Plotselinge prijsverhoging nutsvoorzieningen niet acceptabel

De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Overig    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 78677/97405

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument klaagt erover dat de prijsverhoging van de nutsvoorzieningen van het park disproportioneel zijn. De ondernemer voert aan dat de prijsverhoging nodig is en dat de nieuwe prijzen marktconform zijn. De commissie oordeelt de plotselinge prijsverhoging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet acceptabel. De ondernemer dient de prijsverhoging te verspreiden over drie jaar. De klacht is gegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de aanzienlijke verhoging van de tarieven van de nutsvoorzieningen per 1 januari 2021.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken, waarvan in het bijzonder het schrijven aan de commissie van 18 februari 2021. De inhoud van dat schrijven dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De prijsverhoging van de nutsvoorzieningen van het park zijn disproportioneel. Onlangs heeft de ondernemer de nieuwe prijzen aangekondigd van de nutsvoorzieningen. Meermaals is dit besproken met de parkmanager. De enige verklaring is dat er de afgelopen jaren geen prijsverhogingen zijn geweest en dat de prijzen die de ondernemer betaalt niet te vergelijken zijn met de prijzen in de particuliere sector.

Bij nader schrijven van 21 september 2021 heeft de consument de commissie bericht dat de ondernemer haar heeft laten weten het tarief voor elektra aan te passen van € 0,69 naar € 0,31 per KWh.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Wij hebben geen intentie om geld te verdienen aan de nutsvoorzieningen die doorbelast worden aan eigenaren op onze parken. Met andere woorden, het is geen onderdeel van ons business-/verdienmodel. Wij willen echter ook geen geld toeleggen op de nutsvoorzieningen voor verbruik. Wij zitten in een opstartende fase in Nederland met diverse overnames en verwachten de inkoop voor nutsvoorzieningen ook te centraliseren, waardoor in de toekomst mogelijk zelfs lagere prijzen van toepassing zouden kunnen zijn. In het jaar 2019 hebben wij besloten om de prijzen voor nutsvoorzieningen niet te verhogen voor 2020. In 2020 hebben we ruim van tevoren en met duidelijke communicatie gemotiveerd waarom dat voor 2021 wel het geval is. De prijzen waren laag. Wat geen reden is voor een verhoging, maar het geeft misschien het gevoel van de eigenaren in perspectief beter weer. We hebben een calculatie gemaakt als volgt:

• Inkoop is verkoop;
• Rekening houdende met verschillende Btw-tarieven;
• Toepassen jaarlijkse indexatie;
• Opslag voor onderhoud en belastingen.

De prijzen waren niet marktconform. We hebben een benchmark uitgevoerd op twee andere parken van ons in Nederland en vier in de regio Walcheren. Gemiddeld genomen zitten we nog steeds aan de onderzijde van de gemiddelde deler. Deze benchmark hebben we uitgevoerd om te bepalen of onze calculatie wel of niet proportioneel is. We hebben besloten dat dit zo is en hebben dit als volgt gecommuniceerd.

De berekende percentages die de consument noemt, zijn in onze beleving onjuist. Maar gas vroeg destijds enige toelichting, zoals in persoonlijke gesprekken en een extra nieuwbrief is gedaan. Ondanks deze verhoging zijn wij met deze m3 propaanprijs ook marktconform. Nogmaals, het is niet onze bedoeling om geld te verdienen aan de nutsvoorzieningen.

Juridisch kader
Artikel 4, lid 2, van de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen (prijs en prijswijziging)

(in werking per 1 maart 2016)

De ondernemer heeft het recht, ook na vaststelling van de tarieven en/of het jaargeld, kosten ontstaan door een lastenverzwaring aan de zijde van de ondernemer als gevolg van een verhoging van lasten en heffingen die direct op de plaats, het kampeermiddel of de recreant betrekking hebben, aan de recreant door te berekenen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

In februari 2019 is de ondernemer eigenaar geworden van de camping waarop de consument een chalet heeft staan. Op 17 oktober 2019 ontving de consument een nieuwsbrief van de ondernemer waarin de prijzen voor de nutsvoorzieningen voor 2021 bekend werden gemaakt. Evident is dat er sprake is van een substantiële verhoging van die tarieven ten opzichte van voorgaande jaren.

De vorige eigenaar van de camping heeft er om hem moverende redenen voor gekozen (dan wel heeft verzuimd) om de tarieven van de nutsvoorzieningen jarenlang niet te verhogen. Na de overname van de camping heeft de ondernemer er vervolgens voor gekozen om ook voor 2020 voornoemde tarieven niet te verhogen en dat pas met ingang van 1 januari 2021 te doen.

Voor de commissie staat vast dat de ondernemer met de verhoging van de tarieven voor de nutsvoorzieningen in 2021 een inhaalslag heeft willen maken om op die manier die tarieven marktconform te maken. Op zich is het begrijpelijk dat de ondernemer de tarieven voor de nutsvoorzieningen wil aanpassen aan wat gangbaar is in de markt, maar dat de vorige eigenaar er bewust voor heeft gekozen om de tarieven de voorgaande jaren niet te verhogen of verzuimd heeft dat te doen, kan naar het oordeel van de commissie niet worden afgewenteld op de consument door in één keer voornoemde tarieven marktconform te maken. Dat is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet acceptabel.

Op grond van het voorgaande zal de commissie de klacht gegrond verklaren en bepalen dat de ondernemer de (in oktober 2019) aangekondigde verhoging van de tarieven van de nutsvoorzieningen voor 2021 (met daarop de correctie van het tarief voor elektra zoals gemeld door de consument) gelijkmatig dient te spreiden over 3 jaar, te weten van 1 januari 2021 t/m 31 december 2023. Dat laat onverlet dat de ondernemer reguliere prijsstijgingen van de nutstarieven over die periode eveneens mag doorberekenen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht gegrond.

De commissie bepaalt dat dat de ondernemer de (in oktober 2019) aangekondigde verhoging van de tarieven van de nutsvoorzieningen voor 2021 (met daarop de correctie van het tarief voor elektra zoals gemeld door de consument) gelijkmatig dient te spreiden over 3 jaar, te weten van 1 januari 2021 t/m 31 december 2023.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. H.A. Gameren, voorzitter, de heer P.W.M. Meijkamp, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 13 januari 2022.