeft de commissie ambtshalve op het internet gezocht naar schuurtjes die exact voldoen aan de door de ondernemer opgegeven maatvoering. Die zoekslag heeft geen resultaat opgeleverd. Dit alles maakt dat een huurder van een staanplaats de mogelijkheid wordt ontnomen om een blokhut/schuurtje te kopen bij een leverancier naar zijn keuze. Op die manier is er sprake van een vorm van verplichte winkelnering.
Blijft over dat het schuurtje in kwestie van kunststof is, terwijl in het reglement wordt aangegeven dat het van hout dient te zijn. Gelet op de uitvoering van het schuurtje (zie hierboven) kan naar het oordeel van de commissie toch moeilijk worden volgehouden dat de uniformiteit die de ondernemer nastreeft daarmee onder druk komt te staan. Het schuurtje is weliswaar van kunststof, maar de uitvoering is zodanig, dat het eruit ziet alsof het van houten planken is gemaakt. Niet valt in te zien op welke wijze met die uitvoering aan de gewenste uniformiteit afbreuk wordt gedaan.
In het licht van het voorgaande volgt de commissie de ondernemer niet in zijn zienswijze dat het schuurtje in kwestie verwijderd dient te worden. De klacht zal dan ook gegrond worden verklaard.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht gegrond en bepaalt dat het schuurtje in kwestie niet verwijderd hoeft te worden en mag blijven staan op de staanplaats zolang deze door huurders wordt gehuurd.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 90,–.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit mr. H.A. van Gameren, voorzitter, mr. Th.J.M. van Mierlo en P.W.M. Meijkamp, leden, op 24 november 2016.