
Commissie: Verhuizen
Categorie: Verhuizing
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
VER09-0018
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 29 april 2009 schriftelijk tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het uitvoeren van een verhuizing van een inboedel tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 675,–. Het uitvoeren van de verhuizing vond plaats op 4 mei 2009. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Tijdens het verhuizen is schade ontstaan aan het eetservies, glasservies en aan porseleinen beeldjes. De schade is door CED Nomex vastgesteld op € 1.188,– inclusief BTW. Van het ledikant is een spiraal stukgegaan. Het was afgesproken dat de ledikanten gedemonteerd en weer gemonteerd zouden worden maar dat is door de verhuizer niet gedaan. De ledikanten zijn compleet in de verhuiswagen gezet en daarbij zijn die met volle vaart onzorgvuldig tegen de dozen met breekbare spullen gezet die daardoor gebroken zijn. Hieruit blijkt dat de ondernemer onzorgvuldig met de spullen van de consument is omgegaan waarbij er schade aan zijn serviesspullen is ontstaan. Noch de verzekeraar van de ondernemer noch de ondernemer zelf reageren op brieven. De echtgenote van de consument heeft het serviesgoed, glazen en de porseleinen beeldjes allemaal twee keer met papier ingepakt. Zij heeft dit helemaal alleen, dus zonder hulp gedaan en ingepakt met het inpakpapier van de ondernemer en voorts heeft ze zelf ook nog eens pakpapier gebruikt. De ondernemer heeft op generlei wijze vermeld hoe zo c.q. op welke gronden de consument haar spullen niet goed ingepakt zou hebben. Op welke wijze had de consument haar spullen dan moeten inpakken anders dan ze gedaan heeft. De ondernemer had de consumenten dan zonodig dienen te instrueren hoe de spullen ingepakt hadden moeten worden. De reparatiekosten van de porseleinen beeldjes zijn zeer hoog. Het is al vele jaren familiebezit en niet meer nieuw in de winkel verkrijgbaar. De vernietiging van de bedoelde bepaling wordt ingeroepen nu het in strijd met de redelijkheid en billijkheid wordt geacht en voorts onaanvaardbaar is dat als de consument er haar dierbare en breekbare spullen zorgvuldig inpakt elke aansprakelijkheid wordt afgewezen terwijl de consument geen enkel verwijt valt te maken De consument verlangt ter oplossing van het geschil een schadevergoeding voor de beschadigde serviezen van € 1.188,– en eveneens teruggave van het klachtengeld. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Gedurende de verhuizing zijn er geen onregelmatigheden gebeurd volgens de gegevens van de ondernemer. De ingeschakelde verhuizers waren ruimschoots bekwaam en ervaren om de verhuizing perfect te laten verlopen. Het gooien van spiralen tegen de al weggestouwde lading is zeer onwaarschijnlijk te noemen; dit is als een zeer ernstige beschuldiging te beschouwen in de verhuizerwereld. In de verhuiswagen was de consument en echtgenote niet aanwezig, zij verbleven in de woning. Bij het naleveren van verhuisdozen is een verhuisdoos nagekeken en geconstateerd is dat de daarin verpakte spullen netjes waren ingepakt zodat geen bemerkingen zijn gemaakt. Indien alle spulletjes netjes zijn ingepakt dus allemaal in een verhuisdoos zitten, is dit een reden om te zeggen dat alles netjes ingepakt is. De gebroken beeldjes waren niet allen in een verhuisdoos verpakt maar waren verdeeld over meerdere verhuisdozen. Er zijn geen beschadigingen geconstateerd door de ondernemer en de consumenten aan de betreffende verhuisdozen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Er is geen reden om ervan uit te moeten gaan dat door de verhuizers onzorgvuldig te werk is gegaan. Dat zou immers dienen te blijken uit schade aan de dozen of anderszins. De consument heeft dat ook niet waargenomen of kunnen waarnemen. Het wordt eerder als verklaring gebruikt voor de constatering dat porselein en glaswerk dat door de echtgenote van de consument in dozen was verpakt, gebroken is. De consument gaat er daarbij van uit dat het niet aan het inpakken gelegen kan hebben. Daarover is expliciet navraag gedaan ter zitting bij de consument en zijn aanwezige echtgenote en de conclusie moet zijn dat er weliswaar gebruik gemaakt is van door de ondernemer verstrekt papier maar bepaald in onvoldoende mate. Voorts is duidelijk onvoldoende deskundig en risicoloos gestapeld en is onvoldoende rekening gehouden met het gewicht dat van boven naar onder in de doos verplaatst wordt. Zo zijn de borden gestapeld en niet rechtstanding op de zij geplaatst en zijn de glazen om en om gelegd. De beeldjes zijn bij elkaar verpakt en niet voldoende door papier of stevig materiaal omgeven. Bij de normale krachten en bewegingen die met een verhuizing gepaard gaan is het al aannemelijk dat de schade optreedt zoals die zich in de praktijk daadwerkelijk heeft voorgedaan. Met name voor de porseleinen beeldjes is het gebroken zijn betreurenswaardig gelet op de emotionele waarde die daaraan verbonden is voor de consument. Deze zijn nog te reparen maar de kosten daarvan zijn erg hoog als het op een deskundige manier wordt gedaan. In de overeenkomst is inbegrepen dat de consument zou inpakken en dan kan de ondernemer voor eventuele schade niet aansprakelijk gehouden worden. Die bepaling is op zich niet vernietigbaar te achten. De commissie acht in dit geval echter de ondernemer deels een verwijt te maken. De inpakvoorschriften zijn wel aan de orde gesteld maar slechts via een internetsite aangeboden en de ondernemer wist of had kunnen weten dat de consument en zijn echtgenote, gelet op hun leeftijd en bij gebreke van een computer en kennis van internet, daarvan geen gebruik maken. Overigens was de consument destijds zelf belemmerd in zijn functioneren als gevolg van een ziekenhuisopname. Voorts heeft de ondernemer de indruk gewekt dat de verpakking in orde was omdat hij ter plaatse heeft gezegd dat het netjes ingepakt was. Daartoe heeft hij ook een doos opengemaakt volgens zijn zeggen. Daarmee is echter een onjuiste indruk gewekt die er toe heeft geleid dat er geen maatregelen genomen zijn om tot nadere bescherming over te gaan op een moment dat daartoe nog de mogelijkheid bestond. Aldus is de verhuizer deels aansprakelijk te achten en zal een deel van de schade voor diens rekening dienen te worden gebracht en wel billijkheidshalve ten bedrage van € 350,– in totaal. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 350,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 100,– (matiging van 50%). Aldus beslist door de Geschillencommissie Verhuizen op 7 december 2009.