
Commissie: Afbouw
Categorie: Ondeugdelijke levering
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
74698
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 21 juli 2011 tussen partijen gesloten overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en aanbrengen van een kunststofvloer (gietvloer) tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 6.000,– inclusief BTW. De oplevering vond plaats op 23 januari 2012. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument stelt dat de ondernemer zijn verplichtingen uit de gesloten overeenkomst niet deugdelijk is nagekomen, aangezien de ondernemer geen vloer met daarin opgenomen een vloerverwarming heeft afgeleverd zonder enige zichtbare c.q. voelbare oneffenheden. De consument stelt hiertoe het volgende. De vloer is in januari 2012 gelegd. In juni 2012 is het slangverloop van de daar ondergelegde vloerverwarming zichtbaar geworden. Dit is niet alleen zichtbaar maar ook voelbaar. De opbolling van de leidingen wordt bevestigd door het rapport van het Bedrijfschap Afbouw van 24 oktober 2012. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Ik ben er van uitgegaan dat bij de ondernemer bekend was dat de egalinelaag maar 5 mm dik was. Dat moet de ondernemer immers bij de installateur van de vloerverwarming nagevraagd hebben. Uit het rapport van het bedrijfschap Afbouw volgt overigens dat de gietvloer zelf maar 2 mm dik is hetgeen te weinig is en waardoor de klachten ook kunnen zijn veroorzaakt. De consument verlangt dat de benedenverdieping (keuken/kamer/gang) wordt leeggehaald, de bestaande vloer wordt uitgehakt, de egalisatielaag opnieuw wordt aangebracht, een nieuwe vloer wordt gegoten, nieuwe plinten worden aangebracht, de benedenverdieping weer wordt geïnstalleerd, alsmede een vergoeding van hotelkosten gedurende 14 dagen. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer weerspreekt de klacht van de consument en voert hiertoe het volgende aan. Uit destructief onderzoek blijkt de totale laagdikte van de door een ander bedrijf aangebrachte egaline maar 2 mm te zijn, terwijl de vloerverwarmingman bij hoog en laag beweerd heeft dat er minstens 12 tot 15 mm dekking op zat. In onze opdrachtbevestiging staat uitdrukkelijk vermeld dat de egalisatie-vloer een minimale laagdikte van tenminste 10 mm dient te hebben. Aan deze kenbare voorwaarde is niet voldaan. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Ik wist niet dat de leverancier van de vloerverwarming slechts 5 mm egalisatie had aangebracht. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport van 8 mei 2013, samengevat weergegeven en voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. De dekking op de leidingen van de vloerverwarming blijkt na destructief onderzoek geen 2 mm te zijn, maar 6 mm. Dit is nog altijd duidelijk minder dan de gevraagde 10 mm. De dekking op de leiding is extreem gering. Deze (te) geringe dekking is de oorzaak van de klachten. Het is usance en praktisch logisch dat een destructief onderzoek om de dekking van de leidingen te controleren niet wordt uitgevoerd, maar dat wordt uitgegaan van het correct opvolgen van de aangegeven aanwijzingen. De omvang van de geconstateerde gebreken is ernstig. Herstel is technisch mogelijk door het verwijderen van de geleverde vloerafwerking, het alsnog aanbrengen van tenminste 10 mm egalisatielaag over het gehele vloeroppervlak en het opnieuw aanbrengen van de reeds geleverde vloerafwerking. Vanwege het feit dat de woning 3 tot 4 weken niet bewoond zal kunnen worden en de benedenverdieping volledig ontruimd zal moeten worden is dit een ingrijpende oplossing. De herstelkosten bedragen bij benadering € 9.200,– inclusief BTW en exclusief in- en uitruimen en vervangend verblijf. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie komt het advies van de door de commissie benoemde deskundige zowel feitelijk als vaktechnisch juist voor. De commissie neemt het advies van de deskundige dan ook over en legt dit advies aan dit bindend advies ten grondslag. Uit het deskundigenrapport blijkt dat de klachten veroorzaakt worden door onvoldoende dekking op de leidingen van de vloerverwarming. Dit valt de ondernemer niet aan te rekenen, die immers vooraf in de opdrachtbevestiging expliciet heeft aangegeven dat ten minste een dikte van 10 mm egaline diende te worden aangebracht. Deze instructie lijkt de leverancier van de vloerverwarming niet te hebben nageleefd. Gelet op hetgeen de deskundige heeft overwogen met betrekking tot de usance in de praktijk en de praktische consequenties van het uitvoeren van steekproeven vindt de commissie het te billijken dat de ondernemer geen steekproeven heeft uitgevoerd maar dat in beginsel wordt uitgegaan van het correct opvolgen van de gegeven aanwijzingen. Per email van 14 januari 2012 heeft de consument bovendien aan de ondernemer medegedeeld dat hij nog navraag heeft gedaan bij de leverancier van de vloerverwarming en dat deze geen problemen voorzag. De combinatie van hetgeen in de branche gebruikelijk is, de praktische consequenties van het uitvoeren van steekproeven en de mededeling van de consument van 14 januari 2012 maken dat het risico van het niet correct opvolgen van deze aanwijzingen door een eerdere leverancier – zoals in casu de installateur van de vloerverwarming – bij de consument als opdrachtgever van deze eerdere leverancier hoort te liggen en niet bij de ondernemer. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, op 11 juni 2013.