Problemen met collectief warmtepompsysteem: klacht ongegrond

De Geschillencommissie Opslaan als PDF




Commissie: Energie    Categorie: Conformiteit / Installatie    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 551379/618432

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument klaagde over storingen in zijn binneninstallatie, zoals klapperende leidingen, lekkages en slecht werkend warm tapwater. Hij stelde dat de ondernemer in 2021 de installatie had ontregeld. De ondernemer betwistte dit en wees op gebrekkig onderhoud en slijtage waarvoor de consument zelf verantwoordelijk is. De commissie oordeelt dat er geen bewijs is dat de ondernemer de installatie heeft ontregeld. Omdat de problemen vooral te maken hebben met onderhoud en slijtage, is de klacht ongegrond. De ondernemer had nog aangeboden om de installatie opnieuw in te regelen met gedeelde kosten, wat de commissie de consument aanraadt te overwegen.

De volledige uitspraak

Samenvatting
De consument is sinds 2016 aangesloten op het collectief warmtepompsysteem van de ondernemer die ook warm tapwater levert. De consument klaagt erover dat hij sinds 2019 diverse problemen ondervindt, zoals klapperende leidingen, vuil in de binneninstallatie, waterdruk veranderingen, lucht in de leidingen, lekkages en gebrekkige levering warm tapwater. Hij acht de ondernemer hiervoor verantwoordelijk, die volgens hem in 2021 de binneninstallatie heeft ontregeld waardoor hij sedertdien met diverse storingen wordt geconfronteerd. Voorts klaagt de consument over de slechte communicatie met de ondernemer met betrekking tot zijn klachten.

De ondernemer betwist dat hij in 2021 de binneninstallatie heeft ontregeld. In dat jaar is het collectieve systeem en alle individuele woningen in het project gespoeld en daarbij zijn tevens (onverplicht) de defecte klepjes in de binneninstallaties vervangen. Andere werkzaamheden zijn toen niet in of aan de binneninstallaties verricht. Deze zijn toen 100% werkend achtergelaten. De door de consument aangehaalde problemen zijn grotendeels terug te voeren door gebrekkig onderhoud door de consument en slijtage in en aan zijn binneninstallatie waarvoor de ondernemer niet verantwoordelijk is. Voor het overige zijn het geringe kwesties die zijn opgelost. Bij een inspectie op 13 augustus 2024 is vastgesteld dat er diverse motoren van de vloerverwarming regeling niet opengaan en dat er binnenwerken op de verdeler zijn aangetroffen die blijven hangen door slijtage. De consument is hiervoor zelf verantwoordelijk. Ten aanzien van het warm tapwater zijn toen geen bijzonderheden geconstateerd.

Beoordeling
De discussie tussen partijen heeft zich ook ter zitting toegespitst op de vraag of de (resterende) problemen in of aan de binneninstallatie in de woning van de consument te wijten zijn aan ontregeling van die installatie door werkzaamheden door de ondernemer in 2021 (standpunt consument) of dat deze zijn terug te voeren op gebrekkig onderhoud en slijtage van onderdelen in die binneninstallatie waarvoor de consument zelf verantwoordelijk is (standpunt ondernemer).

De commissie heeft in overweging genomen of het zinvol kan zijn die vraag te onderwerpen aan onderzoek door een deskundige. De commissie is daarbij evenwel tot de slotsom gekomen dat enige uitkomst van zo’n onderzoek niet tot gegrondverklaring van de klacht kan leiden. Voor zover zou blijken dat de problemen zijn te herleiden tot gebrekkig onderhoud en slijtage van onderdelen in de binneninstallatie valt daarvan aan de ondernemer geen verwijt te maken. Dat de ondernemer bij werkzaamheden in 2021 de binneninstallatie heeft ontregeld, is door de ondernemer gemotiveerd betwist. Bewijs daarvan ligt niet voor en de consument heeft ter zitting erkend dat hij dat bewijs ook niet kan bijbrengen, zodat ook in zoverre de klacht ongegrond moet worden verklaard.

De ondernemer heeft de consument nog – ter oplossing van het geschil – aangeboden om de binneninstallatie opnieuw te laten inregelen op basis van een 50/50 bekostiging, op voorwaarde dat de consument de toepasselijke inregelstaten aanlevert. De consument kan deze staten niet aanleveren en heeft overigens dat aanbod vooralsnog niet aanvaard. De commissie geeft de consument evenwel uitdrukkelijk in overweging om in het kader van dit voorstel opnieuw met de ondernemer in overleg te gaan, omdat dit bij de huidige stand van zaken de enige mogelijkheid lijkt om de problemen in de binneninstallatie tegen voor hem mogelijk aanvaardbare kosten en met een bijdrage van de ondernemer tot een oplossing te brengen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. R.J. van Boven, voorzitter, mevrouw mr. W.N. Kip, de heer mr. P. P. van der Neut, leden, op 3 februari 2025.

Opslaan als PDF