Commissie: Recreatie
Categorie: Informatie
Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
104961
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de taxatie bij verkoop van het chalet van de consument, welke taxatie de ondernemer naar zeggen van de consument verplicht heeft opgelegd.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Ik heb mijn chalet/caravan te koop aangeboden en dit gemeld bij de ondernemer. Die vertelde mij dat het chalet/de caravan eerst getaxeerd moest worden. Dit was voor mij en andere huurders volstrekt nieuw. Ik kreeg de mededeling dat de parkleiding dit vorig jaar zo had besloten. Ik heb aangegeven dat de ondernemer niet eenzijdig reglementen mag veranderen. Ik ga er vanuit dat het reglement dat ik in 2010 heb gekregen nog van toepassing is en daarin wordt niet gesproken over een taxatie. De taxatie moest worden uitgevoerd door een bepaald bedrijf uit Capelle aan den IJssel, met welk bedrijf de ondernemer een prijsafspraak had gemaakt.
De consument verlangt van de ondernemer dat deze hem het bedrag dat hij heeft betaald voor de taxatie, te weten een bedrag van € 375,–, terugbetaalt.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar het verweer van de ondernemer d.d. 27 september 2016. In de kern komt het verweer van de ondernemer op het volgende neer.
In het parkreglement 2010 dat ten tijde van het contract geldig was, staat nadrukkelijk de bepaling over de maximale leeftijd van de caravan (namelijk 19 jaar). Na die tijd moet de caravan de camping verlaten. Als we de logica van de consument zouden moeten volgen (de consument beroept zich op het oude reglement), zou dat betekenen dat hij zijn caravan niet meer had mogen verkopen. De caravan is namelijk van 1996. De verkoop is in 2016; de caravan is dus ouder dan 19 jaar.
Wij hebben deze bepaling twee jaar geleden gewijzigd, aangezien caravans na 19 jaar in sommige gevallen nog voldoende in conditie zijn en ons inziens gewoon mogen worden verkocht. Om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van het park en die van de verkochte caravans op de campings gewaarborgd blijft, wordt op dit moment het volgende vereist: minimale taxatiewaarde van € 6.500,– volgens een door de ANWB erkend taxateur.
De consument heeft derhalve voordeel van de aanpassing van de parkregels. De taxatiewaarde van zijn caravan is immers € 10.500,– en zijn caravan kan dus gewoon verkocht worden.
De consument stelt dat wij hem verplicht hebben om een taxatierapport bij een door ons genoemd bedrijf te laten opstellen. Wat wij hem verteld hebben, is dat hij wel de vrijheid heeft om een andere partij in te schakelen, mits aan de voorwaarde wordt voldaan dat het een ANWB gecertificeerde taxateur is.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In zijn verweer heeft de ondernemer gerefereerd aan het parkreglement 2010 (Reglement behorende bij overeenkomst / hierna: het reglement). Desgevraagd heeft de consument verklaard dat hij het reglement niet heeft ontvangen bij de ondertekening van de huurovereenkomst. Wel heeft hij destijds een A4-tje gekregen (informatie jaarplaatsen). Onderaan dit A4-tje staat overigens vermeld dat aan de tekst geen rechten ontleend kunnen worden. Het antwoord op de vraag of het reglement is verstrekt bij het ondertekenen van de huurovereenkomst, moest de vertegenwoordiger van de ondernemer schuldig blijven.
Ter zitting heeft de vertegenwoordiger van de ondernemer aangegeven dat het reglement in 2014 is gewijzigd, maar dat de huurders over die wijziging niet actief zijn geïnformeerd. Het gewijzigde reglement is wel op de balie van de receptie gelegd.
Nu niet is komen vast te staan welke informatie aan de consument is verstrekt bij het ondertekenen van de huurovereenkomst, moet het er naar het oordeel van de commissie voor worden gehouden dat de consument niet op de hoogte was van de inhoud van het reglement. Dat brengt met zich dat de ondernemer met betrekking tot de consument geen toepassing kan geven aan artikel 18 (oud) van het reglement. Wat hier verder ook van zij, gebleken is ter zitting dat de ondernemer in 2014 het reglement heeft gewijzigd zonder de huurders daar actief over te informeren. De wijziging hield onder meer in dat bij verkoop van de caravan op het terrein van de ondernemer een taxatie verplicht werd gesteld. Nu de ondernemer er bewust vanaf heeft gezien om de huurders niet actief op de hoogte te brengen van de wijzigingen in voornoemd reglement, wat er feitelijk op neerkomt dat de ondernemer de voorwaarden eenzijdig heeft gewijzigd, kan de ondernemer zich ten aanzien van de consument evenmin beroepen op het gewijzigde artikel 18. Ten onrechte heeft de ondernemer dan ook van de consument verlangd dat hij zijn caravan diende te laten taxeren alvorens hij tot verkoop ervan kon overgaan.
Op grond van het voorgaande zal de commissie de klacht gegrond verklaren en bepalen dat de ondernemer het bedrag dat de consument heeft betaald voor de taxatie, dient terug te betalen aan de consument.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht gegrond.
De ondernemer betaalt aan de consument een bedrag van € 375,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
De ondernemer dient overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 90,–.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 19 oktober 2016.