Commissie: Energie Zakelijk
Categorie: Installatie
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
93531
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de jaarafrekening 2013/2014 voor de levering van gas en elektriciteit.
De klacht is op 27 februari 2014 voorgelegd aan het bedrijf.
De verbruiker/aangeslotene heeft een bedrag van € 2.467,60 onbetaald gelaten en bij de commissie in depot gestort.
Standpunt van de verbruiker/aangeslotene
Het standpunt van de verbruiker/aangeslotene luidt in hoofdzaak als volgt.
Doordat een van de tellers stil stond, heeft er geen juiste meting van het daadwerkelijke verbruik plaatsgevonden. Er was een extreem hoog verbruik van licht en gas. Het was de bedoeling dat de meters geijkt zouden worden, maar in plaats daarvan heeft het bedrijf de meters vervangen. Het bedrijf bleek niet in staat om een juiste jaarafrekening te maken. Het bedrijf heeft de klacht niet serieus genomen.
De verbruiker/aangeslotene verlangt dat er een reële schatting van het verbruik wordt gemaakt aan de hand van de beschikbare informatie over het verbruik in voorgaande jaren en het huidige verbruik.
Standpunt van het bedrijf
Het standpunt van het bedrijf luidt in hoofdzaak als volgt.
De beginstanden bij start levering per 27 april 2012 zijn de door de verbruiker/aangeslotene zelf doorgegeven. Voor de jaarafrekening 2012/2013 is gebruik gemaakt van de door de netbeheerder berekende standen per 11 februari 2013. Ten behoeve van de jaarafrekening 2013/2014 zijn de standen per 23 januari 2014 ontvangen. Nadat door de verbruiker/aangeslotene is doorgegeven dat de elektriciteitsmeter niet goed functioneerde, heeft de netbeheerder op 25 juli 2014 geconstateerd dat alle verbruikte energie op de nachtteller (telwerk laag) wordt geregistreerd, en dat de dagteller stil staat. De meter is vervangen door een slimme meter. Bij de jaarafrekening 2013/2014 is gebruik gemaakt van de door de verbruiker/aangeslotene zelf per 23 januari 2014 doorgegeven standen. Aangezien alle verbruik op het goedkopere nachttarief was geregistreerd, heeft de verbruiker/aangeslotene hiervan geen nadeel ondervonden.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is genoegzaam gebleken dat het bedrijf met de jaarafrekeningen 2012/2013 en 2013/2014 uiteindelijk met de verbruiker/aangeslotene heeft afgerekend op basis van de door de verbruiker/aangeslotene zelf bij start levering (27 april 2012) doorgegeven beginstanden en de door de verbruiker/aangeslotene ten behoeve van de jaarafrekening 2013/2014 doorgegeven standen per 23 januari 2014. Aangezien de meterstanden ten behoeve van de jaarafrekening 2012/2013 – bij gebreke van door de verbruiker/aangeslotene zelf doorgegeven standen – door de netbeheerder berekende standen betreffen, is – gelet op de in zoverre niet bestreden door het bedrijf aangedragen gegevens – aannemelijk dat bij de jaarafrekening 2012/2013 een lager verbruik dan het daadwerkelijke verbruik in rekening is gebracht. Dat kan de relatief hoge afrekening bij de jaarafrekening 2013/2014 (deels) verklaren. Tegenover de stelling van het bedrijf dat de kapotte meter geen andere defecten vertoonde dan dat alle verbruik over de nachtteller werd geregistreerd, is door de verbruiker/aangeslotene onvoldoende aangevoerd om te kunnen concluderen dat door het bedrijf meer dan het daadwerkelijke verbruik in rekening is gebracht. Ter zitting heeft de verbruiker/aangeslotene desgevraagd te kennen gegeven niet alsnog een ijking te wensen. Gelet daarop dient de commissie ervan uit te gaan dat het gemeten verbruik overeenkomt met het daadwerkelijke verbruik. Van de omstandigheid dat alle verbruik over de nachtteller is geregistreerd heeft de verbruiker/aangeslotene geen nadeel ondervonden, aangezien daardoor voor alle verbruikte energie het lage tarief is gehanteerd. In zoverre is de klacht van de verbruiker/aangeslotene ongegrond.
Uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat het bedrijf niet adequaat op de signalen van de verbruiker/aangeslotene over een onjuiste registratie van het energieverbruik heeft gereageerd. In plaats van een afgesproken ijking van de meter, heeft het bedrijf in samenspraak met de netbeheerder de meter laten vervangen. Vervolgens heeft het bedrijf aan de verbruiker/aangeslotene laten weten dat de meter was vernietigd zodat nader onderzoek daaraan niet meer mogelijk was. Daarna heeft het bedrijf aan de verbruiker/aangeslotene doorgegeven dat de meter toch niet was vernietigd en dat de netbeheerder de kapotte meter alsnog heeft nagekeken. Daaruit zou, aldus het bedrijf, zijn gebleken dat er geen andere defecten waren dan de geconstateerde tariefstoring, maar een rapport van dit onderzoek is daarbij niet overgelegd. Met deze gang van zaken, waarbij de niet weersproken afspraak dat de meter eerst zou worden geijkt niet is nagekomen en waarbij sprake was van diffuse informatievoorziening door het bedrijf aan de verbruiker/aangeslotene, heeft het bedrijf onvoldoende zorgvuldig jegens de verbruiker/aangeslotene gehandeld. In zoverre is de klacht gegrond. Daarin ziet de commissie aanleiding om te bepalen dat het bedrijf het door de verbruiker/aangeslotene betaalde klachtengeld aan hem dient te vergoeden.
De conclusie is dat de klacht deels gegrond en deels ongegrond is. Dit betekent dat het in depot gestorte bedrag aan het bedrijf dient te worden uitgekeerd.
Er wordt derhalve als volgt beslist.
Beslissing
De commissie oordeelt de klacht van de verbruiker/aangeslotene ten dele gegrond.
Het in depot gestorte bedrag dient als volgt te worden verrekend:
Het depotbedrag van € 2.467,60 wordt aan het bedrijf uitgekeerd.
Bovendien dient het bedrijf overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 181,50 aan de verbruiker/aangeslotene te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Het meer of anders door de verbruiker/aangeslotene verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie voor de zakelijke markt, op 26 mei 2015.