Recron-voorwaarden niet van toepassing op overeenkomst. Consument op grond van wet niet verplicht tot verwijderen van haar vakantiewoning, nu ondernemer eigenaar van de woning is.

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Recreatie    Categorie: Algemene voorwaarden    Jaartal: 2009
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REC06-0160

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil heeft betrekking op de al dan niet toepasselijkheid van de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen van verplaatsbare kampeermiddelen en de vraag voor wiens rekening de sloopkosten komen van een niet verplaatsbare woning.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument huurt al 35 jaar een vaste plaats bij de ondernemer voor haar vakantiewoning. Het betreft een gefundeerde woning die met toestemming van de vader van de huidige ondernemer is gebouwd. De woning is 10 bij 20 meter en rust op een stenen fundering onder de grond. De woning is niet verplaatsbaar.
Op 30 juni 2006 heeft de ondernemer meegedeeld dat de camping op 31 december 2006 gaat sluiten en dat de consument de standplaats voor die datum schoon en netjes moet achterlaten. De ondernemer beroept zich daarbij op de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen voor verplaatsbare kampeermiddelen. De consument meent dat deze voorwaarden niet van toepassing zijn, omdat het een niet verplaatsbare, onroerende woning betreft.
Ter zitting deelt de consument mee dat in de schriftelijke overeenkomst die zij jaarlijks van de ondernemer ontvangt en die zij ondertekend moet retourneren, wordt verwezen naar de laatste versie van de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen. De consument heeft echter nooit een exemplaar van de Recron-voorwaarden van de ondernemer ontvangen, noch bij het aangaan van de overeenkomst voor de eerste maal noch bij de verlengingen van de overeenkomst. Nadat de ondernemer had opgezegd, heeft de consument de Recron om een exemplaar van de voorwaarden gevraagd. De consument heeft dus niet eerder van de inhoud van deze voorwaarden kennis kunnen nemen.
De woning is door natrekking juridisch eigendom van de ondernemer. De consument meent dat daaruit volgt dat de ondernemer verantwoordelijk is voor de sloop van de woning.
 
Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer is van mening dat de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen wel degelijk van toepassing zijn. In artikel 1 sub a van de voorwaarden wordt onder kampeermiddel ook een zomerhuisje begrepen. In artikel 13 van deze voorwaarden wordt geregeld dat de recreant uiterlijk op de laatste dag van de overeengekomen periode de plaats leeg en volledig opgeruimd moet opleveren. Hieruit volgt dat de consument verantwoordelijk is voor het ontruimen van de plaats. Het feit dat de ondernemer door natrekking de juridische eigendom zou hebben verkregen doet daar niets aan af.
De consument heeft inmiddels de carport, het tuinhuisje en de grinttegels weggehaald en de keuken uit de woning verwijderd. De consument moet ook haar zomerhuis afbreken.
 
Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument meent niet gebonden te zijn aan de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen voor verplaatsbare kampeermiddelen, omdat zij beschikt over een niet-verplaatsbare gefundeerde woning. De ondernemer verwijst in de (door de consument) ondertekende overeenkomst naar de laatste versie van de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen, maar de ondernemer heeft niet een exemplaar van deze voorwaarden aan de consument ter beschikking gesteld. De consument was dan ook niet op de hoogte van de inhoud van deze voorwaarden en meent daarom niet daaraan gebonden te zijn.
De commissie beschouwt dit als een beroep op de nietigheid van een beding in de algemene voorwaarden op grond van artikel 6:233 sub b. Burgerlijk Wetboek vanwege het feit dat de ondernemer de consument niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Volgens artikel 6:234 BW is die redelijke mogelijkheid niet geboden indien de algemene voorwaarden niet voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter hand zijn gesteld. De commissie acht aannemelijk dat de ondernemer nooit Recron-voorwaarden dan wel in ieder geval niet de Recron-voorwaarden vaste plaatsen van december 2002 aan de consument ter hand heeft gesteld. Dit wordt ook verklaard door een andere recreant van de ondernemer die eveneens bij de commissie een klacht tegen de ondernemer heeft ingediend en is door de ondernemer niet weersproken.
De commissie acht het beroep op nietigheid derhalve gegrond en zal de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen buiten toepassing laten op de overeenkomst tussen de ondernemer en de consument. Derhalve hebben partijen geen belang meer bij de beoordeling van de vraag of de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen voor verplaatsbare kampeermiddelen wel van toepassing kunnen zijn ingeval van een niet verplaatsbare onroerende woning.
Nu de gevolgen van de beëindiging voor partijen niet door de Recron-voorwaarden worden
beheerst, zal de commissie de klacht beoordelen volgens de regels in het Burgerlijk Wetboek. Tussen partijen staat vast dat de woning door natrekking (juridisch) eigendom van de ondernemer is geworden. Daaruit volgt volgens de commissie dat de ondernemer de verantwoordelijkheid heeft voor de sloop van de woning.
Ook op grond van het huurrecht kan de consument niet verplicht worden de woning te laten slopen. De overeenkomst tussen de ondernemer en de consument moet als een huurovereenkomst gekwalificeerd worden. Artikel 7:216 Burgerlijk Wetboek bepaalt, kort samengevat het volgende.
1. De huurder heeft een wegneemrecht. In dit geval mag dus door de consument worden weggenomen wat op de standplaats is aangebracht.
2. De huurder is echter niet verplicht tot het ongedaan maken van toevoegingen die met toestemming van de verhuurder zijn aangebracht. Vaststaat dat de woning met toestemming van de verhuurder is gebouwd. De consument kan dus niet worden gedwongen de woning af te breken.
3. De huurder kan een vergoeding vorderen voor de door hem na het einde van de huurovereenkomst achtergelaten toevoegingen (i.c. de woning) voor zover sprake is van ongerechtvaardigde verrijking van de verhuurder.
De commissie dient haar uitspraak te beperken tot hetgeen de consument in deze procedure heeft gevorderd en wijst de door de consument ingediende vordering dat de woning door de ondernemer moet worden gesloopt toe.

Beslissing

De Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen voor verplaatsbare kampeermiddelen zijn wegens nietigheid niet van toepassing op de overeenkomst tussen de ondernemer en de consument.

De consument is volgens de wet niet verplicht tot het verwijderen van haar vakantiewoning. De ondernemer is eigenaar van de woning. Indien hij de woning wenst te slopen, komen de kosten daarvan voor zijn rekening.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 25 januari 2007.