Schade aan linnenkast. Verzekeraar van ondernemer hanteert een te grote afschrijving.

  • Home >>
  • Verhuizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Verhuizen    Categorie: Schadevergoeding    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 75393

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 4 juni 2012 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het uitvoeren van een verhuizing tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.400,–. Het uitvoeren van de verhuizing vondplaats op 18 juni 2012.   De consument heeft op 18 juni 2012 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Bij de verhuizing is de linnenkast beschadigd. Het betreft een puntgave [merk]-kast, die bij normaal gebruik generaties meegaat. De door mij aangezochte deskundige heeft de schade als volgt bepaald: Waarde voor het evenement: € 7.200,–. Waarde na het evenement: € 1.200,–. Schadebedrag inclusief 21% BTW: € 6.000,–. De commissie verwijst verder kortheidshalve naar de brieven van de raadsman van de consument aan de ondernemer en het betreffende rapport van [naam advies en expertisebureau] d.d. 19 november 2012. De inhoud van een en ander dient als hier ingevoegd te worden beschouwd.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De consument kan zich verenigen met het rapport van de deskundige van de commissie. De schade is daarin bepaald op € 4.850,–. De consument behoudt de kast.   De consument verlangt (thans) vergoeding van de schade ad € 4.850,–.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument is slachtoffer geworden van een fout bij ons. Dat moet worden opgelost. Ik heb mij tot onze verzekering gewend. Deze weigert meer dan € 1.000,– te betalen aan de consument. De commissie verwijst verder kortheidshalve naar de brief van de ondernemer aan de commissie d.d. 10 april 2013. De inhoud hiervan dient als hier ingevoegd te worden beschouwd.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De ondernemer legt zich neer bij de schadebepaling door de deskundige van de commissie.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.   Bij het uitladen van meubelen is in de verhuiswagen een tegen de kant staande en gestapelde kast omgevallen. De losse kastpanelen zijn in volle vaart tegen de tegenovergelegen wand gevallen in de vrachtwagen. De kastpanelen zijn daarbij beschadigd. Bij de opname ter plaatse werd bovenstaande toedracht bevestigd door de bevindingen van de deskundige. Gelet op het schadebeeld en de aan de deskundige gegeven informatie heeft de deskundige geen twijfel aan de toedracht zoals omschreven. Er is schade ontstaan aan de kroonlijst, de achterwand van de kast is gebroken, een zijwand is beschadigd en aan de frontzijde is lichte valschade ontstaan. De vervangingswaarde van de kast wordt geschat op € 6.900,–. De dagwaarde op € 5.175,–. De schade is feitelijk herstelbaar. De herstelkosten worden begroot op € 2.400,– inclusief BTW. Bij het onderzoek is tevens geconstateerd dat de ondernemer de deuren van de kast op elkaar heeft geplakt met plakband. De verlijming van dit plakband heeft ingevreten op de toplaag van de kastdeuren. Alle deuren van de kast hebben hierdoor een verbleking van 5 centimeter met een lengte van 10 centimeter. In eerste instantie heeft de ondernemer aangegeven dat hier sprake zou zijn van lijmresten, echter na reiniging met aceton blijkt daar geen sprake van te zijn, maar van inwerking van weekmakers op elkaar. Herstel hiervan is alleen mogelijk door vervanging van de deuren. Door de deuren te vervangen, in combinatie met de valschade, komen de herstelkosten hoger te liggen dan de aankoopwaarde.   De consument wil de kast niet kwijt en wil de schade graag op basis van een vergoeding afgewikkeld zien. De deskundige heeft geconstateerd dat de valschade een schade van € 2.400,– oplevert. Zodra de tweede schade er bijgeteld wordt, ontstaat een andere regeling. De deskundige is daarbij uitgegaan van een regeling op basis van waarde voor en na het evenement, rekening houdend met de restwaarde. De twee schades bij elkaar geeft dan een schade van € 4.850,– op basis van lumpsum.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Gebleken is dat de linnenkast tijdens de verhuizing beschadigd is. Gezien de gave status van deze kast vlak vóór de verhuizing is een afschrijving, zoals gedaan door de verzekeringsmaatschappij, misplaatst. De commissie volgt het rapport van [de deskundige]. Daarin wordt de schade bepaald op € 4.850,–.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan klager een vergoeding van € 4.850,–.   Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 76,26 aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 200,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Verhuizen.