Rijschoolhouder voldoet niet aan informatieplicht

De Geschillencommissie




Commissie: Rijopleidingen    Categorie: Informatieplicht / Overeenkomst op afstand / partiële vernietiging / Rijschool    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Deels gegrond   Referentiecode: 249362/253622

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De uitspraak gaat over een overeenkomst tussen consument en ondernemer betreffende een lesovereenkomst. Partijen zijn een ‘super garantiepakket’ overeengekomen. De consument wil de lesovereenkomst vroegtijdig beëindigen, omdat de lessen zonder voorafgaande aankondiging zomaar worden geschrapt. Daarnaast is het contact met de ondernemer ook slecht. De consument wil op grond daarvan het laatste door haar betaalde termijn terug. De ondernemer is van mening dat het slechte contact door de consument komt. De consument heeft volgens de ondernemer 79,5 uur gereden en daarom geen recht op restitutie, omdat het pakket op is. Daarnaast is de consument akkoord gegaan met de algemene voorwaarden. Als er sprake is van een onredelijk beding dan wijst de ondernemer op art. 7:400 Burgerlijk Wetboek. De commissie beslist als volgt. Het gaat in deze zaak om een overeenkomst die op afstand is gesloten. Hierdoor komt de ondernemer een informatieplicht toe op grond van artikel 6:230m en artikel 6:230v BW. De ondernemer kan niet bewijzen dat hieraan voldaan is. Nu niet betwist is dat er bijna 80 uur aan lessen zijn gegeven, is er alleen een grond voor partiële vernietiging. De ondernemer zal daarom een bedrag moet terugbetalen aan de consument. Vanwege gebrek aan toelichting aan de kant van de consument is er geen plaats voor verdergaande sanctie en/of veroordeling van de ondernemer.

De uitspraak:

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Rijopleidingen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken. De behandeling van het geschil heeft tijdens een (digitale) zitting op 16 mei 2024 te Utrecht plaatsgevonden. Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen om ter (digitale-)zitting te verschijnen. De ondernemer heeft ter zitting zijn standpunt nader toegelicht. De consument heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om ter zitting haar standpunt nader toe te lichten. De ondernemer werd ter zitting bijgestaan door mevrouw mr. L. Rietbergen, (ARAG).

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 1 april 2022 tussen partijen tot stand gekomen lesovereenkomst. Partijen zijn daarbij een ‘super garantiepakket’ overeengekomen tegen een door de consument te betalen prijs van € 1.850,–.

De overeenkomst is op initiatief van de consument tussentijds beëindigd.

De consument heeft de klacht op 1 oktober 2023 voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. De consument wil de lesovereenkomst beëindigen omdat de lessen zonder voorafgaande aankondiging zomaar worden geschrapt. De lestijden worden zonder overleg gewijzigd. De ondernemer reageert niet op de berichten van de consument. De consument lest al ruim een jaar bij de ondernemer, maar ontvangt vaak geen planning of moet daarom vragen. Als ze belt neemt niemand op. De consument verlangt dat de laatste door haar betaalde termijn aan haar wordt terugbetaald.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Op het bericht van de consument van 2 april 2024 heeft de ondernemer gereageerd. De ondernemer heeft regelmatig contact met de consument gezocht via whatsapp maar geen reactie gekregen. Evenmin was de consument telefonisch bereikbaar. Half januari 2024 stuurde de ondernemer een nieuwe planning aan de consument. De ondernemer heeft regelmatig voor een dichte deur gestaan, laatstelijk nog op 5 februari 2024. Ook heeft de ondernemer aan de consument gevraagd of zij door wilde gaan, maar daarop kwam geen antwoord. De consument heeft 79,5 uur gereden à € 45,- = € 3.577,50 en € 125,– kosten. De consument heeft dan ook geen recht op restitutie van een deel van de pakketprijs. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog in hoofdzaak het volgende aangevoerd. De overeenkomst is digitaal tot stand gekomen via de website van de ondernemer. Daarbij zijn de Algemene Voorwaarden verstrekt en is zij daarmee akkoord gegaan. Als sprake zou zijn van een onredelijk bezwarend beding dan wijst de ondernemer op de art. 7: 400 en volgende van het Burgerlijk Wetboek. In dat geval dient de consument een redelijk bedrag voor de door de ondernemer geleverde inspanning te betalen. De ondernemer is niet bereid de helft van de pakketprijs terug te betalen. Bij de gemaakte berekening is de ondernemer uitgegaan van een gemiddelde prijs van € 45,– per lesuur. Het lukt de ondernemer niet om contact met de consument te krijgen. De planning is wel aan haar gestuurd. Er is geen examen aangevraagd. De consument was nog niet zover. De consument heeft wel bepaalde bedragen zelf betaald, die in het pakket zitten. De ondernemer is bereid een bedrag van € 175,– terug te betalen voor het door de consument betaalde theorie-examen. Het is vervelend dat het zo is gelopen. Het contact met de consument was slecht.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

In deze zaak klaagt de consument over de gebrekkige uitvoering van de lesovereenkomst door de ondernemer. Op die grond verlangt de consument dat aan haar een deel van het betaalde bedrag wordt terugbetaald. De ondernemer voert verweer en stelt slecht contact te kunnen krijgen met de consument. De ondernemer is bereid een bedrag van € 175,- terug te betalen. De commissie stelt voorop dat nu sprake is van een op afstand gesloten overeenkomst zij ambtshalve verplicht is om te onderzoeken of door de ondernemer voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst is voldaan aan de informatieplichten van artikel 6:230m en artikel 6:230v BW. Uit de dossierstukken blijkt daarvan niet, terwijl op de zitting de ondernemer niet over de stukken bleek te beschikken waaruit zou kunnen blijken dat wel aan de dwingendrechtelijke informatieverplichtingen was voldaan. Gelet op die stand van zaken, waarbij dus niet kan worden vastgesteld of aan de informatieverplichtingen is voldaan, moet het ervoor worden gehouden dat dit niet het geval is geweest en dient een passende sanctie te worden opgelegd. De commissie ziet geen aanleiding om de overeenkomst volledig te vernietigen, nu niet is betwist dat bijna 80 uur aan lessen zijn gegeven, maar ziet wel gronden voor een partiële vernietiging, inhoudende dat de ondernemer een bedrag van € 175,– aan de consument wordt terugbetaald, zoals door de ondernemer zelf ook ter zitting is aangeboden. Voor een verdergaande sanctie en/of veroordeling van de ondernemer is geen plaats nu de consument het door haar verlangde zeer summier heeft toegelicht en evenmin ter zitting is verschenen om het door haar verlengde nader toe te lichten en eventuele bij de commissie levende vragen te beantwoorden.

Op grond van het bovenstaande is de klacht van de consument gedeeltelijk gegrond. Derhalve wordt beslist als volgt.

Beslissing
De ondernemer betaalt de consument een bedrag van € 175,–. Betaling dient binnen 4 weken na de verzenddatum van dit bindend advies plaats te vinden. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien is de ondernemer gehouden het door de consument betaalde klachtengeld van € 77,50 aan haar te vergoeden en zal aan de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie aan de ondernemer een bijdrage in de behandelingskosten in rekening worden gebracht. Aldus beslist en vastgelegd door de Geschillencommissie Rijopleidingen, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, mr. L. Schots-Smit en A. Belt, leden, op 16 mei 2024.