Rijschool niet tekortgeschoten in het oefenen met achteruitrijden met aanhanger

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Rijopleidingen    Categorie: Lesovereenkomst    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: RYO07-0005

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil vloeit voort uit een op 29 oktober 2007 tussen partijen totstandgekomen lesovereenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen werkzaamheden, bestaande uit het geven van rijonderricht op grond van het lespakket voor één dag genaamd: E achter B, tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 492,50. De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 29 oktober 2007.   De consument heeft op 29 oktober 2007 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De instructeur was de hele dag zeer negatief. Hij heeft mij niet alles geleerd, zo is tijdens het examen gebleken. De instructeur zei ongeveer vijftien minuten voor het examen, dat hij ziek was en beter op bed had kunnen blijven liggen. Hij bediende zich van storend taalgebruik. Ik ben voor het rijexamen gezakt.   De ondernemer heeft aangeboden dat ik een nieuw examen mocht doen tegen betaling van een bedrag van € 175,– in plaats van € 222,50.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De ondernemer heeft mij onvoldoende gelest in het rijden door wat nauwere straten. Toen ik voor het examen wel door nauwe straten moest rijden, pikte ik bij de eerste paar bochten een stoeprandje mee. Daarna gebeurde dat niet meer. Het inparkeren in een uitrit heb ik bij het lessen alleen maar vanaf de bestuurderszijde en paar keer geoefend. Dat ik niet geslaagd ben bestrijd ik niet, maar dat komt wel omdat ik slecht opgeleid was.   De consument verlangt dat de ondernemer hem een bedrag van € 270,– vermeerderd met de kosten voor de behandeling van het geschil, aan hem vergoedt.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Wij zijn van mening dat wij alles hebben gedaan om een goede afloop te bereiken. De consument heeft gekregen waar hij recht op had en wij hebben aan onze verplichtingen voldaan. De uitslag van het examen wordt hierbij aan de Commissie overgelegd.   De ondernemer heeft een verklaring van de instructeur overgelegd, samengevat luidende: Uit het vooraf gevoerde gesprek bleek dat de consument geen ervaring had in het achteruitrijden met aanhangwagens. Hij had dat wel een geprobeerd, maar dat lukte niet erg. De dag begon met een uurtje vooruitrijden, om het niveau vast te stellen. Het achteruitrijden daarna lukte niet goed. Na wat afwisselende handelingen is getracht de spanning wat te breken door enkele grappen. Ik was niet ziek, want ik was net een week thuis geweest en was juist weer begonnen. De consument is overigens terecht gezakt, onder andere op het achteruitrijden.   De ondernemer heeft een vergoeding aangeboden van € 47,50.   Beoordeling van het geschil   De Commissie heeft het volgende overwogen.   De Commissie stelt voorop, dat de ondernemer ter zitting, hoewel behoorlijk uitgenodigd, niet is verschenen. Nu de ondernemer bovendien geen afschrift heeft overgelegd van de leerlingeninstructiekaart, heeft de Commissie geen kennis heeft kunnen nemen van de met de leerling verrichte oefeningen en de daarin behaalde resultaten tijdens het lessen. Door de genoemde feiten en omstandigheden, heeft de Commissie uitsluitend kennis kunnen nemen van een uren overzicht en de uitslag van het examen.   De verklaringen van de consument niet zijn weersproken, terwijl naar het oordeel van de Commissie de afgelegde verklaring, over de kwaliteit en inhoud van de door de consument verrichte handelingen tijdens de rijopleiding – met name ook gelet op de onvoldoende beoordeling met betrekking tot het kiezen van de plaats op de weg tijdens het examen – niet ongeloofwaardig of onaanvaardbaar voorkomen.   Mede nu het er voor moet worden gehouden dat een min of meer ervaren bestuurder, in het bezit van rijbewijs B, op eenvoudige wijze kan worden aangeleerd dat het rijden met een aanhangwagen noopt tot het wat later inzetten van bochten, concludeert de Commissie dat de ondernemer moet worden geacht te zijn tekortgeschoten in het uitvoeren van de uit de lesovereenkomst voortvloeiende verplichtingen.   Door het ontbreken van meergenoemde bescheiden en de mondelinge verklaring van de ondernemer, zal de Commissie daarbij tevens in aanmerking nemen dat het beoefenen van het achteruit inrijden van een inrit naar een laadstation evenmin behoorlijk is geoefend tijdens de lessen, nu dit slechts vanaf de bestuurderszijde is geoefend.   De Commissie is van oordeel dat de consument, door deze tekortkomingen, niet behoorlijk voorbereid aan het examen heeft kunnen deelnemen.   De Commissie acht daarom termen aanwezig, ten laste van de ondernemer, de consument een vergoeding toe te wijzen, met inachtneming van de voor rekening van de consument komende andere examenfouten.   Mede gelet op alle omstandigheden van het geval, acht de Commissie een vergoeding van € 200,– redelijk.   Het meer of anders verzochte zal de Commissie afwijzen.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 200,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   De Commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Aldus beslist te Utrecht door de Geschillencommissie Rijopleidingen op 3 april 2008.