Schade aan huurauto is toe te rekenen aan consument

De Geschillencommissie




Commissie: Voertuigverhuur    Categorie: Bewijs / Schade    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 235929/249066

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De uitspraak gaat over een overeenkomst tussen een ondernemer en consument betreffende de huur van een busje. Na de huurperiode weigerde de ondernemer de borg terug te betalen en stuurde een factuur voor schade aan het voertuig. Er zou sprake zijn van gereden schade, te weten schade aan de dorpel aan de linkerzijde van het busje. De consument is van mening dat deze schade niet aan hem te wijten is. Er zou niet gereden zijn op onverharde wegen met obstakels zoals biggenruggen. De schade zou zijn veroorzaakt door een eerdere huurder. De ondernemer stelt zich op het standpunt dat de schade wel degelijk door de consument is veroorzaakt. Uit het voertuigvolgsysteem is af te lezen dat het voertuig op onverharde wegen heeft gereden. Daarnaast heeft de ondernemer foto’s gemaakt van de schade. Deze schade was nog niet zichtbaar bij de uitgifte van het busje. Het busje is in de ochtend aangetroffen bij de ondernemer en het schaderapport is diezelfde ochtend nog opgesteld.

De commissie beslist als volgt:

De ondernemer heeft het bewijs van de aan de consument toe te rekenen schade in voldoende mate aannemelijk gemaakt, zodat de klacht van de consument zal worden afgewezen.

De volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 30 augustus 2023 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht aan de consument een personenbusje te verhuren tegen een door de consument te betalen prijs van € 177,– per dag. De overeenkomst is uitgevoerd. De consument heeft de klacht op 3 september 2023 voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Op woensdag 30 augustus 2023 huurde de consument een busje bij de ondernemer. Tot zijn verbazing bleek enkele dagen later dat de ondernemer niet bereid was de betaalde borgsom terug te betalen. Er zou sprake zijn van gereden schade, te weten schade aan de dorpel aan de linkerzijde van het busje.
De consument en ook de inzittenden van de bus kunnen dit niet volgen. Het is merkwaardig dat de consument de beschuldiging moest vernemen via het innamerapport van 31 augustus 2023 dat bij een algemene mail was gevoegd en een nadien gestuurde factuur. Als al sprake is van schade kan deze onmogelijk door de consument zijn veroorzaakt. De route die woensdag 30 augustus 2023 werd afgelegd betrof een volledig verharde weg. De route ging van Leiden naar kasteel Oolde nabij Lochem.

Ter zitting heeft de consument voor zover van belang nog het volgende aangevoerd. Bij aankomst werd de bus op het grindpad geparkeerd. Er werd niet langs betonnen verhogingen of op onverharde paden gereden. De consument noch de inzittenden van de bus hebben iets gemerkt van een voorval dat de schade kon hebben teweeggebracht. De van de ondernemer ontvangen ritgegevens zijn zeer onnauwkeurig en zien alleen op de aankomst bij het kasteel. Het toegezonden screenshot geeft aan dat de bus over perken en bomen is gereden, maar dat is praktisch onmogelijk.

Op de bus waren meerdere schades, waarvan er alleen al 6 van de 31 schades door de vorige huurder van de bus waren veroorzaakt. De door de ondernemer geconstateerde loshangende stukken lak kunnen net zo goed van deze huurder afkomstig zijn. Er is niet gereden op onverharde wegen met obstakels zoals biggenruggen. De hoogte van het onderstel van de bus bedraagt 552 millimeter, een biggenrug is nooit zo hoog. De consument verlangt dat het eigen risico van € 2.000,– aan hem wordt terugbetaald.

Ter zitting heeft de consument voor zover van belang nog het volgende aangevoerd.

De consument gaat wel vaker naar dat kasteel. De auto werd op het grindpad neergezet. De dag erna werd het schaderapport ontvangen. Enkele dagen later, op zaterdag, werd de consument over de schade geïnformeerd. Het geheel is onverklaarbaar voor de consument. Bij het inleveren van de bus werd de schade niet opgemerkt omdat deze zich aan de onderzijde bevond. De ondernemer heeft de foto’s van de schade wel aan de consument getoond.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Het voertuigvolgsysteem is uitgelezen en daaruit kwam naar voren dat het voertuig bij het kasteel in de berm/onverharde weg heeft gereden. De ondernemer vermoedt dat de schade daarbij is ontstaan. Op zaterdag 2 november 2023 heeft de ondernemer de van de schade genomen foto’s met de consument doorgenomen. Daarop is te zien dat de losgekomen stukken lak nog aan de bus hangen en ook dat er nog stukken modder en gras bij hangen. De ondernemer heeft de schadecalculatie aan de consument gestuurd. Bij de uitgifte van de bus zat de grote dorpelschade niet op de bus, maar bij terugkomst van de bus wel. Dat is telkens door dezelfde medewerker gecontroleerd en vastgesteld.

Ter zitting heeft de ondernemer voor zover van belang nog het volgende aangevoerd.
Op donderdagochtend is het busje aangetroffen en gecontroleerd. Het schaderapport is om 7.52 uur opgemaakt en opgestuurd. Er zijn zowel buiten als binnen foto’s van de schade gemaakt. Bij het ophalen van de bus werd € 550,– borg betaald. De consument heeft de factuur volledig voldaan.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument klaagt in deze zaak over het door de ondernemer in rekening gebrachte eigen risico van € 2.000,– per schadegebeurtenis dat de ondernemer op de afrekening van 31 augustus 2023 aan hem in rekening heeft gebracht. De consument betwist dat hij schade heeft gereden. De ondernemer wijst erop dat de onderhavige schade bij de uitgifte van het voertuig niet aanwezig was, maar bij de inlevering van de auto wel, zoals blijkt uit het schaderapport dat zich bij de stukken bevindt. De commissie volgt het standpunt van de ondernemer.

In de eerste plaats wijst de commissie op het schaderapport waaruit blijkt dat het voertuig niet met een dergelijke schade is verhuurd, terwijl reeds in de vroege ochtend, daags na de inlevering van het voertuig, de onderhavige dorpelschade werd geconstateerd en op foto’s werd vastgelegd. Daarbij komt dat de auto na sluitingstijd werd ingeleverd. Voorts is het niet aan de ondernemer om de oorzaak van de schade vast te stellen, maar kon hij in de gegeven omstandigheden op grond van het schaderapport, de foto’s en het tijdsverloop in redelijkheid tot de conclusie komen dat de schade is ontstaan tijdens de huurperiode op 30 augustus 2023.

De omstandigheid dat de vorige huurder meerdere schades heeft veroorzaakt en de omstandigheid dat de consument niets gemerkt heeft van het ontstaan van de schade doen daaraan niet af. De dorpelschade is bij de uitgifte van het voertuig niet vermeld en het niet hebben bemerkt dat er schade werd gereden zegt niets over de mogelijkheid dat deze schade wel degelijk is ontstaan. De conclusie is dat de ondernemer het bewijs van de aan de consument toe te rekenen schade in voldoende mate aannemelijk heeft gemaakt, zodat de klacht van de consument zal worden afgewezen.

Beslissing

De commissie wijst het door de consument verlangde af. Aldus beslist en vastgelegd door de Geschillencommissie Autoverhuur, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, H.H. van der Linden en A. Belt, leden, op 26 maart 2024.