Commissie: Kinderopvang
Categorie: Oudercommissie
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
253041/382522
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil betreft de vraag of de ondernemer in redelijkheid kon komen tot het besluit om de negatieve advisering door de oudercommissie ten aanzien van de tweede prijsstijging niet te volgen. De oudercommissie (hierna te noemen: OC) heeft in het proces van het vaststellen van de tarieven voor 2024 geen (nieuwe) onderbouwing ontvangen bij de tweede verhoging die de ondernemer heeft voorgesteld. Door de onderbouwing over te slaan en het negatieve advies daarover te negeren, is deze verhoging naar inziens van de OC niet volgens de Wet kinderopvang. De OC wil derhalve dat de tariefwijzigingen worden teruggedraaid, kosten worden terugbetaald en het adviestraject wordt doorlopen. Ondernemer stelt te hebben voldaan aan de informatieplicht aan de OC. Uit het toetsingskader volgt dat de ondernemer slechts van een advies van de OC kan afwijken, indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. Die toetsing houdt in dat de commissie alleen beoordeelt of de ondernemer bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid heeft kunnen komen tot zijn besluit van het advies af te wijken. De commissie oordeelt dat de tweede prijsverhoging onvoldoende onderbouwd is doordat de OC niet in de gelegenheid werd gesteld om de opgevraagde stukken in te zien. Tevens heeft de ondernemer niet voldoende aangetoond dat hij in redelijkheid heeft besloten om af te wijken van het advies van de oudercommissie door louter een melding te maken van de desbetreffende afwijking. De commissie acht de klacht van de OC derhalve gegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de vraag of de ondernemer in redelijkheid kon komen tot het besluit om de negatieve advisering door de oudercommissie ten aanzien van de tweede prijsstijging niet te volgen.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De oudercommissie (hierna te noemen: OC) heeft in het proces van het vaststellen van de tarieven voor 2024 geen (nieuwe) onderbouwing ontvangen bij de tweede verhoging die de ondernemer heeft voorgesteld. Deze verhoging volgde op de extra verhoging van de maximale uurtarieven door de overheid en na initieel positief advies van de OC op het eerste voorstel met verhogingen. Door de onderbouwing bij de tweede verhoging over te slaan en het negatieve advies naar aanleiding daarvan te negeren, is deze verhoging niet doorgevoerd zoals de Wet kinderopvang voorschrijft. De ondernemer mag dit tarief naar interpretatie van de OC om die reden niet doorvoeren.
Na het negatieve advies van de OC en een klacht over het gevolgde proces, gaf de ondernemer aan de verhoging desondanks door te voeren. Hij heeft hier geen schriftelijke motivatie voor gegeven. Nadere toelichting van de cijfers is door de ondernemer geweigerd, omdat dit toch niets zou veranderen. De OC is van mening dat de verhoging buitenproportioneel hoog is.
De eisen van de OC zijn:
• Terugdraaien van doorgevoerde wijzigingen in tarieven en hanteren van voorgestelde en door OC goedgekeurde tariefwijzigingen van voorstel daterend van 10 oktober 2023;
• Terugbetalen van te veel betaalde kosten in 2024 naar aanleiding van vorig punt;
• Het alsnog doorlopen van het adviestraject voor de tweede verhoging met voldoende financiële onderbouwing om dit goed te kunnen beoordelen.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Op 10 oktober 2023 heeft een gesprek met de OC plaatsgevonden waar toelichting is gegeven op de voorgenomen wijziging van de uurtarieven. De OC heeft een positief advies uitgebracht op 14 november 2023. Op 16 november is de tweede brief met de definitieve tarieven verstuurd naar de OC met het verzoek hier voor 23 november op te reageren nu de ouders voor 1 december 2023 geïnformeerd dienen te worden.
De directie heeft tijdens een gesprek op 28 november aan de OC duidelijk gemaakt dat zij de jaarrekeningen niet in mocht zien, omdat de OC destijds slechts uit twee leden bestond en daarom geen sprake was van een formele OC. Zodra wel sprake was van een formele OC zouden de leden de jaarrekeningen wel in mogen zien, als zij een geheimhoudingsverklaring hebben getekend. Ook is besproken dat de extra tariefsverhoging voor 2024 essentieel is voor het voortbestaan van de ondernemer nu de ondernemer financieel in de rode cijfers staat.
Op 14 december is vanuit de OC een brief verstuurt naar de directie waarin de OC aangeeft de zorgen over stijgende kosten gehoord te hebben en dit te begrijpen. Er waren ondertussen twee nieuwe leden tot de OC toegetreden en in de nieuwe samenstelling is opnieuw naar de kwestie gekeken.
Op 18 december 2023 heeft de directie op het schrijven van de OC gereageerd dat het niet gepast is dat de nieuwe leden nog advies gaan geven over de tarieven van 2024. De ondernemer heeft reeds toegelicht waar de verhoging op is gebaseerd en gaat dit niet nogmaals toelichten.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Toetsingskader
De ondernemer kan slechts van een advies van de oudercommissie afwijken indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet (artikel 1.60 lid 2 Wet kinderopvang). Bij de beantwoording van de vraag of de ondernemer van het advies van de oudercommissie mag afwijken, geldt in het algemeen dat aan de commissie slechts een marginale toetsing toekomt. Die toetsing houdt in dat de commissie alleen beoordeelt of de ondernemer bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid heeft kunnen komen tot zijn besluit van het advies af te wijken. In beginsel komt aan de ondernemer de vrijheid toe zijn eigen beleid te voeren en te bepalen op welke wijze hij zijn doel met zijn onderneming wil bereiken. De commissie kan pas tussenbeide komen wanneer voldoende duidelijk is dat wegens gebrek aan voldoende onderbouwing van het bestreden besluit, dat besluit in redelijkheid niet in stand kan blijven.
Adviestraject
Op 10 oktober 2023 is de voorgenomen prijsstijging ter advies aan de OC voorgelegd en op 14 november 2023 heeft de OC hierop positief geadviseerd.
Op 16 november 2023 stuurt de ondernemer een nieuwe e-mail naar de OC waarin hij aankondigt dat hij aanvullend op de tariefswijziging waarover de OC positief heeft geadviseerd, een extra tariefverhoging door zal voeren voor 2024. Hij geeft aan dat deze extra verhoging is ingegeven door de op 8 november 2023 bekend geworden maximumuurtarieven waarover de overheid kinderopvangtoeslag toekent.
Op 23 november 2023 informeert de OC de ondernemer het niet eens te zijn met de bijkomende verhoging. De nieuwe tarieven (gebaseerd op de bijkomende verhoging) zijn inmiddels al aan de consumenten gecommuniceerd. Op 28 november 2023 vindt een gesprek plaats tussen de ondernemer en de OC waarin de ondernemer enkele cijfers laat zien op zijn mobiele telefoon.
Op 14 december 2023 informeert de OC de ondernemer dat zij definitief negatief adviseren op de tweede prijsverhoging. De ondernemer laat op 18 december 2023 weten dat de tariefsverhoging alsnog doorgevoerd wordt en dat hij de OC niet opnieuw van een toelichting van de cijfers zal voorzien.
Beoordeling door de commissie
De commissie is van oordeel dat de aankondiging in de e-mail van 16 november 2023 niet kan doorgaan voor een (tweede) adviesaanvraag aan de OC. Nu beide partijen desondanks met elkaar hebben overlegd over de voorgenomen tweede tariefswijziging en de OC hierover een negatief advies heeft gegeven zal de commissie over deze aangelegenheid een oordeel geven.
De OC heeft negatief geadviseerd op de tweede voorgenomen prijsverhoging. De OC heeft hierbij aangevoerd meer (formele) stukken nodig te hebben alvorens tot een eventueel positief advies kan worden gekomen. De ondernemer heeft deze stukken niet verstrekt of willen verstrekken en stelt zich op het standpunt dat deze gegevens reeds bij de OC bekend zijn. De commissie volgt dit standpunt niet. De stelling van de ondernemer dat hij op 28 november in een gesprek met twee OC-leden zijn bedrijfsgegevens op een mobiele telefoon heeft laten zien, is hiervoor naar het oordeel van de commissie onvoldoende onderbouwing.
Bij de commissie ligt vervolgens de vraag voor of de ondernemer in redelijkheid heeft kunnen komen tot zijn besluit van het advies van de oudercommissie af te wijken. De ondernemer moet voldoende gemotiveerd hebben aangetoond dat het belang van de kinderopvang zich tegen het negatieve advies van de OC verzet.
Naar het oordeel van de commissie heeft de ondernemer dit in de reactie op het advies van de OC niet voldoende aangetoond. Daarin staat alleen aangegeven dat de ondernemer het advies niet overneemt. De motivatie die de wetgever als voorwaarde daartoe stelt ontbreekt.
Uit het besluit van 18 december 2023 is de commissie onvoldoende gebleken dat het belang van de kinderopvang zich tegen het negatieve advies van de OC verzet. De ondernemer gaat immers niet in op de standpunten van de OC. Het standpunt van de ondernemer dat de prijsstijging nodig is om de financiële gezondheid van de ondernemer te garanderen, is hiervoor op zichzelf onvoldoende. Onder deze omstandigheden had de prijsverhoging dan ook niet mogen plaatsvinden.
De commissie merkt ten overvloede op dat de maximumprijs waarover de overheid kinderopvantoeslag toekent los staat van het uurtarief dat de ondernemer hanteert.
Het feit dat de ondernemer zijn besluit om af te wijken van het advies van de oudercommissie onvoldoende heeft onderbouwd leidt tot de conclusie dat de ondernemer in redelijkheid niet had kunnen komen tot het besluit van 18 december 2023. In andere woorden: het besluit van de ondernemer is op onjuiste wijze tot stand gekomen en kan dan ook niet in stand blijven. Het is aan de ondernemer om via de daarvoor gewezen procedure tot een nieuw besluit te komen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de oudercommissie gegrond;
– bepaalt dat het besluit van de ondernemer ten aanzien van de tweede prijsstijging voor het jaar 2024 niet in stand kan blijven;
– bepaalt dat de ondernemer het betaalde klachtengeld van € 25, — aan de oudercommissie moet vergoeden binnen 14 dagen na verzending van dit bindend advies.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer Y. Dragstra, de heer drs. H. Grachten, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. S.M.E. Balfoort, secretaris, op 10 september 2024.