Schade aan compressor/motor van vriescel vanwege spontane stroomstoring; sprake van voor het bedrijf oude onbekende graafbeschadiging, storing onvoorzien, kan niet aan het bedrijf worden toegerekend.

  • Home >>
  • Energie Zakelijk >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie Zakelijk    Categorie: Installatie    Jaartal: 2016
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 94892

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de schade die aangeslotene heeft geleden naar aanleiding van een stroomstoring op 13 maart 2015.

Aangeslotene heeft op 2 april 2015 de klacht aan het bedrijf voorgelegd.

Standpunt van aangeslotene

Het standpunt van aangeslotene luidt in hoofdzaak als volgt.

Op 13 maart 2015 was sprake van een spontane stroomstoring. Daardoor viel de 1-fase telkens weg waardoor de compressor/motor van mijn vriescel kapot is gegaan. Dat er weinig of geen claims zijn binnengekomen heeft te maken met het feit dat slechts een zeer klein gebied is getroffen door de stroomstoring. De storing heeft ook alleen apparaten geraakt die op krachtstroom werken. De storing heeft geduurd van ± 17 uur tot 23 uur. De schade bedraagt € 2.265,75.

Aangeslotene verlangt dat het schadebedrag van € 2.265,75 wordt vergoed (en zal worden overgemaakt naar het rekeningnummer van de Voedselbank).

Standpunt van het bedrijf

Het standpunt van het bedrijf luidt in hoofdzaak als volgt.

Op 13 maart 2015 heeft zich een spontane storing voorgedaan waarbij 1-fase is onderbroken. Na onderzoek bleek deze storing het gevolg te zijn van een oude, voor ons tot op dat moment onbekende, graafbeschadiging. Het storingsrapport wordt door het bedrijf bijgesloten. Bij die storing zijn 25 klanten betrokken geweest. De storing is bij ons gemeld om 18.05 uur en definitief hersteld om 23.59 uur. Bij de reparatie kan het noodzakelijk zijn, op een correcte wijze, in en weer uit te schakelen. Er zijn betreffende die storing verder geen schadeclaims door ons ontvangen. Op grond van artikel 17.2 van de algemene voorwaarden voor aansluiting en transport elektriciteit en gas voor kleinverbruikers is de netbeheerder, met inachtneming van het bepaalde in de overige leden van artikel 17, weliswaar aansprakelijk voor schade ten gevolge van een gebrekkige aansluiting of een gebrekkig transport, echter niet indien deze schade het gevolg is van een tekortkoming die de netbeheerder niet kan worden toegerekend. In deze aangelegenheid is de schade het gevolg van een beschadiging van onze kabel door derden welke niet aan ons is gemeld en waarop ons bedrijf dus niet heeft kunnen anticiperen. Wij zijn dan ook van mening dat ons bedrijf geen aansprakelijkheid voor deze schade behoeft te aanvaarden en hebben de claim conform de algemene voorwaarden correct afgewezen.

Ter zitting heeft het bedrijf verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Het betrof een voor het bedrijf onbekende eerdere beschadiging. Er zijn vergelijkbare uitspraken van de commissie waarin onder deze omstandigheden dit soort schades niet worden toegerekend aan het bedrijf.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De vraag is of de tekortkoming (stroomstoring) aan het bedrijf is toe te rekenen, conform de toepasselijke algemene voorwaarden en de wettelijke bepalingen conform het Burgerlijk Wetboek (6:74 BW). Onder een aan het bedrijf toe te rekenen tekortkoming verstaat de commissie iedere tekortkoming die in de risicosfeer van het bedrijf ligt.

Dat betreft dus niet alleen tekortkomingen die zijn terug te voeren op nalatigheid, maar dat betekent dat de aansprakelijkheid van het bedrijf slechts dan is uitgesloten, indien de stroomonderbreking is te wijten aan van buitenkomend onheil waarop het bedrijf geen enkele invloed heeft (gehad). Het bedrijf dient een dergelijk onheil te stellen c.q. te bewijzen en in ieder geval tenminste aannemelijk te maken. Uit het door het bedrijf overgelegde storingsrapport blijkt dat sprake was van een voor het bedrijf onbekende, oude graafbeschadiging en dat de storing in dat opzicht onvoorzien was en een spontaan karakter had. In het licht van de door het bedrijf gegeven uitleg en toelichting en meer in het bijzonder het overgelegde storingsrapport acht de commissie aannemelijk dat sprake is geweest van een spontane en onvoorziene stroomstoring die het bedrijf niet kan worden toegerekend. Aldus wordt niet voldaan aan de voorwaarden voor een geslaagd beroep op schadevergoeding door aangeslotene. Dit betekent dat de commissie van oordeel is dat de klacht van aangeslotene jegens het bedrijf ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door aangeslotene verlangde/gevraagde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie voor de Zakelijke Markt op 24 augustus 2015.