Commissie: Bouw-en afbouwmaterialen
Categorie: Product voldoet niet aan verwachtingen(non-conformiteit)
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
2042-5515
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De door de ondernemer geleverde onderdelen vertonen waterschade. De ondernemer zegt dat de consument te nat heeft gedweild en/of het materiaal te nat heeft afgenomen. De commissie vindt de klacht ongegrond en zegt dat dit niet ligt aan de ondernemer.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 14 november 2015 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van keukenmeubelen, apparatuur en werkbladen voor de uitbreiding van een bestaande keuken tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 7.370,–. De levering vond plaats in of omstreeks november 2015. De consument heeft op 6 mei 2019 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De geleverde onderdelen vertonen een gebrek. Het betreft onderdelen waarmee een bestaande keuken is uitgebreid. De door de ondernemer geleverde onderdelen vertonen waterschade. De originele keuken, die op dezelfde plaats staat en gelijk wordt gebruikt, vertoont die schade niet. De consument hoeft na een periode van drie jaar de opgetreden schade niet te verwachten. De ondernemer heeft aangeboden om de beschadigde onderdelen te vervangen, maar wil deze niet kosteloos plaatsen.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Er is sprake van waterschade, mogelijk als gevolg van nat dweilen en/of afnemen van het materiaal. Een dergelijke schade valt niet onder de garantie en vindt ook geen oorzaak in een gebrek aan de geleverde materialen.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Wij hebben ook eerder al eens nieuwe plinten geleverd in verband met een waterschade. Die hebben wij toen ook gemonteerd. Dat was in 2017. Bij die gelegenheid hebben wij de consument al laten weten dat de schade was ontstaan door vocht, vermoedelijk door het dweilen van de vloer. Nu zien we twee jaar later dezelfde klacht terugkomen.
De keuken is in 2006 geleverd. In 2015 zijn daar onderdelen aan toegevoegd. In 2017 zijn de plinten hersteld en nu zien wij een zelfde schade weer optreden. Uit coulance is aangeboden om de materialen nog eens kosteloos te leveren, maar wij zijn van mening dat we die niet ook nog eens kosteloos zouden moeten plaatsen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Gelet ook op het schadebeeld, zoals dat blijkt uit de overgelegde foto’s, is de commissie van oordeel dat de problemen die de consument ondervindt hun oorzaak vinden in een vochtprobleem dat ontstaat doordat vocht van buitenaf in het materiaal kan binnendringen. Naar het oordeel van de commissie is niet gebleken dat sprake is van een gebrek aan de geleverde onderdelen. In dat geval bestaat rechtens geen grond om de ondernemer gehouden te achten vervangende materialen kosteloos te leveren en te monteren.
Beslist moet daarom worden als na te melden.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Bouw- en Afbouwmaterialen op 4 oktober 2019.