Problemen met vlucht van technische aard. In dit geval geen overmacht

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Aansprakelijkheid    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI09-0175

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 27 augustus 2008 met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een pakketreis voor vier personen naar Nepal met verblijf in diverse hotels, voor de periode van 22 oktober 2008 t/m 19 november 2008 voor de som van € 4.892,–.   Klager en haar medereisgenoten hebben een bedrag aan meerkosten van in totaal € 1.607,– niet aan de reisorganisator betaald. Dit bedrag is bij de commissie in depot gestort.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.   We hebben een pakketreis geboekt inclusief een retourvlucht Amsterdam-Kathmandu. Op de heenweg op 22 oktober 2008 werd de vlucht van Helsinki naar Delhi door [de vliegtuigmaatschappij] geannuleerd in verband met motorproblemen. We zijn toen overgeboekt op een andere vlucht. Als gevolg daarvan zijn we later in Delhi aangekomen en hierdoor zijn extra kosten ontstaan om de geboekte reis alsnog te kunnen uitvoeren. Die extra kosten bestaan uit een extra hotelovernachting in Delhi, extra vliegkosten voor de vlucht van Delhi naar Kathmandu en de annuleringskosten van het hotel in Delhi. De reisorganisator brengt ons vieren daarvoor een bedrag van in totaal € 1.607,– in rekening. Maar we vinden dat de reisorganisator die meerkosten voor zijn rekening moet nemen.   Klager verlangt een vergoeding van in totaal € 1.607,–.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.   Vanwege technische problemen met de motor kon de vlucht van Helsinki naar Delhi geen doorgang vinden. Er is een andere vlucht door [de vliegtuigmaatschappij] aangeboden, waarbij een enorme vertraging is ontstaan. We hebben het programma van klager en haar medereisgenoten toen aangepast, om de pakketreis alsnog doorgang te laten vinden. Hiervoor zijn extra kosten gemaakt. Die kosten zijn een gevolg zijn van een technische storing, die niet was te voorzien. Er is derhalve sprake van overmacht, zodat we voor die kosten niet aansprakelijk zijn. We hebben die meerkosten derhalve aan klager en haar medereisgenoten doorberekend. We wijzen er op dat volgens een e-mailbericht van de reisverzekeraar aan een reisgenoot van klager die verzekeraar coulancehalve bereid is om € 500,– per verzekerde uit te keren. Daarmee zouden alle kosten gedekt zijn.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Aan de orde is de vraag of de reisorganisator aansprakelijk kan worden gehouden voor de meerkosten die zijn ontstaan als gevolg van het feit dat klager en haar medereisgenoten op de heenreis, op de vlucht van Helsinki naar Delhi, werden geconfronteerd met technische problemen aan een motor. Blijkens de bij de stukken gevoegde nota’s van de reisorganisator van 8 december 2008 bedragen die meerkosten voor klager en [medepassagier 1] € 811,– (€ 405,50 per persoon). Voor [medepassagier 2] en [medepassagier 3] bedragen de meerkosten € 796,– (€ 398,– per persoon).   In artikel 12 van de ANVR Reisvoorwaarden is, voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven, bepaald dat indien de reis niet verloopt overeenkomstig de verwachtingen die de reiziger op grond van de overeenkomst redelijkerwijs mocht hebben, de reisorganisator in beginsel verplicht is de eventuele schade van de reiziger te vergoeden, tenzij de tekortkoming in de nakoming niet aan de reisorganisator is toe te rekenen noch aan de persoon van wiens hulp hij bij de uitvoering van de overeenkomst gebruik maakt, omdat die tekortkoming te wijten is aan overmacht. Volgens het vierde lid van artikel 12 wordt onder overmacht verstaan: abnormale en onvoorzienbare omstandigheden die onafhankelijk zijn van degene die zich er op beroept en waarvan de gevolgen ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet vermeden konden worden.   Het is vaste jurisprudentie van de commissie dat problemen van technische aard aan een vervoermiddel niet zonder meer een beroep op overmacht rechtvaardigen. Uit het schrijven van [de vliegtuigmaatschappij] van 23 oktober 2008 blijkt slechts dat de vlucht op 22 oktober 2008 van Helsinki naar Delhi om technische redenen is geannuleerd. Nu de problemen van technische aard niet nader zijn gespecificeerd, is de commissie niet gebleken dat sprake is van zodanig buitengewone omstandigheden, dat een beroep op overmacht gerechtvaardigd is. De commissie is dan ook van oordeel dat de tekortkoming in de uitvoering van de reisovereenkomst aan de reisorganisator kan worden toegerekend, zodat de reisorganisator in beginsel aansprakelijk is voor de gemaakte meerkosten.   In artikel 14 van de ANVR Reisvoorwaarden, voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven, is bepaald dat de reisorganisator niet aansprakelijk is, indien en voor zover de reiziger zijn schade heeft kunnen verhalen uit hoofde van een verzekering, zoals bijvoorbeeld een reis- en/of annuleringsverzekering.   De commissie heeft uit de overgelegde stukken afgeleid dat de reisorganisator zich, subsidiair, beroept op het bepaalde in artikel 14 van de ANVR-Reisvoorwaarden. Naar aanleiding van de ter zitting ontstane onduidelijkheid over de vraag of klager en haar medereisgenoten een claim hadden ingediend bij hun reis- en/of annuleringsverzekering heeft de commissie klager en haar medereisgenoten in de gelegenheid gesteld dienaangaande nadere stukken over te leggen.   Uit de bij het schrijven van 5 november 2009 gevoegde brief van 22 december 2008 van [verzekeringsmaatschappij 1] aan [de medepassagier] blijkt dat deze reiziger een bedrag van € 398,– vergoed heeft gekregen. Dit bedrag is gelijk aan de meerkosten die [de medepassagier] heeft moeten maken. Het bepaalde in artikel 14 van de ANVR Reisvoorwaarden brengt mee dat de reisorganisator niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de door [de medepassagier] gemaakte meerkosten.   Uit de bij het schrijven van 18 oktober 2009 gevoegde brief van [verzekeringsmaatschappij 2] van 23 februari 2009 aan klager blijkt dat die verzekeraar aan klager geen vergoeding heeft toegekend voor de omboekingskosten, omdat de verzekering daarvoor geen dekking biedt. Uit de bij het schrijven van 5 en 18 november 2009 gevoegde brieven van [verzekeringsmaatschappij 3] van 30 oktober 2009 aan [naam medepassagier] en [naam medepassagier] blijkt dat die verzekeraar om dezelfde reden geen vergoeding heeft toegekend aan deze reizigers voor de gemaakte meerkosten. Met betrekking tot de bereidheid van deze verzekeraar om coulancehalve een uitkering te doen, waarop de reisorganisator heeft gewezen, heeft [verzekeringsmaatschappij 3] in de aan [de medepassagier] gerichte brief nog gemeld dat deze bereidheid berust op foutieve informatie van de verzekeraar aan [de medepassagier]. Gemeld is dat een coulancevergoeding voor de gemaakte meerkosten niet heeft plaatsgevonden.   Nu de reisverzekeraar van klager en van [naam medepassagier] en [naam medepassagier] niet bereid is de gemaakte meerkosten aan deze reizigers te vergoeden, is de reisorganisator voor die kosten aansprakelijk. Voor deze reizigers betreft dit in totaal een bedrag van € 1.209,–.   Van het bedrag van € 1.607,–, dat in depot is gestort, komt derhalve aan klager een bedrag toe van in totaal € 1.209,– en aan de reisorganisator een bedrag van € 398,–.   De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht (grotendeels) gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 1.209,–.    Het depotbedrag van € 1.607,– wordt met inachtneming van het vorenstaande als volgt verrekend: -aan klager komt een bedrag toe van in totaal € 1.209,–; -aan de reisorganisator komt een bedrag toe van € 398,–.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 100,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 205,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 28 december 2009.