Commissie: Telecommunicatiediensten
Categorie: Ontbinding, opzegging en tussentijdse beëindiging
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
93317
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een mobiele telefoonaansluiting.
De consument heeft een bedrag niet aan de ondernemer betaald. Een bedrag van € 651,– heeft de con-sument bij de commissie gedeponeerd.
De consument heeft op 8 februari 2015 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft via [webwinkel] een mobiel telefoonabonnement bij de ondernemer afgesloten, maar al binnen 15 minuten aan [webwinkel] laten weten dat hij wilde afzien van het abonnement. Hij heeft dit ook aan de ondernemer laten weten. De consument heeft het aan hem toegezonden toestel niet aangenomen en de sim-kaart teruggestuurd, maar is toch geconfronteerd met incassomaatregelen.
De consument wil af van het abonnement dat hij nooit heeft gehad.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Er is een afspraak tussen de consument en het incassobureau gemaakt. Het hiernaast behandelen van het geschil door de commissie zou deze onderling afgesproken werkwijze in de weg kunnen staan.
Het abonnement is reeds beëindigd. Het geschil is ontstaan in februari 2012 en de consument had het eerder bij de commissie aanhangig moeten maken.
De ondernemer heeft op 1 februari 2012 de order van [webwinkel] ontvangen en verwerkt. Dat was buiten de respijtperiode. De ondernemer heeft de consument verwezen naar [webwinkel] en nadien niets meer van de consument vernomen.
Ter zitting heeft de ondernemer bevestigd dat door hem geen diensten aan de consument zijn geleverd.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie gaat voorbij aan de stelling dat tussen de consument en de deurwaarder een regeling is getroffen, nu de consument aannemelijk heeft gemaakt dat hij steeds van mening is gebleven dat hij niets verschuldigd was, maar dat een regeling nodig was om te voorkomen dat zijn huisraad zou worden meegenomen door de deurwaarder.
Het geschil is ontstaan in januari/februari 2012, maar de consument heeft getracht van meet af aan de verschuldigdheid van enig bedrag betwist en getracht anderen daarvan te overtuigen. Toen dat laatste niet mogelijk bleek heeft hij zich tot de commissie gewend.
Uit de overgelegde stukken volgt dat de consument op 16 januari 2012 via [webwinkel] een contract met de ondernemer heeft gesloten en dat hij dat vrijwel direct (binnen een kwartier) bij [webwinkel] heeft herroepen.
[webwinkel] reageerde op 18 januari 2012 met de mededeling dat zij al een toezegging van de ondernemer had ontvangen en dat het niet meer mogelijk was de aanvraag te annuleren.De ondernemer heeft aangevoerd dat zij de order op 1 februari 2012 van [webwinkel] heeft ontvangen en verwerkt.
Op 4 februari 2012 ontving de consument de welkomstbrief van de ondernemer, waar de consument op 6 februari 2012 schriftelijk op reageerde. De consument schreef aan de ondernemer dat hij geen abonnement wenste en dat hij dat al eerder aan [webwinkel] kenbaar had gemaakt.
De commissie overweegt dat [webwinkel] namens de consument een abonnement bij de ondernemer heeft afgesloten. In een dergelijke situatie komt met betrekking tot de respijtperiode geen betekenis toe aan de datum waarop de consument en de vertegenwoordiger ([webwinkel]) contracteerden, maar gaat het om de dag dat de ondernemer in de richting van de consument gevolg geeft aan die order. De welkomstbrief van de ondernemer is op 4 februari 2012 door de consument ontvangen.
Op 6 februari 2012 schreef de consument aan de ondernemer dat er geen abonnement was en dat hij dat al eerder aan [webwinkel] had doorgegeven. Aldus heeft de consument het abonnement binnen de respijtperiode geannuleerd. Dit betekent dat de consument niets aan de ondernemer verschuldigd is geworden.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De consument is niets aan de ondernemer verschuldigd.
Het door de consument betaalde depot ad € 651,– wordt door de commissie aan de consument terugbetaald.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatie, op 18 mei 2015.