Reisorganisator ook verantwoordelijk voor bagageafhandeling. Reisorganisator maakt bij uitvoering overeenkomst gebruik van hulppersonen, waarvoor hij verantwoordelijk is.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Aansprakelijkheid    Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 106485

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 3 maart 2016 met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich verplicht heeft tot het leveren van een verblijf in een hotel voor 2 personen te Hurghada in Egypte op basis van all inclusive, voor de periode van 11 maart 2016 tot en met 21 maart 2016 voor de som van € 881,–.
Klager heeft op 24 maart 2016 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.

Standpunt van klager

Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.

Bij de terugvlucht uit Egypte is onze bagage niet mee terug gekomen. Tot op heden is deze niet teruggevonden, zodat we ervan uit moeten gaan, dat deze verloren is gegaan. De waarde van de inhoud van de twee koffers is een bedrag van € 3.780,53.
De reisorganisator wijst in deze iedere verantwoordelijkheid af.
Klager verlangt een vergoeding naar redelijkheid en billijkheid.

Standpunt van de reisorganisator

Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.

In deze is de luchtvaartmaatschappij aansprakelijk, maar deze laat niets van zich horen ondanks herhaalde malen contact zoeken. Aangezien [naam ondernemer] slechts de tussenpersoon is en niet de uitvoerder van de reis. Dat is [naam luchtvaartmaatschappij]. Deze adviseert de claim rechtstreeks in te dienen bij de luchtvaartmaatschappij en ook bij de reisverzekering.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie heeft vastgesteld, dat klager een klacht heeft ingediend tegen het in Nederland gevestigde boekingskantoor, terwijl de reis is uitgevoerd door een in Duitsland gevestigde reisorganisator. Gelet op het bepaalde in het tweede lid van artikel 7:500 van het Burgerlijk Wetboek dient in het onderhavige geval het boekingskantoor te worden aangemerkt als reisorganisator. Deze is daarom in principe aansprakelijk voor het goed uitvoeren van de overeenkomst.
Voorts heeft de reisorganisator gesteld, dat de bagageafhandeling niet onder zijn verantwoordelijkheid valt, maar onder die van de luchtvaartmaatschappij. Dit standpunt kan de commissie niet onderschrijven.
Weliswaar heeft de reisorganisator daarop geen directe invloed, maar bij de uitvoering van de overeenkomst maakt hij gebruik van hulppersonen voor wier optreden hij wel degelijk verantwoordelijk is. Derhalve kan hij zich niet aan zijn aansprakelijkheid onttrekken. Dit temeer niet, nu herhaaldelijk claimen bij de luchtvaartmaatschappij zonder enig resultaat is gebleven.

Met betrekking tot de inhoud van het geschil heeft de commissie nog het volgende overwogen.

Klager heeft een bedrag, groot € 3.780,53, bij de reisorganisator geclaimd. De commissie zal dit bedrag niet ten volle toewijzen. Daarbij heeft zij laten wegen, dat door klager wel is gesteld, dat hij bewijsmateriaal van de aankoopprijs van de in de koffers bevindende goederen kan overleggen, maar dit niet heeft gedaan, zodat de commissie niet die waarde aan het door klager gestelde kan hechten als door klager beoogd. Voorts is de commissie van oordeel, dat klager de schade in aanzienlijke mate had kunnen beperken door minder kostbare zaken in de koffers onder te brengen. Op zichzelf is het natuurlijk een goed recht van klager om zelf te bepalen, welke goederen hij wil meenemen, maar anderzijds dient klager te beseffen, dat het risico van het verloren gaan van goederen niet ten volle op de reisorganisator kan worden afgewenteld. Dit temeer, daar ook met een forse afschrijving van bijvoorbeeld kleding rekening zal moeten worden gehouden.
Gelet op hetgeen hier te voren is overwogen zal de commissie aan klager een vergoeding toekennen, welke haar redelijk en billijk voorkomt en beantwoordt aan hetgeen in het algemeen tot de bagage van een reiziger behoort alsmede rekening houdend met een zekere afschrijving.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 1000,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 102,50 aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 500,–

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 8 februari 2017.