Commissie: Openbaar Vervoer
Categorie: Staking
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
OPV02-0013
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de vraag of de ondernemer terecht een beroep doet op de algemene voorwaarden. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument is van oordeel dat aan de ondernemer niet toekomt een beroep op zijn algemene voorwaarden die de situatie regelen welke vergoedingen aan reizigers kunnen worden toegekend in geval van stakingen. Voor zover een beroep op algemene voorwaarden wel mogelijk is, is sprake van de situatie als bedoeld in artikel 37, inhoudende dat de ondernemer zich niet kan beroepen op enige beperking van zijn aansprakelijkheid voor zover er schade is ontstaan uit zijn eigen handelen of nalaten hetzij met opzet die schade te veroorzaken hetzij roekeloos en met de wetenschap dat die schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Dit komt erop neer dat wel degelijk een beroep op artikel 35 van de algemene voorwaarden kan worden gedaan, hetgeen impliceert dat terecht is volstaan met een vergoeding van ƒ 50,– (€ 22,69) per dag voor het feit dat als gevolg van de stakingen geen gebruik kon worden gemaakt van de maandnetkaart. Beoordeling De commissie heeft het volgende overwogen. Voor gegrondbevinding van de klacht van de consument is noodzakelijk dat wordt vastgesteld dat de ondernemer het onderhavige stakingsconflict in zodanige mate aan zichzelf te wijten had dat hier uit voortvloeit dat in redelijkheid en billijkheid geen beroep kan worden gedaan op de uitsluiting c.q. beperking van aansprakelijkheden dan wel dat hier sprake is van opzet c.a. gelijk hiervoor weergegeven. De commissie komt tot de slotsom dat daarvan in deze echter geen sprake is. In de onderhavige situatie is het gegaan om een gecompliceerd en betrekkelijk langlopend arbeidsconflict, dat is gekenmerkt door het feit dat op zich ten aanzien van de wijzigingen in de dienstregelingen (het zogeheten rondje om de kerk) na ampele voorbereiding en beraadslaging overeenstemming is bereikt met de relevante vakcentrales inzake een basisakkoord. Dit is vervolgens uitgewerkt in een door alle betrokken partijen gesloten principeakkoord, welk akkoord evenwel door de leden van de vakorganisaties en door de OR is afgestemd. Vervolgens heeft nader overleg plaatsgevonden en is dit geëindigd in het zogeheten vredesakkoord, dat wederom door de achterbannen van de vakorganisaties is verworpen. Onder meer hieruit vloeit voort dat vastgesteld kan worden dat de directie van [de ondernemer] een en andermaal met de gesprekspartners aan de onderhandelingstafel in overleg is getreden over een wijziging van de dienstregeling, die werd voorgenomen met het oog op een uitvoering van de dienst die minder het risico van ver doorwerkende vertragingen liep, dan in de oorspronkelijke situatie het geval was. Evenzeer vloeit uit het voorstaande voort dat de directie van [de ondernemer] aan de hand van de zich voordoende bestuurlijke problemen, getracht heeft met de onderhandelingspartners oplossingen te vinden, die echter steeds zijn gestuit op afwijzingen door de verschillende achterbannen. Het feit dat de directie [van de ondernemer] desondanks niet van de in haar ogen in het belang van alle reizigers getroffen maatregelen heeft volhard, is niet aan te merken als een handelen dat zodanig in strijd is met de redelijkheid en billijkheid dat zij daardoor geen beroep zou kunnen doen op haar algemene voorwaarden. Evenmin is sprake van opzet c.a. gelijk hiervoor bedoeld. Dit impliceert dat de vergoeding die de consument heeft gekregen overeenkomst artikel 35 van de algemene voorwaarden juist was en dat de klacht wordt verworpen. Beslissing De commissie verklaart de klacht ongegrond. Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer op 30 mei 2002.