Prijsaanpassing op basis van uurprijs overeenkomst

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Kinderopvang    Categorie: Openingstijden    Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 2009-KIN08-0103

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

De ondernemer moet bij het aanpassen van uurprijs uitgaan van het aantal uur en tarief dat in de plaatsingsoverenkomst staat en niet over de herberekende prijs.

Het geschil betreft een procentuele aanpassing van de prijs berekend over een herberekende uurprijs inzake een overeenkomst voor buitenschoolse opvang.   De consument heeft op 31 oktober 2008 haar klachten kenbaar gemaakt aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Partijen hebben met elkaar een overeenkomst gesloten betreffende buitenschoolse opvang van het kind van de consument (geboren 31 juli 2001) gedurende drie dagdelen per week. Het “plaatsingsformulier 2008” vermeldt 936 uur per jaar naschoolse opvang voor een prijs van € 5.166,–, resulterende in een gemiddelde uurprijs van € 5,52 (40 weken opvang voor drie dagen per week à 4½ uur en 12 weken opvang voor drie dagen per week à 11 uur). Met zijn brief d.d. 31 oktober 2009 (bedoeld zal zijn: 2008, toevoeging commissie) heeft de ondernemer een prijswijziging aangekondigd van 5,39%, berekend over een uurprijs van € 5,71. De uurprijs was echter € 5,52. De ondernemer herberekent de uurprijs voor 2008. Hij gaat uit van een basis opvangpakket in 2008 van € 6.675,–, waarvoor hij gedurende 52 weken 5 dagen per week 4½ uur in rekening heeft gebracht. Dat resulteert in 1170 uren per jaar tegen een uurprijs van € 5,71. De consument is het daarmee niet eens, omdat in de plaatsingsovereenkomst een andere uurprijs staat (€ 5,52). Voorts betoogt de consument, dat zij opvang betaalt vanaf 14:00 uur, terwijl de school van haar kind eerst om 15.00 uur uitgaat, zodat zij van mening is, dat zij dat extra uur niet behoeft te betalen.   De consument verlangt een prijsverhoging (5,39%) op basis van de overeengekomen uurprijs van € 5,52.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer heeft zich allereerst beroepen op onbevoegdheid van de commissie, nu onderhavig geschil betrekking heeft op de tarieven en niet op de totstandkoming of uitvoering van de overeenkomst met betrekking tot door de ondernemer te leveren of geleverde diensten en zaken (artikel 16 van de toepasselijke Algemene Voorwaarden, verder: AV).   Op de inhoudelijke klacht luidt de reactie van de ondernemer dat de tariefstijging voor 2009 uit een aanpassing in de tariefstructuur voor de buitenschoolse pakketten en uit een doorvoering van een kostenstijging van 5,39% bestaat. De reden voor de aanpassing van de tariefstructuur ligt in het feit van de ondernemer het tarief voor buitenschoolse opvang (BSO) voor alle ouders gelijk wil trekken. Tot en met 2008 werd gewerkt met pakketprijzen voor de BSO, die alleen werden teruggerekend naar uurtarieven omdat de ouders een uurtarief moesten opgeven voor de belastingdienst. In 2009 heeft de ondernemer ervoor gekozen te gaan werken met als uitgangspunt een uurtarief. Daarbij moest eerst een basisuurtarief worden vastgesteld. De ondernemer heeft daarvoor als uitgangspunt genomen het uurtarief dat ouders in 2008 betaalden voor een basis opvangpakket. Klanten die echter in 2008 een all-in pakket afnamen, zoals de consument, betaalden een pakketprijs die anders was samengesteld. Als je die pakketprijs deelt door het aantal opvanguren per jaar kom je, afhankelijk van het aantal afgenomen dagen, op wisselende uurtarieven uit. De ondernemer is van oordeel, dat hij zelf de bestuurlijke vrijheid en bevoegdheid heeft om naar beste weten de tarievenstructuur aan te passen en kostenstijgingen door te voeren. Wat betreft de openstelling vanaf 14:00 uur: dat geldt voor alle BSO-locaties. Het is mogelijk dat op één locatie kinderen worden opgevangen van verschillende scholen met verschillende eindtijden. Bovendien wordt de tijd vanaf 14:00 uur benut voor voorbereidingen.   De ondernemer verzoekt dan ook de klacht van de consument af te wijzen.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie is van oordeel, dat de aanpassing van het tarief, waartegen de ondernemer opvang biedt, een wezenlijk onderdeel is van de overeenkomst en daarom betrekking heeft op de totstandkoming of de uitvoering daarvan. De commissie is dan ook bevoegd het geschil te behandelen.   Vooropgesteld wordt dat hetgeen partijen met elkaar afgesproken hebben, de basis vormt van hun onderlinge betrekkingen. Essentieel in de tussen partijen gesloten overeenkomst is de opvang, de periode waarin die opvang geboden wordt en de prijs. Weliswaar staat het aantal uren geboden opvang en de prijs niet in de overeenkomst, doch in de overeenkomst wordt uitdrukkelijk verwezen naar het plaatsingsformulier. Daarmee staat vast dat de gegevens vermeld in het plaatsingsformulier 2008 deel uitmaken van de overeenkomst. Dat het plaatsingsformulier alleen betrekking lijkt te hebben op 2008 kan slechts van belang zijn voor de prijs, die op grond van meergenoemde AV (en de gesloten overeenkomst) aangepast mag worden. Daarmee staat vast dat tussen partijen overeengekomen is opvang gedurende 936 uur per jaar tegen een prijs van € 5.166,– in 2008, neerkomend op een uurprijs van € 5,52. Het staat een der partijen niet vrij van de overeenkomst af te wijken anders dan voorzien in die overeenkomst of voorzien in de van toepassing verklaarde AV. De ondernemer betoogt de prijs te mogen aanpassen krachtens artikel 9 lid 2, dat vermeldt dat de ondernemer prijswijzigingen onder bepaalde voorwaarden mag toepassen. Hij is dan ook bevoegd meergenoemde 5,39% toe te passen, gelijk de consument erkent. De herberekening van de uurprijs voor 2008 is echter een aanpassing die niet voorzien is in de overeenkomst of de AV. De ondernemer dient als basis te nemen de uurprijs die hij met de consument over 2008 heeft afgesproken. Dat die uurprijs ook diende voor opgave aan de belastingdienst is niet van belang. De ondernemer heeft aan de consument aangeboden dat zij de overeenkomst per 1 januari 2009 mocht beëindigen. Daarbij gaat de ondernemer eraan voorbij dat de consument zulks niet behoefde te doen, doch dat de ondernemer zelf, indien hij de overeenkomst op basis van de voor 2008 afgesproken tarieven, na toepassing van de prijscorrectie van 5,39%, niet wilde handhaven, bevoegd was de overeenkomst op te zeggen met inachtneming van het daarover in de AV bepaalde.   Wat betreft de openingstijd vanaf 14:00 uur overweegt de commissie dat anders dan de ondernemer ook betoogt voorbereidingstijd van de leidsters niet in rekening gebracht behoort te worden. Immers overeengekomen is een bepaalde opvangtijd. Niettemin kan het zo zijn dat de ondernemer op de grond dat de opvang op de betreffende locatie mede dient ten behoeve van andere scholen die afwijkende sluitingstijden hebben, met name om 14:00 uur, zijn openingstijd daar gesteld heeft op dat tijdstip. Indien dat het geval is biedt de ondernemer daadwerkelijk opvang vanaf 14:00 uur. Dat de consument van dat eerste uur geen gebruik maakt is, is haar (begrijpelijke) keuze, maar dient voor haar rekening te komen. De ondernemer heeft ter zitting uitdrukkelijk betoogd dat enkele kinderen van een andere met name genoemde school aldaar opgevangen worden, welke school om ongeveer 14:00 uur sluit. De consument heeft dat betoog onvoldoende weersproken, zodat de commissie van de juistheid daarvan uitgaat. Uit het voorgaande volgt dat dit onderdeel van de klacht afgewezen moet worden.   Nu de consument grotendeels in het gelijk wordt gesteld, dient de ondernemer haar het klachtengeld te vergoeden. Hij is tevens op basis van het reglement van de commissie behandelingskosten verschuldigd.   Beslissing   De commissie bepaalt bij wijze van bindend advies, dat de overeenkomst tussen partijen na 1 januari 2009 voortgezet wordt voor 936 uur per jaar tegen een uurprijs van € 5,52 plus 5,39%.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 50,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang op 10 maart 2009.