Commissie: Energie Zakelijk
Categorie: Installatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ENE10-0054
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil heeft betrekking op de levering van gas en elektriciteit. Standpunt van de klager Het standpunt van de klager luidt in hoofdzaak als volgt. Het verbruik van stroom is onverklaarbaar hoog in de zaak: [naam leverancier] erkent dit. Persoonlijk het verbruik van de apparatuur bijgehouden. Hieruit ontstaan verschillen tot 70 kWh per dag ten opzichte van [naam leverancier]. De openingstijden van het pand zijn niet verruimd. Daarnaast wordt juist zuiniger met stroom omgegaan (staken van buitenspots, alle apparatuur in de keuken werkt op gas). Ondanks de stroombesparende maatregelen en het staken van de buitenverlichting is het verbruik volgens [naam leverancier] toch weer in 2008 met 15.000 kWh toegenomen. Sprekend voorbeeld: tussen kerst en oud & nieuw was de zaak gesloten. De ‘stroomvreter’ is de inloopvriezer (52 kWh op een reguliere werkdag, met veel inloop in de vriezer). Voor de rest geen verslindende apparatuur. Desondanks is het verbruik in de vier gesloten dagen 500 kWh. Ter illustratie: een normale werkdag 175 kWh per dag. Standpunt van [naam leverancier] Het standpunt van [naam leverancier] luidt in hoofdzaak als volgt. Onze afrekeningen worden gebaseerd op de meterstanden die wij van de betreffende netbeheerder ontvangen. Wij zijn als leverancier afhankelijk van deze door de meetverantwoordelijke netbeheerder aangereikte meterstanden. De netbeheerder is verantwoordelijk voor het vaststellen van de meterstanden (zie Meetcode 1.2.). Daarbij is de netbeheerder verantwoordelijk voor het verzamelen van de jaarmeterstanden. In het geval van klager is de netbeheerder [naam netbeheerder]. Als leverancier dienen wij op basis van deze meterstanden de afrekening op te stellen en zijn niet bevoegd zonder aansturing van de netbeheerder verbruik te corrigeren. De meter is door [naam netbeheerder] geijkt en in orde bevonden. Er is dan ook geen grond om aan de werking van de installatie te twijfelen. Standpunt van [naam netbeheerder] Het standpunt van [naam netbeheerder] luidt in hoofdzaak als volgt. Uit de [naam netbeheerder] ten dienste staande gegevens blijkt dat de heer [naam klager] klager op 24 juni 2008 een akkoordverklaring voor het onderzoek van onderhavige elektriciteitsmeter heeft getekend. Op 30 juli 2008 heeft dat onderzoek plaats gevonden. De meter voldeed aan de gestelde eisen. Hierna heeft [naam netbeheerder] niets meer vernomen, noch van de leverancier noch van klager. Eerst op 18 mei 2010 wendt klager zich weer tot [naam netbeheerder] omdat [naam netbeheerder] klager heeft aangeschreven over het feit dat klager op dat moment niet meer over een leverancier beschikte. In de brief van 18 mei 2010 legt klager uit waarom hij geen andere leverancier kan kiezen. Hij verwijst daarbij zijdelings naar het volgens hem, hoge verbruik. [naam netbeheerder] heeft klager met brief van 7 juni 2010 uitgelegd dat klager verplicht is een leverancier te hebben, bij gebreke waarvan [naam netbeheerder] wettelijk verplicht is om het energietransport stop te zetten. Omdat klager alsnog tijdig een leverancier had heeft [naam netbeheerder] het transport niet hoeven te onderbreken. Aangezien de meter van klager in 2008 nog was onderzocht en goed bevonden heeft [naam netbeheerder] de brief van klager niet opgevat als een verzoek om de meetinrichting opnieuw te laten controleren. Aan de hand van het historische verbruik concludeert [naam netbeheerder] dat het verbruik erg constant is sinds klager op dit adres zit. Het verbruik op telwerk 1 is gemiddeld circa 45.000 kWh en op telwerk 2 circa 50.000 kWh (totaal 95.000 kWh). In verband met de opmerking van klager dat hij het vermoeden heeft dat een aangrenzend pand per abuis op zijn aansluiting is aangesloten heeft ondergetekende het pand van klager op 10 november 2010 laten bezoeken. In het pand van klager bevindt zich een 3 x 80 Amp aansluiting. Verder heeft de onze medewerker geen bijzonderheden geconstateerd op dit adres. Alles was correct aangesloten. De aansluiting in het aangrenzende pand op 17a is niet meer in bedrijf. De aansluiting van het naastgelegen pand op 17b is in bedrijf. Op de foto’s zijn de standen te zien van 10 november 2010. Deze harde standen afgezet tegen de harde standen van 5 september 2008 laten een gemiddeld totaal verbruik zien van circa 83.000 kWh. Hieruit blijkt dat de genomen energiebesparende maatregelen wel effect hebben gehad. Verder is [naam netbeheerder] niet bevoegd onderzoek naar de binneninstallatie van klager te doen. Dat is niet haar wettelijke taak. Dat is voorbehouden aan een erkende installateur. Onderzoek naar gebreken c.q. controle op, hoe en in welke mate de afname van energie van de binneninstallatie plaatsvindt zijn voor rekening en verantwoording van klager. [naam netbeheerder] kan alleen op verzoek van klager de meter uitwisselen en andermaal de meter controleren op basis van ongelijk. [naam netbeheerder] is van mening dat op grond van het voorafgaande van haar niet verlangd kan worden een verklaring te geven voor de omvang van het verbruik. [naam netbeheerder] kan en mag namelijk geen invloed uitoefenen op de aard en de toestand van de binneninstallatie van klager evenals op de omvang, de toestand en het in gebruik hebben van de daarop aangesloten apparatuur. Gelet op het vorenstaande verzoekt [naam netbeheerder] uw commissie de klacht ongegrond te verklaren. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft de commissie in grote lijnen de standpunten van de ondernemers. In beginsel zijn immers de meterstanden leidend voor het in rekening te brengen verbruik. In dit geval is de elektriciteitsmeter onderzocht en goed bevonden. Vooralsnog dient derhalve van een juiste werking van de meter uit te worden gegaan. Uiteraard staat de consument vrij de meter door een extern onafhankelijk bedrijf te laten ijken, maar vooralsnog is dit nog niet geschied. Indien en voor zover problemen ontstaan na de meter, ligt het probleem in de binneninstallatie en daarvoor zijn de ondernemers niet aansprakelijk. Ook kan noch van de ondernemers noch van de commissie worden verwacht dat een verklaring wordt gegeven van een hoog verbruik. De klacht treft dan ook geen doel. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, op 15 februari 2011.